24 077
Drugbeleid

nr. 225
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2008

Tijdens het hoofdlijnendebat over het drugsbeleid op 6 maart van dit jaar (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 60, blz. 4213–4238 en blz. 4240–4268) zijn uw kamer een nieuwe interdepartementale nota drugsbeleid, een drugspreventienota, een evaluatie van het drugsbeleid, een onderzoek naar de relatieve risico’s van drugs, een risicoanalyse van cannabis en een onderzoek naar de mogelijkheden om de kosten en baten van het gedoogbeleid inzichtelijk te maken, toegezegd. Met deze brief wil ik u, mede namens de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties informeren over de uitwerking en het tijdspad van deze voornemens.

Evaluatie

Met betrekking tot de evaluatie van het drugsbeleid heb ik de kanttekening gemaakt dat een uitgebreide, diepgravende analyse van 30 jaar gedoogbeleid niet mogelijk is. Immers, een nulmeting ontbreekt en er zijn veel niet meetbare factoren van invloed geweest op de drugsproblematiek. Daarom worden de resultaten zoveel mogelijk geanalyseerd aan de hand van bestaande onderzoeksgegevens en zal de Nederlandse situatie worden geplaatst in internationaal perspectief. Gezien het grote aantal uiteenlopende maatschappelijke en beleidsmatige aspecten dat hierbij aan de orde is, hebben de minister van Justitie en ik twee instituten gevraagd de evaluatie gezamenlijk uit te voeren; het Trimbos-instituut en het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie.

Ik streef ernaar de evaluatie voor de zomer van 2009 af te ronden en te verzenden naar de Tweede Kamer.

Naast deze evaluatie wordt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid verzocht een visie uit te brengen met betrekking tot het drugsbeleid in een toekomstgericht perspectief. Deze visie zal mede worden gebaseerd op de uitkomsten van de evaluatie van het drugsbeleid en zal samen met de evaluatie de opmaat vormen naar een nieuwe drugsnota.

Drugsnota en drugspreventienota

Op basis van de evaluatie van het drugsbeleid en de visie van de WRR stelt het kabinet een nieuwe interdepartementale nota op over het drugsbeleid. Deze nota zal onder andere ingaan op preventie, harmreduction, zorg, aanpak van drugscriminaliteit en overlastbestrijding.

Naast een nieuwe interdepartementale drugsvisie heb ik tijdens het hoofdlijnendebat aangeven een aparte drugspreventienota te ontwikkelen. Omdat drugspreventie echter niet los kan worden gezien van de visie op het drugsbeleid, zal deze deel gaan uitmaken van de interdepartementale drugsnota. Dit betekent dat ik dit najaar geen aparte drugspreventienota naar de Tweede Kamer zal sturen. Het kabinet streeft ernaar om de interdepartementale drugsnota in het voorjaar 2010 naar de Tweede Kamer te sturen.

Onderzoek

Het toegezegde onderzoek naar de relatieve schadelijkheid van de verschillende soorten drugs en de specifieke risicoanalyse van cannabis worden dit najaar uitgevoerd door het RIVM en het CAM. Ik streef ernaar om de Tweede Kamer komend voorjaar over de uitkomsten hiervan te informeren.

Kosten en baten

Minister Ter Horst heeft naar aanleiding van vragen van de leden Azough en Van Velzen tijdens het hoofdlijnendebat aangegeven te bezien of het mogelijk is de kosten en de baten van het Nederlands gedoogbeleid op een rij te zetten. Voorwaarde van minister Ter Horst daarbij was, dat dit niet al te veel inspanning zou kosten. De kosten en de baten van het Nederlands gedoogbeleid blijken echter niet eenvoudig inzichtelijk te maken; de kosten van die inspanning lijken niet op te wegen tegen de baten. Een kosten-batenanalyse zal ook geen onderdeel uitmaken van de evaluatie.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven