nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
goedkeuring van het op 5 november 1992 te Straatsburg tot stand gekomen Europees
Handvest voor streektalen of talen van minderheden (Trb. 1993, 1 en 199).
De toelichtende memorie (en bijlagen) die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
20 februari 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 5 november 1992 te Straatsburg
tot stand gekomen Europees Handvest voor streektalen of talen van minderheden
ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal
behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 5 november 1992 te Straatsburg tot stand gekomen Europees Handvest
voor streektalen of talen van minderheden, waarvan de Engelse en Franse tekst
is geplaatst in Tractatenblad 1993, 1 en de vertaling in het Nederlands in
Tractatenblad 1993, 199, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
De Minister van Buitenlandse Zaken,