24 077 Drugbeleid

Nr. 396 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2017

Hierbij stuur ik u drie onderzoeksrapporten die onlangs zijn afgerond over de risico’s van ecstasygebruik. In mijn Beleidsvisie Drugspreventie, die ik uw kamer in november 2015 toestuurde (Kamerstuk 24 077, nr. 357), beschreef ik mijn zorgen over de normalisering van het drugsgebruik, vooral in het uitgaansleven. Ik heb toen onder meer de uitvoering van deze onderzoeken aangekondigd, om meer zicht te krijgen op de factoren die een rol spelen bij gezondheidsschade door ecstasygebruik.

De onderzoeken betreffen:

  • 1) Een analyse van ruim 600 ernstige intoxicaties zoals geregistreerd binnen de Monitor Drugsincidenten van het Trimbos-instituut1;

  • 2) Dossieronderzoek van het Trimbos-instituut samen met het Nederlands Forensisch Instituut naar ecstasy-gerelateerde sterfgevallen2;

  • 3) Interviews met drugsgebruikers kort nadat zij acute medische hulp hadden ontvangen voor een incident samenhangend met ecstasygebruik3.

De uitkomsten bevestigen dat ecstasy bepaald geen onschuldig middel is. Het gebruik van ecstasy blijkt bij naar schatting 1 op de 250 personen tot een acute medische hulpvraag te leiden. Hulpvragers lijken zich daarvoor te schamen en willen er niet graag over praten: er lijkt een taboe te liggen op de negatieve ervaring met ecstasy.

De sterfte gerelateerd aan ecstasy bedraagt enkele gevallen per jaar, waarbij de doodsoorzaak vooral oververhitting is. Daarbij gaat het vrijwel altijd om gezonde personen, zonder al bestaande kwalen.

De onderzoekers concluderen dat preventiemaatregelen nodig blijven, maar dat deze het optreden van ernstige en zelfs fatale incidenten niet kunnen uitsluiten.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven