24 061
Invoeging van de titels 7 en 12 in Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

In de inleidende opmerkingen van de memorie van toelichting bij de Invoeringswet Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, tweede gedeelte (Kamerstukken II 1986/87, 19 979, nr. 3) onder 5, is toegezegd de wet inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Wet van 14 juni 1989, Stb. 241) en de wet regeling beperking van aansprakelijkheid van eigenaren van binnenschepen (Wet van 14 juni 1989, Stb. 239) tegelegenertijd in te voegen in Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek. Met de onderhavige wet wordt aan die toezegging gevolg gegeven.

ARTIKEL I

Wijzigingen in Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 110, tweede lid

Verwezen wordt naar de titels waarin volgens het onderhavige voorstel van wet de beperking der aansprakelijkheid wordt geregeld.

Artikel 217, eerste lid

De vorderingen ten aanzien waarvan beperking mogelijk is, worden opgesomd in artikel 752.

Artikel 372 en 518, tweede lid

Verwezen wordt naar de titels waarin volgens het onderhavige voorstel van wet de beperking der aansprakelijkheid wordt geregeld.

Titel 7

Inleidende opmerking

Bij deze titel is niet een geheel nieuwe memorie van toelichting ontworpen. De wet van 14 juni 1989, Stb. 241 is immers, behoudens enkele hierna afzonderlijk toe te lichten wijzigingen, ongewijzigd overgenomen, zodat volstaan kan worden met verwijzing naar de bij deze wet behorende Kamerstukken II, 1986/87, 19 768, nr. 3.

Artikel 750, tweede lid

Artikel 740a Wetboek van Koophandel bepaalt uitdrukkelijk dat onder reder de eigenaar wordt verstaan; dit volgt reeds uit artikel 10 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek zodat herhaling hier slechts tot verwarring zou leiden.

Artikel 750, vierde lid

1. Artikel 740a Wetboek van Koophandel bepaalt uitdrukkelijk dat zij een schip in aanbouw niet als schip aanmerkt; een dergelijke bepaling is niet meer noodzakelijk nu hetzelfde reeds volgt uit artikel 1 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek. Het van stapel lopende schip valt niet onder de in artikel 1 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek gegeven definitie, zodat het, nu men ook met betrekking tot een dergelijk schip beperking van aansprakelijkheid kent, noodzakelijk was het uitdrukkelijk te noemen.

2. Naast de artikelen 106 en 107 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft het vijfde lid van artikel 740a Wetboek van Koophandel geen zin meer.

Artikel 753, eerste lid, onder d

Artikel 1 van de Wet houdende regelen inzake wettelijke aansprakelijkheid van exploitanten van nucleaire schepen (Wet van 24 oktober 1973, Stb. 536) spreekt van «exploitant» niet van «reder».

Artikel 755, tweede lid

Evenals in het huidige artikel 740f, tweede lid, van het Wetboek van Koophandel wordt ook in het voorgestelde artikel voorzien in de mogelijkheid om voor schepen met een geringer tonnage dan 300, voor zover zij blijkens hun constructie uitsluitend of in hoofdzaak zijn bestemd tot het vervoer van personen, bij algemene maatregel van bestuur een lagere limiet vast te stellen. Het Besluit van 19 februari 1990, Stb. 97 ter uitvoering van artikel 740f, tweede lid, van het Wetboek van Koophandel komt thans te vervallen en wordt vervangen door een nieuw besluit ter uitvoering van artikel 755, tweede lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, dat overigens inhoudelijk identiek is aan het eerstgenoemde besluit.

Artikel 827, eerste lid

De vorderingen ten aanzien waarvan beperking mogelijk is, worden opgesomd in artikel 1062.

Artikelen 891 en 983

Verwezen wordt naar de titels waarin volgens het onderhavige wetsvoorstel de beperking der aansprakelijkheid wordt geregeld.

Titel 12

Inleidende opmerking

Bij deze titel is geen nieuwe memorie van toelichting ontworpen. De Wet van 14 juni 1989, Stb. 239 is reeds geënt op het Verdrag van Straatsburg van 4 november 1988 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (Trb. 1989, 43) (hierna te noemen CLNI-verdrag). Men vergelijke hieromtrent de memorie van toelichting bij de goedkeuringswet van genoemd Verdrag. Behoudens enkele hierna afzonderlijk toe te lichten wijzigingen, is de Wet van 14 juni 1989, Stb. 239 (artikelen 951a–951g van het Wetboek van Koophandel) ongewijzigd overgenomen, zodat volstaan kan worden met verwijzing naar de bij genoemde wet behorende Kamerstukken II, 1986/87, 19 770, nr. 3.

Artikel 1060, vijfde lid

1. Hoewel de definitie van het begrip «schip» in het CLNI-verdrag niet uitsluit dat hieronder ook een schip in aanbouw wordt begrepen, dient te worden bedacht dat een zodanig schip geen aan de binnenvaart inherente risico's schept. Uit genoemd verdrag (artikel 2) volgt bovendien dat in het algemeen die vorderingen vatbaar zijn voor beperking van aansprakelijkheid, die zijn ontstaan in rechtstreeks verband met de exploitatie van het schip. Bij een schip in aanbouw is hiervan geen sprake. Van het ogenblik af echter dat de stapelloop begint, schept het binnenschip de risico's die aan een schip eigen zijn en in afwijking van artikel 1 van dit Boek, dat «drijven» als criterium voor het schip-zijn aanneemt, stelt het onderhavige wetsvoorstel dan ook dit ogenblik vast voor het einde van de periode van aanbouw.

Eén en ander overigens geheel analoog aan het zeerecht.

2. Naast de artikelen 106 en 107 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft het zesde lid van artikel 951a van de Wet van 14 juni 1989, Stb. 239 geen zin meer.

Artikel 1063, eerste lid, onder c

Men vergelijke hetgeen hieromtrent bij artikel 753, eerste lid, onder d, is opgemerkt.

Artikelen 1065

De algemene maatregel van bestuur, waarnaar in dit artikel wordt verwezen, vervangt het Besluit van 19 februari 1990, Stb. 96, ter uitvoering van artikel 951f van het Wetboek van Koophandel, zoals dit is gewijzigd door het Uitvoeringsbesluit aansprakelijkheid gevaarlijke stoffen en milieuverontreiniging van 15 december 1994, Stb. 888. Het eerstgenoemde besluit vloeide voort uit de eerder genoemde Wet van 14 juni 1989, Stb. 239. Zoals hierboven reeds is opgemerkt, zijn daarin indertijd de aansprakelijkheidslimieten van het CLNI-verdrag al opgenomen. Door het Uitvoeringsbesluit aansprakelijkheid gevaarlijke stoffen en milieuverontreiniging is een artikel 2a aan voornoemd Besluit toegevoegd, dat in hogere limieten voorziet dan die welke het CLNI-verdrag voorschrijft voor het geval schade is veroorzaakt tijdens het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het verdrag laat hiervoor ruimte. Het biedt namelijk de mogelijkheid de toepassing ervan uit te sluiten voor vorderingen wegens schade door gevaarlijke stoffen tijdens het vervoer en maakt zodoende de weg vrij voor een afwijkende nationale regeling. Van deze mogelijkheid heeft Nederland gebruik gemaakt. Men vergelijke de memorie van toelichting bij de goedkeuringswet van het CLNI-verdrag.

ARTIKEL II

Wijzigingen in het Wetboek van Koophandel.

Elfde titel A

Deze titel is vervangen door titel 7 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek.

Dertiende titel, afdeling 10A

Deze afdeling is vervangen door titel 12 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek.

ARTIKEL III

Wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De hier voorgestelde bepalingen zijn, behoudens een enkele hierna afzonderlijk toe te lichten wijziging en enkele louter redaktionele aanpassingen, gelijk aan de bepalingen van de Wet van 14 juni 1989, Stb. 239 (Kamerstukken II 1986/87, 19 770) als gewijzigd bij de Wet van 14 juni 1989, Stb. 241 (Kamerstukken II 1986/87, 19 768), alsmede bij de Wetten van 28 oktober 1991, Stb. 583 (Kamerstukken II 1990/1991, 21 961) en van 8 november 1993, Stb. 598 (Kamerstukken II 1992/1993, 23 024). Men zie het bij de Inleidende opmerkingen tot de titels 7 en 12 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek opgemerkte.

De artikelen 320a–320z van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden verplaatst naar de Eerste Titel van het derde Boek van genoemd Wetboek, hetgeen vernummering noodzakelijk maakt. Genoemde titel, die geheel gewijd is aan de in Boek 8 geregelde onderwerpen, wordt aangevuld met een tweede afdeling, waarin de procedure inzake de beperking van aansprakelijkheid van scheepseigenaren wordt geregeld.

Artikel 642t, tweede lid

In dit tweede lid is, naast de regeling van de verdeling van de diverse fondsen in het zeerecht, thans ook opgenomen de momenteel in artikel 5 van het reeds eerder genoemde Besluit van 19 februari 1990, Stb. 96 geregelde materie betreffende de verdeling van de fondsen in de binnenvaart. In overeenstemming met artikel 6, eerste lid, onder c, van het CLNI-verdrag kent dat artikel een overloop van het personenfonds naar het zakenfonds. Dit is overigens geheel analoog aan het zeerecht, zodat verplaatsing naar het onderhavige artikel van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in de rede ligt.

ARTIKEL IV

Wijziging in de Faillissementswet.

Artikel 21 onder 5

Het onderhavige wetsvoorstel maakt de voorgestelde vernummering noodzakelijk.

ARTIKEL V

Wijzigingen in de Wet aansprakelijkheid olietankschepen.

Het onderhavige wetsvoorstel maakt de voorgestelde vernummering noodzakelijk.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven