24 077
Drugbeleid

nr. 237
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, VAN JUSTITIE EN VOOR JEUGD EN GEZIN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2009

Hierbij bieden wij u het advies aan van de Adviescommissie Drugsbeleid, getiteld «Geen deuren maar daden». Het advies treft u aan als bijlage 1.1

Met het uitbrengen van dit advies heeft de commissie voldaan aan de opdracht ons te adviseren of een herijking van (onderdelen van) het Nederlandse drugsbeleid aangewezen is en op basis van de gevormde inzichten in de vorm van scenario’s aanbevelingen te doen aan de Nederlandse regering voor een vanuit breed sociaal-maatschappelijk, nationaal en internationaal perspectief toekomstbestendig Nederlands drugsbeleid.

De commissie constateert dat, hoewel het Nederlandse drugsbeleid goed voldoet op doelstellingen als beperking van de schade voor de gezondheid van de gebruikers, er op belangrijke punten sprake is van forse problemen. Om die op te lossen is het beleid dringend toe aan wijziging.

De commissie noemt zes hoofdpunten:

1. Aandacht voor jongeren. Het gebruik van drugs en alcohol door minderjarigen moet veel sterker dan nu worden tegengegaan. Ook is het van belang dat met name kwetsbare jongeren tegen de ontwikkeling van met gebruik van deze middelen samenhangend probleemgedrag en tegen sociale marginalisering worden beschermd.

2. De coffeeshops zullen terug moeten naar waar ze oorspronkelijk voor bedoeld waren: verkooppunten voor de lokale gebruikers (teneinde een scheiding van de markt voor soft- en harddrugs te bewerkstelligen). Hiervoor schetst de Commissie een aantal ontwikkelopties.

3. De ontwikkeling op de illegale drugsmarkten en de daaraan gekoppelde bedreiging van de samenleving door de georganiseerde misdaad, vraagt om een sterkere meer consequente en breder ingezette bestrijding.

4. Het drugsbeleid dient permanent te worden gemonitord en er dient systematischer te worden gehandhaafd en geleerd. Dit vereist een duidelijker en meer alerte integrale politieke sturing en een daartoe geëquipeerde autoriteit.

5. De veelheid aan lokale initiatieven om te komen tot een vorm van regulering van aanvoer in besloten coffeeshops vereist een landelijk beleidskader en een systematische vorm van wetenschappelijke evaluatie.

6. De commissie stelt vragen bij de houdbaarheid van de huidige systematiek in de Opiumwet (twee lijsten) en beveelt nader onderzoek aan naar een wetswijziging, die uitgaat van één lijst.

Om het advies (en de drugsnota) zoveel mogelijk met feiten te ondersteunen zijn door het kabinet diverse onderzoeken uitgezet. Ook de uitkomsten daarvan bieden wij u hierbij aan.1 Het betreft de Evaluatie van het Nederlandse drugsbeleid door het Trimbos/WODC, De ranking van middelen door het RIVM en Risicoschatting van cannabis door het CAM. Deze rapporten zijn ook gebruikt door de adviescommissie bij het opstellen van het rapport.

De adviescommissie drugsbeleid stelt verregaande wijzigingen in het drugsbeleid voor. Wij zijn voornemens de adviezen en de consequenties van het rapport te bespreken in een hoofdlijnenbrief drugsbeleid. In deze brief zullen wij op basis van het advies én de onderliggende rapporten, de richting aangeven die het kabinet voorstaat met het drugsbeleid.

Na overleg met de Tweede Kamer over deze hoofdlijnen, zijn wij voornemens deze hoofdlijnen uit te werken in een concreet actieplan. De hoofdlijnenbrief drugsbeleid zal conform toezegging begin september naar de Tweede Kamer worden gezonden.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven