24 093
Wijziging van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met uitbreiding van de personele werkingssfeer van de Ziekenfondswet met een bepaalde categorie van AOW-gerechtigden alsmede de samenstelling van de Ziekenfondsraad

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met uitbreiding van de personele werkingssfeer van de Ziekenfondswet met een bepaalde categorie van AOW-gerechtigden alsmede de samenstelling van de Ziekenfondsraad.

De toelichtende memorie die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

20 februari 1995

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is personen van 65 jaar of ouder, die een verzekeringsplichtig inkomen hebben dat niet meer bedraagt dan f 30 500, en die een partner hebben die geen pensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet ontvangt, op te nemen in de verplichte ziekenfondsverzekering; dat het wenselijk is de toenemende omvang van de categorie van ouderen in zowel de samenleving als in de verplichte verzekering ingevolge de Ziekenfondswet tot uitdrukking te brengen in de samenstelling van de Ziekenfondsraad;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

A

Artikel 3, eerste lid, onder c, van de Ziekenfondswet wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «uitkering» vervangen door: pensioen.

2. Onder ten eerste wordt «voor zover deze uitkering» vervangen door: indien dit pensioen.

3. Onderdeel ten tweede wordt vervangen door:

2e. ingevolge artikel 9, eerste lid, onder b, van de Algemene Ouderdomswet, indien dit pensioen, vermeerderd met zijn inkomsten uit of in verband met het verrichten van arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven, op jaarbasis niet meer bedraagt dan f 30 500 en de echtgenoot van betrokkene eveneens een pensioen ontvangt ingevolge dat artikelonderdeel dat, vermeerderd met diens inkomsten uit of in verband met het verrichten van arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven, op jaarbasis niet meer bedraagt dan f 30 500, dan wel geen zodanig pensioen ontvangt.

B

Artikel 51 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «zevenendertig leden» vervangen door: achtendertig leden.

2. In het derde lid, laatste volzin, wordt «Twee leden» vervangen door: Drie leden.

ARTIKEL II

In artikel 48, tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt in de voorlaatste volzin «elk van beide leden van de groepering» vervangen door: elk van de leden van de groeperingen.

ARTIKEL III

Artikel I, onderdeel A, van deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 1994. Artikel I, onderdeel B, en artikel II treden in werking met ingang van 15 april 1995.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven