24 095
Frequentiebeleid

nr. 161
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2004

Tijdens het Algemeen Overleg met de vaste Commissie voor Economische Zaken op 3 december 2003 over frequentiebeleid heb ik toegezegd de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk na 1 januari 2004 over een aantal onderwerpen nader schriftelijk te informeren.

Deze brief heeft de volgende indeling:

1. Financieel overzicht van Zero Base

2. Tarieven voor middengolfzenders

3. Zendmasten Midden-Utrecht

4. Nozema en Digitenne

5. Ontvangstklachten publieke omroepen

1. Financieel overzicht van zerobase

In de periode 1998–2003 is een totaal van ca. € 55 miljoen1 aan projectuitgaven gerealiseerd. Het onderstaande overzicht van de uitgaven voor zerobase, geeft de belangrijkste, geaggregeerde posten weer. Ik maak daarbij onderscheid tussen realisatie (de historische projectuitgaven) en prognose (raming van te verwachten uitgaven voor de periode 2004 en verder). Dit onderscheid moet worden gemaakt, omdat de nazorg voor de zerobase-operatie naar verwachting nog enige tijd en aanzienlijke middelen zal vergen. Op basis van de historische uitgaven en de huidige inzichten met betrekking tot de nazorg van zerobase, kan ik in een eerste voorzichtige raming aangeven dat het totaal-generaal van de zerobase-uitgaven uiteindelijk zal uitkomen op mogelijk ca.€ 75 miljoen.kst-24095-161-1.gif

Hieronder geef ik een toelichting op het overzicht.

Realisatie

De projectuitgaven kunnen worden gesplitst in directe projectuitgaven voor zerobase (ca. € 39 miljoen) en indirecte projectuitgaven voor overige frequentieprojecten (ca. € 16 miljoen). Ik heb dit onderscheid reeds toegelicht in mijn brief van 5 september 2003.

Bij de directe projectuitgaven maak ik onderscheid tussen drie soorten: a) uitgaven voor de zerobase-operatie die, ongeacht de verdelingsmethodiek, hoe dan ook zouden worden gedaan, b) uitgaven voor de radiofrequentieverdeling en het verdeelinstrument en c) uitgaven voor het zerobaseproject in het geheel.

Ter toelichting van de onvermijdelijke uitgaven vanwege de keuze om zerobase te onderzoeken en te gaan uitvoeren (a), noem ik hier de posten «technische implementatie», ca. € 18 miljoen, «technisch onderzoek», ca. € 2 miljoen en «internationale coördinatie», ca. € 0,8 miljoen. Dit zijn uitgaven voor de feitelijke invoering van de zerobase frequentieplanning, het technisch onderzoek en de internationale onderhandelingen die hieraan vooraf gingen, de vergoeding van de technische en niet-technische omschakelkosten voor de publieke omroep en de begeleiding van gemeenten bij het aanvragen en implementeren van milieu- en bouwvergunningen voor de zerobase-zenders.

Ter toelichting van de uitgaven die zijn gerelateerd aan de radiofrequentieverdeling en het verdeelinstrument (b), noem ik hier de post «veiling/vergelijkende toets», ca. € 7 miljoen. Het betreft hier ingewonnen externe adviezen, beleidsvoorbereidende werkzaamheden inzake het verdelingsinstrument, de ontwikkeling van een speciaal electronisch veilsysteem en de organisatie van een veiling c.q. de vergelijkende toets.

Drie posten, «algemeen», ca. € 8 miljoen, «Agentschap Telecom», ca. € 1,4 miljoen en «juridische zaken», ca. € 1,3 miljoen, zijn uitgaven ten behoeve van het gehele zerobase-project (c): projectmanagement, schadevergoedingen, algemene adviezen en aanvullende onderzoeken, juridische adviezen ten aanzien van de ministeriële regelingen en begeleiding door de landsadvocaat.

Prognose

Zoals ik hierboven reeds aangaf, moet rekening worden gehouden met een aantal aanvullende uitgaven. Ik geef een opsomming: reparatie van de ontvangstproblemen van landelijke en regionale publieke omroepen, juridische adviezen met betrekking tot lopende (en mogelijke nieuwe) juridische procedures, proceskosten, eventuele schadevergoedingen, optimalisatie van de lokale publieke omroep, uitbreidingsonderzoek voor de niet-landelijke commerciële omroep en algemene uitgaven voor inhuur, adviezen en aanvullend onderzoek door externe experts.

Het totaal van bovengenoemde posten op dit moment raam ik op ca. € 19,5 miljoen, waarmee het uiteindelijke totaal-generaal van de projectuitgaven mogelijk uitkomt op ca. € 75 miljoen. Hier wil ik nogmaals benadrukken dat de genoemde bedragen onzeker zijn; ze kunnen lager, maar zeker ook hoger uitvallen. Dit is voornamelijk afhankelijk van een aantal externe factoren, zoals bijvoorbeeld de oplossing van de ontvangstproblemen en uitspraken in een aantal lopende juridische procedures tegen de Staat.

Afronding

De netto opbrengsten1 (opbrengsten minus kosten) vormen uitgangspunt voor de voeding van het Fonds Economische Structuurversterking (FES), op basis van annuïteiten. Met andere woorden, de netto opbrengsten worden gebruikt om de Staatschuld te verminderen en het daarmee behaalde rentevoordeel komt ten goede van het FES.

2. Tarieven voor middengolfzenders

De inspanningen van het Agentschap Telecom op het gebied van toezicht ten aanzien van middengolfzenders zijn gelijksoortig aan de inspanningen ten aanzien van de FM-zenders. De opzet van de tarieven is dan ook gelijk. Tevens wordt benadrukt dat de kosten voor toezicht zijn verschuldigd vanaf het moment van vergunningverlening en ook moeten worden betaald door vergunninghouders die hun frequenties (nog) niet in gebruik hebben genomen. Het Agentschap Telecom houdt immers ook voor hen toezicht op het frequentiespectrum. Over de kosten voor Buma/Stemra (auteursrechten) en Sena (naburige rechten) wordt kortweg gemeld dat noch OCW noch EZ hier bemoeienis mee heeft.

3. Zendmasten Midden-Utrecht

In goed overleg en in constructieve samenwerking tussen de gemeenten IJsselstein, Lopik en Montfoort, de provincie Utrecht, Nozema en mijn ministerie is woensdag 14 januari 2004 een intentieverklaring getekend om een eind te maken aan de storingsklachten ten gevolge van de middengolf uitzendingen vanuit Lopik. De bereikte overeenstemming omvat een oplossing voor de korte termijn en lange termijn. De hoofdlijnen hiervan en de financiële afwikkeling worden op korte termijn in een convenant tussen Nozema en de regio vastgelegd. De oplossing voor de korte termijn houdt in dat het vermogen wordt gereduceerd waardoor de storingsklachten in de woonwijk Zenderpark (gemeente IJsselstein) worden verholpen. Bovendien zal de noordelijke mast die zich het dichtst bij de woonwijk bevindt, worden verwijderd. Op lange termijn wordt ernaar gestreefd om de AM zenders definitief uit de regio te plaatsen, of wordt de middengolf gedigitaliseerd, waardoor verplaatsing (vanwege de andere techniek met minder vermogen) niet meer noodzakelijk is.

Quality Radio (AM 1395) heeft een kort geding aangespannen om ondertekening van het convenant te verbieden. De reden hiervoor is dat uitvoering van het convenant de door Quality Radio gewenste terugkeer van AM 1395 naar Lopik onmogelijk lijkt te maken. De rechter heeft de ondertekening van het convenant enige tijd opgeschort. In dit tijdsbestek moeten betrokken partijen (Nozema, gemeente Lopik en de Staat) aan Quality Radio de argumenten op grond waarvan de AM 1395 niet meer kan terugkeren naar Lopik (grondiger) toelichten. Alle betrokken partijen gaan er vooralsnog nog steeds vanuit dat het convenant spoedig kan worden ondertekend om daarmee een punt te zetten achter deze slepende zenderproblematiek in Midden-Utrecht.

4. Nozema

Ten aanzien van de splitsing van Nozema in een dienstenbedrijf en een mastenbedrijf, zijn alle inspanningen erop gericht deze medio 2004 te realiseren.Voor het eerste kwartaal van 2004 betekent dit dat de intrekking van de ROZ Wet voorbereid wordt. Ik heb aan de intrekking voorwaarden verbonden:

– Nozema bereidt een businessplan voor ten behoeve van het dienstenbedrijf en een businessplan ten behoeve van het mastenbedrijf. Deze plannen dienen eind maart gereed te zijn;

– de concept-statuten worden geactualiseerd met name op het punt van aansturingsmogelijkheden mijnerzijds. Deze actualisering is vrijwel gereed, waarna de notaris deze in de goede vorm kan gieten;

– de mastendiscussie moet afgerond zijn. Dit vormt een lastig onderdeel. Ik heb daarover in de Kamer een uitspraak gedaan in die zin dat het gaat om de niet-dupliceerbare masten. De afronding is hopelijk binnen enkele weken gereed;

– er moeten nieuwe mensen aangezocht worden voor de Raad van Commissarissen en een statutair directeur. Daarnaast dienen twee kwartiermakers te worden aangetrokken voor het mastenbedrijf en het dienstenbedrijf.

Als bovenstaande zaken naar behoren zijn uitgewerkt en hierover besluitvorming heeft plaatsgevonden, kan in april 2004 de ROZ Wet worden ingetrokken. De feitelijke splitsing kan dan spoedig zijn afgerond.

5. Ontvangstklachten publieke omroepen

Onderstaand wordt beknopt ingegaan op de voortgang van de implementatie van de al dan niet geïdentificeerde oplossingen voor de ontvangstklachten.

Voortgangsrapportage

Zoals al eerder aan de Tweede Kamer gemeld, onderscheid ik twee fasen in het oplossen van de ontvangstproblemen. Fase 1 zijn de problemen die schriftelijk zijn aangemeld bij het Agentschap Telecom vóór 4 juli 2003 en ten aanzien waarvan is afgesproken dat deze als eerste zouden worden afgehandeld. Problemen die ná 4 juli 2003 zijn aangemeld bij het Agentschap Telecom vormen fase 2. Ten aanzien van de problemen in deze fase 2 dient te worden opgemerkt dat de omvang van de problemen geringer lijkt door de relatief kleinere aantallen potentiële luisteraars die hierdoor worden getroffen, zij het dat zij in aantal (vergeleken met fase 1) groter zijn.

Fase 1

De in het Algemeen Overleg van 3 december 2003 aan u gememoreerde aanpak om de steunzenders in bedrijf te stellen zonder eerst de uitkomst van de coördinatie van de bijbehorende frequentie met het buitenland (voornamelijk Duitsland) af te wachten, is inmiddels uitgevoerd. Van belang is om hierbij aan te tekenen dat de Publieke Omroep, na door haarzelf uitgevoerde metingen, heeft aangegeven dat voor haar de in werking zijnde steunzenders een acceptabele oplossing vormen. Eveneens van belang om aan te tekenen is dat in principe de uitkomst van de definitieve coördinatie negatief kan zijn, met als gevolg dat de (overigens geringe) kans bestaat dat de steunzender weer buiten gebruik moet worden gesteld. Fase 1 bestond uit 28 problemen (inclusief 2 betreffende Omrop Fryslân); inmiddels zijn er hiervan 20 opgelost, 5 nog niet opgelost en de verdere afhandeling van 3 problemen is doorgeschoven naar fase 2.

Fase 2

Deze fase behelst de problemen die zijn aangemeld ná 4 juli 2003. Het gaat hier om nog eens 46 problemen (inclusief de 3 problemen uit fase 1 waarvan de afhandeling is doorgeschoven naar fase 2). Hiervan zijn er inmiddels 10 opgelost, zodat er nog 36 problemen resteren. De door mij ingestelde Stuurgroep zal op 1 juni 2004 voor deze 36 problemen een oplossing geïdentificeerd hebben, voorzover een oplossing haalbaar en mogelijk is. Implementatie van de geïdentificeerde oplossingen zal dan zo spoedig mogelijk daarna worden uitgevoerd.

In het Algemeen Overleg van 3 december 2003 heb ik aangegeven dat ook de commerciële omroepen hierbij betrokken zouden worden om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren en om aanvullende oplossingen (anders dan steunzenders) mogelijk te maken.

Hierbij dient vooral gedacht te worden aan verplaatsingen van zenders, aanpassing van uitgezonden vermogen en herconfiguratie van hoge opstelpunten. Inmiddels is hiertoe een Technische Werkgroep in het leven geroepen. Hierin zijn zowel de publieke als de commerciële omroepen vertegenwoordigd, alsmede het Agentschap Telecom dat tevens voorzitter is.

Omrop Fryslân

Ten aanzien van Omrop Fryslan kan opgemerkt worden dat de Staat, na de kort geding procedure bij de civiele rechter, ook in de door Omrop Fryslân gevraagde voorlopige voorziening van 15 december 2003 bij de bestuursrechter in het gelijk is gesteld door de rechter. Zoals reeds eerder gemeld, zijn de problemen met Omrop Fryslan geanalyseerd en kunnen opgelost worden door het plaatsen van twee steunzenders, alsmede door het optimaliseren van het antennepatroon van de hoofdzender in Smilde. Inmiddels is het Agentschap Telecom in gesprek met Omrop Fryslân over de volgende te nemen stappen die de ontstane impasse moeten helpen oplossen.

Ontvangeronderzoek

De oplossing van de ontvangstproblematiek van de publieke omroepen wordt ook aangepakt door het geven van adviezen aan de «ontvangerkant» en door goede voorlichting en communicatie aan de burgers.

In dat kader heeft het Agentschap Telecom een vooronderzoek naar eigenschappen van FM ontvangers uitgevoerd. Doel van dit onderzoek was om de te testen relevante eigenschappen van FM ontvangers in kaart te brengen en een eerste indicatie te verkrijgen over de aan FM ontvangers te stellen eisen. Op grond van dit vooronderzoek wordt aanbevolen om aanvullende metingen te verrichten en deze, waar mogelijk, te objectiveren. De slotconclusie van het rapport is om het aanvullend onderzoek naar FM ontvangers in overleg met marktpartijen, zoals de publieke en commerciële omroepen en consumentenorganisaties, uit te besteden aan één van de Nederlandse testinstituten. Dit is thans in voorbereiding. De uiteindelijke resultaten zullen dan worden omgezet in een brochure voor de luisteraars.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst


XNoot
1

In het Algemeen Overleg met de Kamer op 3 december 2003 inzake het frequentiebeleid is een bedrag van ca. € 65 miljoen genoemd. Het verschil van ca. € 10 miljoen, laat zich verklaren door het deel van de vergoeding van de technische omschakelkosten aan de publieke omroep dat, in tegenstelling tot eerdere verwachtingen, in 2004 met Nozema en de publieke omroep wordt verrekend.

XNoot
1

De opbrengsten bedragen circa € 330 miljoen.

Naar boven