nr. 16
AMENDEMENTEN VAN HET LID VAN HEEMST
Ontvangen 30 januari 1996
De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:
I
In artikel 1.1, tweede lid, wordt «10.1 en 10.2,» vervangen
door: 10.1, 10.2 en 11.2a, derde lid,.
II
Na artikel 11.2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 11.2a
1. Onze Minister draagt zorg voor de instelling van een commissie van
drie externe deskundigen die onderzoek doet naar het feitelijk verloop van
de eenmalige kosten die verbonden zijn aan de overgang van personeel en voorzieningen
van de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland naar de provincie Rotterdam.
2. De voorzitter van de commissie wordt benoemd door Onze Minister. De
leden worden op voordracht van de provincie Zuid-Holland onderscheidenlijk
de gemeente Rotterdam, benoemd door Onze Minister.
3. De commissie brengt binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze
wet aan Onze Minister verslag uit over het feitelijk verloop van de kosten
bedoeld in het eerste lid, en doet daarbij aanbevelingen voor een redelijke
verdeling van die kosten over de gemeente Rotterdam, de provincie Zuid-Holland
en het Rijk.
4. Binnen drie maanden neemt Onze Minister op basis van het verslag een
besluit over de verdeling van de kosten, bedoeld in het eerste lid.
5. Alvorens het besluit, bedoeld in het vierde lid, wordt genomen wordt
de inhoud daarvan schriftelijk medegedeeld aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
Toelichting
Met dit amendement wordt bereikt dat een nadere analyse beschikbaar komt
van de eenmalige kosten die met de instelling van de provincie Rotterdam zijn
gemoeid, zodat op basis van deze bevindingen te zijner tijd een verdeling
van deze kosten is te maken. Ook het rijk zal hiervan een redelijk deel moeten
dragen.
Van Heemst