nr. 10
NADER GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN HET LID OUDKERK TER VERVANGING
VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 9
Ontvangen 2 november 1995
De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:
I
Aan de beweegreden wordt een overweging toegevoegd, luidende:
dat het voorts wenselijk is de inkomensgrens voor AOW-gerechtigden te
verhogen tot f 38 300;.
II
Na artikel II worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
In artikel 3, eerste lid, onder c, van de Ziekenfondswet wordt «f
30 500» telkens vervangen door: f 38 300.
ARTIKEL IIB
De ingevolge artikel IIA gewijzigde bedragen blijven tot de eerste dag
van de tweede kalendermaand na die waarin dat artikel in werking is getreden,
buiten beschouwing voor de vaststelling van de verzekeringsplicht van AOW-gerechtigden.
III
Artikel III wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de tekst wordt het cijfer «1» geplaatst.
B. In de eerste volzin van het eerste lid wordt na «treedt»
ingevoegd: , met uitzondering van de artikelen IIA en IIB, die in werking
treden met ingang van 1 januari 1996,.
C. Een tweede lid wordt toegevoegd, luidende:
2. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven
na 30 december 1995, treden de artikelen IIA en IIB in werking gelijktijdig
met de overige bepalingen.
Toelichting
Via dit amendement wordt de inkomensgrens Ziekenfondswet voor AOW-gerechtigden
verhoogd. Om dit effect gescheiden te houden van de oorspronkelijke doelstellingen
van het wetsvoorstel waarin in artikel IA waarin wijziging van artikel 3 lid
1 onderdeel c van de Ziekenfondswet met terugwerkende kracht tot 1 juli 1994
wordt gerealiseerd, wordt een apart artikel IIA voorgesteld.
Om de uitvoeringsorganisaties meer tijd te geven bij verhoging van de
inkomensgrens per 1-1-1996 wordt artikel IIB toegevoegd waarbij de uitvoeringsorganisaties
ten minste één maand extra tijd hebben na invoering van het
wetsvoorstel om de verzekeringsplicht te toetsen.
Voor verhoging van de inkomensgrens Ziekenfondswet voor AOW gerechtigden
is gekozen omdat veel ouderen worden geconfronteerd met onacceptabele premieverschillen
en een onevenredig groot deel van hun besteedbaar inkomen moeten betalen voor
een ziektekostenverzekering. Gekozen wordt voor een bedrag dat uitgaat van
pensioenregeling gebaseerd op 70% van de loongrens en AOW-franchise van 10/7
van het AOW pensioen, zoals door de Ziekenfondsraad in de evaluatie Wet Van
Otterloo in voorbeeld 1 is aangegeven. Deze keuze betekent een eenvoudige
aanpassing voor komende jaren bij aanname van wetsvoorstel 24 475; keuze
voor toepassing van de netto-netto-koppeling zou jaarlijks ingewikkelder aanpassing
vereisen. Materieel wordt ongeveer hetzelfde bereikt.
De financiële achteruitgang voor alleenstaanden ten gevolge van overgang
naar de particuliere verzekering wordt met dit amendement grotendeels opgelost.
Bij hanteren van de voorgestelde grens wordt het verschil tussen te betalen
ziekenfondspremie en particuliere premie en daarmee de achteruitgang in koopkracht
bij overgang naar de particuliere verzekering fors verkleind.
Voor 1996 zou dit amendement een inkomensgrens voor AOW gerechtigden betekenen
van f 38 300 per jaar, berekend volgens de in wetsvoorstel 24 475
gehanteerde aanpassingssystematiek.
Oudkerk