24 095
Frequentiebeleid

nr. 183
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 15 juni 2005

De vaste commissie voor Economische Zaken1 heeft bij brief van 10 mei 2005 (05-EZ-B-040) een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Economische Zaken over de positie van Nozema. De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 15 juni 2005.

Vragen en antwoorden, voorzien van een inleiding, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Hofstra

De griffier van de commissie,

Tielens-Tripels

Inleiding

Voordat ik op de afzonderlijke vragen inga, breng ik in herinnering dat ik u met brief (kamerstuk 24 095, nr. 180) van 13 mei 2005 heb laten weten dat mij door de voorzitter van Publieke Omroep gemeld is dat, op mijn verzoek, het verloop van de aanbestedingsprocedure en de start van de werkzaamheden in het kader van de aanbestedingsprocedure af te sluiten overeenkomst in beginsel met een half jaar is uitgesteld.

Vragen en antwoorden

1, 12 en 20

Wanneer wordt de analyse/beoordeling door OPTA inzake Nozema en vergelijkbare partijen en de beoordeling van de marktsituatie verwacht?

Verwacht u dat de OPTA de marktanalyse van de markt voor omroepdistributie op tijd afgerond zal hebben, zodat zij op basis van hoofdstuk 6 van de Telecommunicatiewet nog voor het sluiten van de aanbesteding instrumenten kan inzetten om tot een «level playing field» te komen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, welke consequenties heeft dat voor de mogelijkheid voor OPTA om gebruik te maken van de instrumenten uit hoofdstuk 6 van de Telecommunicatiewet, nu het gebruik daarvan afhankelijk zou zijn van afronding van de marktanalyse? Bent u bereid om op basis van uw bevoegdheden (art. 3.12 van de Telecommunicatiewet) zelf maatregelen te nemen?

Wanneer kan OPTA via marktanalyse aangeven of Nozema marktmacht heeft of niet in het kader van mededinging?

OPTA heeft aangegeven dat de analyse van de markt van omroepzendernetwerken deze zomer zal worden afgerond en dat een conceptbesluit voor consultatie zal worden gepubliceerd. Uitgaande van een voorspoedig verloop van de nationale en Europese consultatie evenals van een voorspoedige afstemming met de NMa moet OPTA in staat geacht worden om definitieve besluiten te kunnen nemen voor het sluiten van de aanbesteding van de Publieke Omroep op 17 november 2005. Op basis van de gemaakte marktanalyse zal OPTA besluiten of bepaalde marktpartijen aanmerkelijke marktmacht hebben en, zo ja, welke passende verplichtingen aan die partijen worden opgelegd.

2 t/m 5

Is bij de splitsing van Nozema alle voor de aanbesteding van AMen FM-frequenties van de NOS benodigde, essentiële en niet dupliceerbare infrastructuur ondergebracht bij Novec? Zo ja, geldt dat ook voor de met de AM-zendmasten c.q. de AM-antennes verbonden infrastructuur?

Klopt het, dat er nog andere delen van de AM-zendinrichtingen bij Nozema zijn achtergelaten die in de praktijk gelden als niet dupliceerbaar en essentieel om de distributiediensten in de markt aan te bieden?

Is het waar, dat de verwerving van het medegebruik van die bij Nozema achter gelaten installaties niet zonder problemen verloopt? Zo ja, deelt u de mening, dat dit nadelige consequenties heeft voor Nozema's concurrenten in zowel deze aanbesteding als voor de AM-distributiemarkt in het algemeen heeft en dat dit nadere maatregelen vereist? Hoe en per wanneer zult u die maatregelen treffen? Zo neen, betekent dit, dat concurrenten van Nozema ook op de AM-markt op basis van een volledig en in alle opzichten level playing field met Nozema kunnen concurreren?

Bent u bereid om de hiervoor bedoelde, vitale delen van de AM-zendinstallaties alsnog bij de onafhankelijke mastbeheerder onder te brengen?

Met brief van 15 oktober 2004 (Kamerstukken 2004–2005, 24 095 en 29 800 XII, nr. 174) heb ik de Kamer geïnformeerd over de splitsing van Nozema in een mastenbedrijf (NOVEC) en een dienstenbedrijf (Nozema Services). In het mastenbedrijf is die infrastructuur geplaatst die niet dupliceerbaar is. Kort gezegd betreft het alle antenne-opstelpunten (masten) hoger dan 40 meter met uitzondering van dakopstellingen van Nozema.

Met betrekking tot de AM-opstelpunten is thans de vraag gerezen of een AM -antenne of onderdelen daarvan gezien moeten worden als een onlosmakelijk en integraal onderdeel van het antenneopstelpunt. Marktpartijen verschillen daarover van mening. Ik heb begrepen dat er met betrekking tot het medegebruik van de AM-antennes inmiddels een geschil bij OPTA is ingediend. Mede afhankelijk van de bevindingen van OPTA zal deze kwestie in overleg met de betrokken partijen nader worden bezien.

6

Klopt het bericht dat de account manager van Publieke Omroep binnen Nozema dezelfde persoon is, die verzoeken om medegebruik van concurrerende aanbieders in de aanbesteding dient te beoordelen? Zo ja, welke consequenties heeft dat naar uw mening voor een onpartijdige behandeling van die verzoeken?

Ik heb begrepen dat hoewel de contactpersoon van Broadcast Partners binnen Nozema Services tevens account manager is van Publieke Omroep, hij niet degene is die verzoeken tot medegebruik behandelt. Hiervoor is binnen Nozema Services een ander verantwoordelijk. Niettemin heeft Nozema Services besloten om voor Broadcast Partners een ander contactpersoon aan te wijzen.

7 en 8

Kan worden bevorderd dat de komende weken geen onomkeerbare besluiten worden genomen met betrekking tot de aanbesteding in relatie tot Nozema en de Publieke Omroep?

Bent u er van op de hoogte dat de NOS de zenderexploitatie van de publieke FM- en AM-radiozenders aanbesteedt en dat deze aanbesteding sluit op 17 mei 2005?

Ik verwijs u naar het bij de inleiding van deze brief gestelde.

9

Houdt Nozema Services zich voor het medegebruik van haar antennes door concurrenten aan haar wettelijke verplichtingen en hebben die concurrenten een garantie op concrete en tijdige toegang, opdat zij daadwerkelijk kunnen leveren aan de publieke omroep? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, bent u van mening dat Nozema Services zich hiermee een betere concurrentiepositie verschaft in de aanbesteding van de zenderexploitatie van de publieke radiozenders?

De OPTA stelt uiteindelijk vast of marktpartijen waaronder Nozema Services, zich aan de wettelijke verplichtingen houden. Die beoordeling is niet aan mij. De directie van Nozema Services heeft mij verzekerd dat Nozema Services zich aan de wettelijke verplichtingen betreffende het toestaan van medegebruik houdt conform artt 3.11 en 3.12 van de Telecommunicatiewet. Als gevolg van deze artikelen dient medegebruik te worden toegestaan mits het medegebruik technisch mogelijk is en sprake is van een redelijke vergoeding. Eventuele geschillen over de voorwaarden van medegebruik kunnen dus aanhangig worden gemaakt bij OPTA.

10

Herinnert u zich dat u tijdens het Algemeen Overleg van 3 november 2004 heeft aangegeven, dat een constructie zal worden gerealiseerd waarin concurrentievervalsing door de positie van de NOS als aandeelhouder in Nozema wordt uitgesloten? Is die constructie gerealiseerd en zo ja, op welke wijze? Zo nee, bent u het met mij eens dat het feit dat de NOS nog steeds aandeelhouder is van Nozema Services kan leiden tot concurrentievervalsing, omdat de NOS op deze wijze een belang heeft bij een nieuwe opdracht voor Nozema Services, gelet op de aanstaande privatisering van Nozema en de verkoop van de aandelen van de NOS?

Door Publieke Omroep is gekozen voor een openbare aanbesteding. Van Publieke Omroep heb ik begrepen dat het opstellen van de offerteaanvraag en ook de beoordeling van de uitgebrachte offertes plaatsvindt door een verwervingsteam. In dit team zijn diverse deskundigheden verenigd. Het is samengesteld uit derden en medewerkers van Publieke Omroep. De wijze waarop het team is samengesteld is – voor alle duidelijkheid – een zaak van Publieke Omroep.

Belangenverstrengeling wordt verder vermeden door hantering van hierop gerichte procedures. Zo zijn Raad van Bestuur noch de Raad van Toezicht van Publieke Omroep betrokken bij het werk van het verwervingsteam. Wel dient uiteraard een uiteindelijke keuze voor een gunning ter formele besluitvorming te worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Vertegenwoordigers van Publieke Omroep waren en zijn in Nozema Services verband niet betrokken bij zaken en besluitvorming die binnen de organisatie met de aanbesteding samenhangen. De procedures die worden toegepast zijn bij de aanbesteding van T-DAB in een eerder door Broadcast Partners aangespannen kort geding door de rechter aanvaardbaar geacht. Verder heeft Publieke Omroep aan het Ministerie van Financiën een volledige volmacht gegeven betreffende de verkoop van de aandelen Nozema Services, zodat Publieke Omroep bij de verkoopprocedure zelf niet betrokken is.

11

Herinnert u zich dat u tijdens het Algemeen Overleg van 3 november 2004 heeft aangegeven dat alle kwesties ten aanzien van deze aanbesteding kunnen worden opgelost voordat de echte bieding begint? Bent u van mening dat alle kwesties zijn opgelost en dat er dus sprake is van een «level playing field»? Hoe ziet u in dat licht de geschillen die bij de OPTA zijn gestart over medegebruik van Nozema's antennes en de vergoedingen voor dat medegebruik en kunt u verzekeren, dat OPTA voorafgaand aan de afronding van de aanbestedingsprocedure definitieve oordelen heeft uitgesproken in deze geschillen?

Ik heb tegen de geschetste achtergrond de voorzitter van OPTA gevraagd tijdig te starten met de noodzakelijke voorbereidingen zodat eventuele geschillen op voortvarende wijze beslecht kunnen worden en vertragingen kunnen worden voorkomen. OPTA heeft mij geantwoord eventuele geschillen op voortvarende wijze te zullen behandelen maar niet te kunnen garanderen de geschillen tijdig (dat wil zeggen vóór 17 mei 2005) te kunnen beslechten. Daarop heb ik vervolgens de Raad van Bestuur van Publieke Omroep verzocht de offerteperiode te verlengen. Zoals in de inleiding bij deze brief gesteld heeft Publieke Omroep besloten de aanbestedingsprocedure te verlengen tot 17 november 2005. Dat betekent dat OPTA geschillen, voorzover tijdig ingediend, ook kan afhandelen zodat de gewenste duidelijkheid over medegebruik ruim voor afloop van de procedure kan worden verkregen. Tegen besluiten van OPTA kan dan nog wel bezwaar en beroep worden aangetekend.

13

Rekent Nozema Services aan het eigen dienstenbedrijf dezelfde prijs voor het medegebruik van de antennes als zij aan concurrenten offreert? Zo ja, is OPTA bevoegd om te controleren of Nozema Services zich aan die verplichtingen houdt en zal OPTA dat ook doen? Zo nee, waarom niet?

Het is mij niet bekend welke prijzen Nozema Services hanteert voor het medegebruik van haar antennes en antennesystemen. Er is op dit moment geen ex ante verplichting dat zij zichzelf dezelfde prijzen rekent als aan concurrenten wordt geoffreerd. Op grond van de Telecommunicatiewet moeten de tarieven die Nozema Services in rekening brengt voor medegebruik redelijk zijn. OPTA ziet toe op deze bepaling. OPTA is ook de instantie die eventuele geschillen beslecht over de redelijkheid van de tarieven voor medegebruik. Op basis van de analyse van de markt van omroepzendernetwerken kan OPTA ex-ante maatregelen nemen. OPTA zal daarbij ook beoordelen of en, zo ja, welke verplichtingen aan Nozema Services worden opgelegd.

14

Speelt de infrastructuur, die uw Ministerie aan Nozema vergoedde in verband met de ombouw van de publieke zendernetten in het kader van zerobase en de bouw van steunzenders voor de publieke omroep, enige rol van betekenis in deze aanbesteding, bijvoorbeeld resulterend in een bevoordeling van Nozema? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen hebt u getroffen om concurrentievervalsing in de aanbesteding door die vergoedingen te voorkomen?

Nozema Services heeft in het kader van zerobase de benodigde steunzenders voorgefinancierd. Deze voorfinanciering wordt via de exploitatie aan Publieke Omroep in rekening gebracht. Hiervoor krijgt Publieke Omroep een vergoeding van de overheid. Andere partijen kunnen bij Nozema Services verzoeken tot (voorwaardelijke) medegebruik indienen. Hiervoor dienen dan redelijke tarieven te worden betaald. Zoals eerder in deze brief aangegeven is OPTA bevoegd eventuele geschillen over de in rekening te brengen tarieven te beslechten.

15

Deelt u de mening dat deze aanbesteding pas mag plaatsvinden op het moment dat er sprake is van een echt «level playing field»?

Dit is inderdaad waar ik naar streef. Ik heb u geïnformeerd (Kamerstukken 2004–2005, 24 095 en 29 800 XII, nr. 174) op welke wijze ik tot het creëren van een «level playing field» op de markt voor de distributie van de radio- en televisieprogramma's via de ether wil komen. Ten eerste heb ik, met steun van de Tweede Kamer, Nozema gesplitst in een mastenbedrijf (NOVEC) en een dienstenbedrijf (Nozema Services). Ten tweede zijn er in en op basis van de Telecommunicatiewet (Tw) nadere regels gesteld met betrekking tot het medegebruik (hfdst 3, Tw) en de toegang (hfst 6a, Tw) tot antenne-opstelpunten, antennesystemen en antennes. Onder het medegebruikregime dienen aangewezen partijen te voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik. Komen zij onderling niet tot overeenstemming dan kan een geschil aan OPTA worden voorgelegd. Onder het toegangsregime kunnen door OPTA verplichtingen met betrekking tot transparantie, nondiscriminatie en tarieven etc. ex ante worden opgelegd. Maar uitsluitend aan partijen met een aanmerkelijke marktmacht en uitsluitend via de procedure van de marktanalyse als in hoofdstuk 6a Tw beschreven. Op deze wijze zijn mijns inziens de wettelijke kaders geschapen op basis waarvan OPTA de noodzakelijke maatregelen kan nemen om te zorgen voor een daadwerkelijk level playing field.

16

Bent u bereid, om een «level playing field» te garanderen en de NOS te sommeren om de aanbesteding uit te stellen of gaat u voor de sluiting van de bieding er voor zorgen dat er maatregelen worden genomen? Zo ja, welke maatregelen staan u voor ogen en per wanneer worden deze gerealiseerd?

Ik ben niet in de positie Publieke Omroep te sommeren de aanbesteding uit te stellen. De Publieke Omroep dient te voldoen aan de (aanbestedings)regels die ter zake gelden. Van belang vind ik dat alle geïnteresseerde partijen een faire kans hebben om mee te bieden. In de inleiding bij deze brief heb ik u reeds geïnformeerd dat Publieke Omroep de aanbestedingsprocedure heeft verlengd op mijn verzoek. In deze verlengde periode kan OPTA de ingediende geschillen beslechten, de marktanalyse afronden en zonodig aanvullende verplichtingen opleggen.

17

Is de splitsing van Nozema conform toezeggingen al geregeld. Zo ja, is er daarmee sprake van twee volstrekt onafhankelijke bedrijven? Kunt u aangeven hoe is verzekerd dat er toch geen zakelijke banden meer zijn of andere banden, dus volstrekt gescheiden bedrijven, administraties en bestuurlijke structuur, zonder «personele unies» in bestuursfuncties, Raden van Commissarissen of aandeelhouderschap? Zo nee, waarom niet?

De splitsing van Nozema heeft op 1 januari 2005 zijn effect gekregen. Per die datum is Nozema gesplitst in NOVEC (Nederlandse Opstelpunten voor Ethercommunicatie) B.V. en Nozema Services NV. Er is sprake van twee van elkaar onafhankelijke vennootschappen met ieder een eigen pand, een eigen bestuur en een eigen Raad van Commissarissen. Personele unies doen zich niet voor. De bedrijven hebben uitsluitend een aanbieder-klant relatie. De aandelen van NOVEC zijn voor 100% in het bezit van de Nederlandse Staat. De aandelen van Nozema Services zijn nog voor 59% in bezit van de Nederlandse Staat. Deze zullen zo spoedig mogelijk worden verkocht. Ik verwijs u naar mijn eerder aangehaalde brief van 15 oktober 2004.

18

Is verzekerd dat het mastenbedrijf zorgt voor volstrekt gelijke toegang voor alle marktpartijen, zonder voorkeur qua mogelijkheden of tarieven voor één of enkele partijen?

Ja, het mastenbedrijf stelt de ruimte op zijn masten non-discriminatoir en transparant ter beschikking aan marktpartijen die deze mastruimte primair willen gebruiken voor omroepdoeleinden.

19

Is mede op basis van bovenstaande wel sprake van marktwerking waarbij andere partijen dan Nozema eenzelfde uitgangspositie hebben als Nozema als het gaat om de aanbesteding van de zenderexploitatie voor de publieke omroep? Indien deze vraag niet voor 100 % bevestigend kan worden beantwoord, is het dan niet noodzakelijk de aanbesteding uit te stellen tot het moment waarop eerlijke concurrentie daadwerkelijk mogelijk is?

In aanvulling op mijn antwoord op vraag 15 meen ik dat de randvoorwaarden zijn gesteld om tot eerlijke concurrentieverhoudingen te komen. Dat betekent ook dat OPTA voldoende tijd moet hebben om de ingediende geschillen tijdig te beslechten. Om die reden heb ik de voorzitter van de raad van bestuur van Publieke Omroep verzocht de aanbestedingsprocedure te verlengen.

21

Herinnert u zich de vier toezeggingen uit het algemeen overleg van 3 november jl., gedaan door Minister van Economische Zaken a.i., de heer Zalm, ten aanzien van de aanbesteding van de publieke radiozenders aan een operator in de markt. Deze toezeggingen waren:

a. alle geschillen over prijs en toegang moeten zijn opgelost voor de aanbesteding;

b. Nozema moet zichzelf de zelfde prijs berekenen als aan de concurrenten;

c. het toegangsregime zou zo moeten worden aangepast dat er per definitie toegang is voor de concurrent tot de masten, en dat eventuele geschillen achteraf uitgevochten worden – zodat een alternatieve aanbieder in ieder geval kan leveren;

d. er zal een dusdanige constellatie bewerkstelligd moeten worden tijdens de aanbesteding, dat het feit dat de NOS aandeelhouder is geen positie van concurrentievervalsing oplevert. Noch de NOS, noch de Staat behoren zich hierbij (mede) te laten leiden door de positie van aandeelhouderschap, ook al zullen de aandelen in de loop van dit jaar worden verkocht.

Op welke wijze zal aan al deze toezeggingen worden voldaan? Kan een gedetailleerd antwoord hierop worden verkregen?

Hoewel deze toezegging niet letterlijk zo gedaan zijn volgens het verslag van het algemeen overleg (Kamerstukken 2004–2005, 24 095 en 29 800 XII, nr. 176) ga ik graag op de door u aangehaalde punten in.

a. Alle geschillen over prijs en toegang zouden moeten zijn opgelost voor de aanbesteding: ik neem aan dat wordt gedoeld op de passage in het verslag «Bij de aanbesteding zullen zodanige offerteperiodes gelden dat alle kwesties kunnen worden opgelost voordat de echte bieding begint». Ik heb eerder in deze brief aangegeven dat ik meen dat de kaders voor eerlijke concurrentievoorwaarden geschapen zijn. OPTA dient voldoende tijd te hebben om geschillen te beslechten en de marktanalyse af te ronden. Door de verlenging van de aanbestedingsprocedure heeft OPTA nu voldoende tijd om alle geschillen te beslechten en de marktanalyse af te ronden. Ik hecht eraan op te merken dat op partijen ook zelf de verantwoordelijkheid rust alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs van hen verwacht mag worden zodat de procedures niet langer duren dan strikt noodzakelijk. OPTA heeft hierin uiteraard ook een taak.

b. Nozema moet zichzelf dezelfde prijs berekenen als aan de concurrenten, anders is sprake van onderduiking: een dergelijke toezegging is niet gedaan. Nozema Services is niet verplicht zichzelf eenzelfde prijs te berekenen als de concurrenten. Nozema Services moet als gevolg van de Telecomwet (art. 3.11) redelijke verzoeken tot medegebruik honoreren en medegebruik ter beschikking stellen tegen een redelijke vergoeding. Als partijen daar geen overeenstemming over hebben kan een geschil aanhangig worden gemaakt bij OPTA. Indien OPTA na afronding van een marktanalyse concludeert dat er sprake van zou zijn dat Nozema Services een aanmerkelijke marktmacht heeft kunnen eventueel extra verplichtingen aan Nozema Services worden opgelegd.

c. Het toegangsregime zou zo moeten worden aangepast dat er per definitie toegang is voor de concurrent tot de masten en dat eventuele geschillen achteraf uitgevochten worden: Toegezegd is de bestaande regeling voor zendmasten te moderniseren. Recent is vooruitlopend op een wetswijziging door middel van een wijziging van het Besluit Medegebruik Omroepzendernetwerken duidelijk gemaakt dat onder verzoeken tot medegebruik ook moet worden verstaan een verzoek tot voorwaardelijk medegebruik. Dit wil zeggen een verzoek tot medegebruik onder de voorwaarde dat (in casu) de indiener van het verzoek de aanbesteding wint. In die zin is er ook per definitie toegang tot de masten. Eventuele geschillen kunnen door de OPTA (Telecommunicatiewet artikel 12.2 eerste lid) worden beslecht. Voor de medegebruiker is het essentieel om vooraf de voorwaarden en tarieven te kennen die voor medegebruik gelden om op basis daarvan te kunnen beslissen om wel of niet aan de aanbesteding deel te nemen en, zo ja, een complete bieding te kunnen doen.

d. Er zal een dusdanige constellatie bewerkstelligd moeten worden tijdens de aanbesteding, dat het feit dat de NOS aandeelhouder is geen positie van concurrentievervalsing oplevert: zie mijn antwoord op vraag 10.

22

Voorts de vraag hoe de aanbesteding moet worden gezien in het licht van de aangekondigde afschakeling van de analoge FM op een datum rond 2019. Hoewel de huidige aanbesteding voor (krap) vijf jaar geldt, zal een alternatieve aanbieder over vijf jaar uiteraard in het nadeel zijn, gelet op de dan nog resterende afschrijvingsperiode voor investeringen die dan moeten worden gedaan.

Ik heb geen inzicht in de afschrijvingstermijnen en de benodigde investeringen. Ik wijs er wel op – als al eerder in de antwoorden is aangehaald – dat naast de splitsing van Nozema in een mastenbedrijf en een dienstenbedrijf – de Telecommunicatiewet en het daarop gebaseerde toezicht ervoor zullen zorgen dat tot gelijke concurrentieverhoudingen kan worden gekomen. Overigens kan er niet aan voorbij gegaan worden dat het nieuw af te sluiten contract niet langer doorloopt dan tot september 2010. Per die datum verloopt de aan Publieke Omroep verstrekte concessie.

23

Kan inzicht worden gegeven in de feiten rondom de implementatieperiode? Uitstel van de aanbestedingstermijn (thans: 17 mei) zou op bezwaren stuiten gelet op de implementatieperiode van een half jaar, en de implementatiedatum van 1 januari 2006. Hoe kijken beide aanbieders in de markt aan tegen een eventuele verkorte implementatieperiode? Kan daarbij de betekenis van artikel 8.3 van de Telecomwet (waarin wordt geregeld dat de Nozema in geval van overschrijding van die datum verplicht is om te blijven doorgeven) worden betrokken?

Ik verwijs u naar de inleiding van deze brief. Ik heb begrepen dat Nozema Services aangegeven heeft dat zij bereid is om de dienstverlening aan Publieke Omroep op basis van de thans geldende voorwaarden te continueren bij verlenging van de contractperiode. Artikel 8.3 van de Telecommunicatiewet is hierbij als een vangnetconstructie te beschouwen.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), ondervoorzitter, Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Slob (ChristenUnie), Van den Brink (LPF), Duyvendak (GroenLinks), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Van Velzen (SP), Varela (LPF), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Egerschot (VVD), Jonker (CDA).

Plv. leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Hijum (CDA), Koenders (PvdA), Vos (GroenLinks), Joldersma (CDA), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Vacature (SP), De Ruiter (SP), Van As (LPF), De Haan (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Weekers (VVD), Van Dijk (CDA).

Naar boven