24 077 Drugbeleid

Nr. 388 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2016

Mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie bied ik u hierbij het rapport «Risicobeoordeling 4-fluoramfetamine (4-FA)» van de Coördinatiecommissie Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM) aan1.

De belangrijkste aanbeveling die het CAM op basis van de uitkomsten van de risicobeoordeling doet is om 4-fluoramfetamine onder de werking van de Opiumwet te brengen en op lijst I te plaatsen. Ik neem dit advies over en heb de procedure tot wijziging van de Opiumwet op dit punt reeds in gang gezet. Wanneer deze procedure verloopt zoals gebruikelijk zal het verbod op 1 april 2017 van kracht zijn.

Toelichting procedure en uitkomsten risicobeoordeling

Het CAM is een onafhankelijke, multidisciplinair samengestelde commissie van drugsexperts, die secretarieel wordt ondersteund door het RIVM. Het CAM heeft op mijn verzoek een risicobeoordeling gemaakt van het gebruik van 4-FA, naar aanleiding van berichten over ernstige incidenten afgelopen zomer.

De commissie beoordeelt de risico’s van een psychoactieve stof op vier domeinen: de risico’s voor de individuele gezondheid, de volksgezondheid, de openbare orde en veiligheid en criminele betrokkenheid.

Wat beide laatst genoemde domeinen betreft zijn de risico’s gering: zo leidt het gebruik van 4-FA niet tot agressie en is door de legale status van het middel de criminele betrokkenheid beperkt.

Met name het risico op acute toxiciteit blijkt aanzienlijk: effecten als ernstige hoofdpijnen, schadelijke invloed op hart en bloedvaten, evenals hersenbloedingen zijn aangetoond. Gezien daarnaast de stijgende populariteit van het gebruik van 4-FA, vooral in het uitgaansleven, en de gemakkelijke verkrijgbaarheid van het middel acht de commissie maatregelen wenselijk om het gebruik van 4-FA te ontmoedigen. Zij stelt voor 4-FA op lijst I van de Opiumwet te plaatsen, extra inspanningen te plegen om gebruikers te informeren over de risico’s van gebruik en het gebruik en de risico’s van 4-FA te blijven monitoren.

Alle drie de adviezen neem ik over. De procedure voor een verbod op 4-FA heb ik in gang gezet. Het Trimbos-instituut en het Bonger-instituut van de Universiteit van Amsterdam gaan gezamenlijk onderzoeken hoe (potentiële) gebruikers beter met voorlichting kunnen worden bereikt. Tot slot zal ik de ontwikkelingen via de reguliere instrumenten als de Monitor Drugs Incidenten, het DIMS en het CAM nauwkeurig blijven volgen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven