24 091
Wijziging van de Wet individuele huursubsidie en wijziging van de wet van 21 juni 1989 tot aanpassing van de Wet individuele huursubsidie naar aanleiding van de voorstellen van de commissie tot vereenvoudiging van de loonbelasting en de inkomstenbelasting

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID DUIVESTEIJN

Ontvangen 2 mei 1995

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: Aan artikel I wordt een onderdeel F toegevoegd, luidende:

F

Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onder aanduiding van het vierde lid als vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

4. De in artikel 16 genoemde maximum-bedragen gelden niet ten aanzien van de huurder, aan wie de in deze wet genoemde bijdrage eerder met inachtneming van artikel 16 is verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten van dezelfde woning, zolang de huurder na de laatste verstrekking die met inachtneming van artikel 16 is geschied, aan de overige bepalingen voor verstrekking van een bijdrage is blijven voldoen.

2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «eerste, tweede of derde lid» telkens vervangen door: eerste, tweede, derde of vierde lid.

Toelichting

In dit amendement gaat het erom dat huishoudens die in een woning zitten welke als gevolg van de toegepaste huurverhogingen boven de 963 gulden uitkomen hun recht op huursubsidie blijven behouden. Thans valt voor deze mensen de huursubsidie weg met als gevolg dat zij hals over kop moeten verhuizen omdat de huur niet meer is op te brengen. Door het vrije huurbeleid zullen meer huishoudens dan ooit uit de individuele huursubsidie «gejaagd» worden. Ik acht dit niet aanvaardbaar. In mijn voorstel blijft het recht op huursubsidie bestaan, zij het dat deze niet boven een maximaal uit te keren bedrag zal kunnen uitkomen.

Duivesteijn

Naar boven