24 060
Ruimtelijk-economisch beleid tot 2000

nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 januari 1998

Op 6 november jongstleden heb ik met de vaste commissie voor Economische Zaken in een Algemeen Overleg gesproken (24 060, nr. 13) over allerlei onderwerpen op het gebied van het ruimtelijk-economisch beleid. Op een aantal door de commissie opgebrachte onderwerpen kon toen vanwege de tijd niet worden ingegaan. Volgens afspraak volgt de beantwoording van deze vragen hierbij. Het gaat om de vraag naar de stand van zaken van de volgende onderwerpen:

1. de Noordkop waar het gaat om de N9 en de vestiging van een penitentiaire inrichting

2. de Buitendijkse werf

3. StiREA in relatie tot het Noorden

ad 1 Noordkop

– Ter verbetering van de verbinding tussen Alkmaar en Den Helder via de N9 is een aantal aanpassingen in uitvoering. Het gaat om de aanleg van de Koegrastunnel onder het spoor en de aanleg van een parallelweg (die door middel van minirotondes aansluit op de N9) die de doorstroming bij een aantal dorpen langs deze route verbetert. Met betrekking tot de wens van de regio om de N9 om te bouwen tot een weg waarop 100 km/u gereden kan worden (in plaats van 80 km/u) loopt thans een trajectstudie. De Minister van Verkeer en Waterstaat zal in september van dit jaar hierover een besluit nemen.

– Het Ministerie van Justitie heeft de Rijksgebouwendienst in oktober 1997 opdracht gegeven om de mogelijkheden van de vestiging van een rijksbehandelingsinrichting in Den Helder te onderzoeken. Inmiddels is duidelijkheid ontstaan over het feit dat er een jeugdinrichting zal worden gevestigd in Den Helder, en is de locatie bepaald. Naar verwachting zal begin 1999 kunnen worden begonnen met de bouw van de inrichting en zal in het derde kwartaal van het jaar 2000 in gebruik kunnen worden genomen. De inrichting moet ruimte bieden aan 80 tot 120 delinquenten en werk bieden aan ongeveer 250 mensen.

ad 2. De Buitendijkse werf

BIO (Buitendijkse Infrastructurele Opzet) is een project van 5 «binnendijks» gelegen Groningse scheepswerven om gezamenlijk een werf op te zetten in de Eemshaven waarop ze schepen kunnen afbouwen. Deze afbouwlocatie buiten de primaire zeedijk zou hun de mogelijkheid bieden bredere schepen te bouwen dan op hun huidige locaties.

In de voorzomer van 1997 hebben de werven, financiers en betrokken gemeentelijke en provinciale overheden een principe-akkoord bereikt over het project, waarmee, inclusief overheidsbijdragen, zo'n f 100 mln. aan investeringen gemoeid zal zijn. De feitelijke realisatie van het project is nog in hoofdzaak afhankelijk van de instemming van de Europese Commissie met het project. Op grond van regelgeving om overcapaciteit in de Europese scheepsbouw tegen te gaan, stelt de Commissie eisen aan de financiële bemoeienis van de overheid met het project en aan de capaciteitsontwikkeling die er mee samenhangt.

Met name de goede afloop van de discussie met Brussel is – in weerwil van berichten in de pers – nog niet zeker. In ieder geval zal afronding van alle procedures mogelijk nog enige maanden vergen.

ad 3 StiREA

De tenderprocedures voor 1996 en 1997 zijn afgerond. In totaal zijn er over beide jaren 74 aanvragen ingediend, verspreid over het hele land. Er zijn met name aanvragen binnengekomen uit de regio's waar de meeste ruimtelijk-economische knelpunten m.b.t. ruimtereservering zijn waargenomen (Noord- en Zuid-Holland, Noord-Brabant, Limburg).

De ingediende aanvragen worden jaarlijks door een adviescommissie beoordeeld en gerangschikt. De aanvragen worden, zoals bepaald in het besluit, positiever beoordeeld naar mate:

a) een grotere bijdrage wordt geleverd aan het oplossen van knelpunten met betrekking tot de tijdige beschikbaarheid van ruimte voor bedrijvigheid van de juiste kwaliteit,

b) de kwaliteit van de bedrijventerreinenvisie beter is,

c) het draagvlak bij bestuur en bedrijfsleven groter is.

Op basis van het advies van deze commissie heb ik dit jaar besloten, evenals vorig jaar, zeven projecten te honoreren met een StiREA-bijdrage. In bijlage 1 treft u een overzicht aan van de gehonoreerde projecten in 1996 en 1997 met daarbij de toegezegde StiREA-bijdrage.

Het Noorden heeft dit jaar drie aanvragen ingediend. Van deze drie aanvragen voldeed één aanvraag niet aan de absolute criteria van de regeling (Leeuwarden-West). Van de twee overige aanvragen is De Haven uit Smallingerland gehonoreerd. De andere aanvraag (Eemspoort in Groningen) heeft «goed» gescoord op de drie criteria, maar had in relatie tot de hoger geplaatste projecten een iets lagere totaalwaardering. Ondanks dat het dus een kwalitatief goed project betreft, heeft het project geen StiREA-bijdrage ontvangen. Een tender houdt nu eenmaal in dat alleen de beste projecten voor honorering in aanmerking komen; het beperkte budget brengt met zich mee dat niet alle goede projecten gehonoreerd kunnen worden.

Voor het Noorden geldt dat van de ingediende projecten die aan de absolute criteria van de regeling voldoen er dit jaar één op de twee een StiREA-bijdrage heeft ontvangen. Alleen Noord-Holland kan bogen op een gelijk scoringspercentage: hier zijn twee van de vier ingediende projecten gehonoreerd. De overige gehonoreerde projecten liggen in provincies die meer projecten hebben ingediend (ter illustratie: twee op de vijf in Noord-Brabant, één op de drie in Overijssel, één op de vijf in Limburg).

De noordelijke provincies hebben de afgelopen twee jaar in totaal vijf aanvragen ingediend. De constatering dat het Noorden relatief goed heeft gescoord, blijft staande als de tender over de twee jaar in beschouwing wordt genomen:

– Zo zijn 14 van de 74 ingediende aanvragen gehonoreerd. Dit houdt globaal in dat op iedere vijf aanvragen één aanvraag wordt gehonoreerd; voor het Noorden geldt eveneens de score één op vijf.

– Van het totaal aantal ingediende aanvragen is iets meer dan 6% afkomstig uit het Noorden. Van de totale beschikbaargestelde middelen voor de twee StiREA-tenders (f 100 mln) is iets minder dan 6% (f 5,7 mln) naar het Noorden gegaan. Kortom: het Noorden heeft evenveel StiREA-middelen ontvangen als het naar landelijke verhouding heeft aangevraagd.

Ondanks dat het bovenstaande aantoont dat het Noorden naar behoren bijdragen uit de StiREA-tender heeft ontvangen, wil ik wel nog opmerken dat geografische ligging geen rol speelt bij toekenning van middelen uit de StiREA-tender. Het kenmerk van een tender is dat een selectie wordt gemaakt op basis van kwaliteit van projecten. In welke provincie of landsdeel een project ligt, speelt bij de beoordeling geen enkele rol. Het is dan ook geenszins de bedoeling om een gelijkmatige verdeling over provincies na te streven. De StiREA-regeling is, overeenkomstig de wens van de Tweede Kamer, gericht op het stimuleren van strategisch belangrijke ontwikkelings- en revitaliseringsprojecten. De projecten die het best voldoen aan de drie gestelde criteria m.b.t. kwaliteit van het projectplan, de regionale visie en het draagvlak dienen te worden gehonoreerd, onafhankelijk van de geografische ligging van een dergelijk project.

Tenslotte kan ik u meedelen dat de voorbereiding van het kabinetsstandpunt in reactie op het rapport van de Commissie Langman (over de postitie van het Noorden) goed op schema is. Zoals u per brief van 21 oktober 1997 is toegezegd, zal het kabinet in deze kabinetsperiode zijn inzet in een bestuurlijk overleg bespreken met het Noorden. Over de uitkomsten van dit overleg zult u zo spoedig mogelijk daarna op de hoogte worden gesteld.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

BIJLAGE

OVERZICHT GEHONOREERDE AANVRAGEN STIREA-TENDER 1996 EN 1997

Projecten 1997

Gemeente:Project:StiREA-bijdrage:
HaarlemSpaarne/Waarderpolderf 7,5 mln
HelmondBZOBf 6,8 mln
SmallingerlandDe Havenf 5,7 mln
TilburgVossenberg-Westf 7,5 mln
VenloTrade Port-Westf 7,5 mln
ZaanstadWestzanerpolderf 7,5 mln
ZwolleHessenpoortf 7,5 mln

Projecten 1996

Gemeente:Project:StiREA-bijdrage:
BarendrechtMidden IJsselmondef 7,5 mln
EdeMasterplan bedrijventerreinf 7,5 mln
NieuwegeinHet Kloosterf 7,5 mln
OosterhoutWeststad IIIf 7,5 mln
RijswijkPlaspoelpolderf 5  mln
Sas van GentAxelse vlaktef 7,5 mln
WesterschouwenVerblijfsrecreatie Schouwen-westf 7,5 mln
Naar boven