24 095
Frequentiebeleid

nr. 172
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2004

Bijgaand treft u ter informatie aan het advies dat ik van een commissie onder voorzitterschap van de heer Wolffensperger heb ontvangen inzake de toekomst van het frequentiebeleid1. Tevens treft u een evaluatie aan van de Nota Frequentiebeleid uit 1995 uitgevoerd door Twijnstra Gudde en begeleid door de commissie Wolffensperger1. In de begrotingen van Verkeer en Waterstaat (2002) en Economische Zaken (2003) is deze evaluatie aangekondigd.

De commissie heeft in de eerste fase de evaluatie, die door Twijnstra Gudde is uitgevoerd, begeleid. Kwaliteitsborging van de evaluatie stond hierbij centraal. In de tweede fase heeft de commissie op basis van de evaluatie én op basis van enkele andere recente onderzoeken een advies opgesteld.

De commissie doet een groot aantal aanbevelingen om tot verbeteringen in het frequentiebeleid te komen en adviseert mij een nieuwe Nota Frequentiebeleid te maken. Hoewel de doelstellingen van het frequentiebeleid tot dusver redelijk goed behaald zijn, is er naar de mening van de commissie reden om wat accenten te verleggen.

Het kabinet heeft op alle adviezen nog geen oordeel gereed, maar neemt de aanbeveling over om een nieuwe Nota Frequentiebeleid te maken. Ik stel u voor dat ik in de uitwerking van die nieuwe nota de kabinetsreactie op alle aanbevelingen verwerk.

Ik hoop u volgend jaar zomer de nieuwe nota te kunnen aanbieden.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven