24 077 Drugbeleid

Nr. 333 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2014

Tijdens de regeling van werkzaamheden op 14 oktober jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 13) heeft het Kamerlid Pechtold verzocht om «een brief waarin de Kamer wordt geïnformeerd over de gevolgen voor de Nederlandse grensregio’s van het nieuwe drugsbeleid van de regering van België, waarin bezit van cannabis wordt verboden». Gevraagd is om hierbij aandacht te besteden aan de verwachte effecten in Nederland en de maatregelen die Nederland hiervoor gaat treffen.

Ik heb kennis genomen van de berichten over het nieuwe drugsbeleid in België en overleg geregeld met mijn ambtsgenoot in België over de bestrijding van drugscriminaliteit. Met mijn ambtsgenoten in Frankrijk, Luxemburg en België werk ik momenteel aan een Actieprogramma waarin we de samenwerking op dit gebied nog meer zullen intensiveren. Dit programma zal later dit jaar gereed zijn.

Het bestrijden van drugsgerelateerde criminaliteit en overlast waaronder het weren van drugstoeristen uit coffeeshops is een prioriteit van de Nederlandse regering. Overlast en criminaliteit die verband houden met coffeeshops en de handel in verdovende middelen op straat worden door de verschillende partners stevig aangepakt en deze aanpak wordt de komende tijd onverminderd voortgezet. Zeker in de grensregio’s is voor deze vorm van overlast en criminaliteit specifiek aandacht bij de gemeenten, politie, het OM en de KMAR. Aanscherping in het Belgische beleid heeft geen gevolgen voor deze aanpak.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven