24 060
Ruimtelijk economisch beleid tot 2000

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 3 juli 1996

Hierbij deel ik u mee dat Nederland van de Europese Commissie bij brief van 13 juni 1996 bericht ontving over de verdeling van de reserve van de Communautaire Initiatieven (Europese programma's op voorstel van de Europese Commissie). Voor de initiatieven Resider («staalregio's») en Konver («defensieregio's»), die worden beheerd door het Ministerie van Economische Zaken, is aan Nederland resp. 5 miljoen ecu en 15 miljoen ecu extra ter beschikking gesteld. Deze additionele middelen (eerdere toekenningen voor dezelfde programma's werden gedaan in 1995) zijn bestemd voor de periode 1997–1999.

De Commissie heeft besloten dat de additionele middelen voor bovengenoemde initiatieven uitsluitend bedoeld zijn als aanvulling op de bestaande programma's. In Nederland gaat het daarbij om de regio's IJmond (Resider), de Veluwe, Den Helder e.o., Rijnmond, Arnhem/Nijmegen, Utrecht, Walcheren, West-Brabant en Den Haag/Delft (Konver).

Dit betekent dat er geen nieuwe gebieden voor het initiatief Konver kunnen worden voorgedragen, zoals ik in mijn brief aan u d.d. 8 oktober 1995 (antwoord op vragen kamerlid Verbugt, nummer 2959602290) aangaf. De middelen voor de periode 1997–1999 zullen worden verdeeld over de nu reeds aan de programma's deelnemende regio's.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

Naar boven