24 059
Goedkeuring van de op 16 juli 1993 te Genève tot stand gekomen Internationale Cacao-Overeenkomst 1993, met bijlagen (Trb. 1994, 135 en 1995, 11)

nr. 9
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID RABBAE TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 8

Voorgesteld 23 september 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de partijen aangesloten bij de Internationale Cacao-Overeenkomst 1993 ernaar streven alle uitvoerbare maatregelen te nemen die nodig kunnen zijn om toename van de cacaoconsumptie in eigen land te stimuleren;

overwegende, dat de Europese Gemeenschap de Internationale Cacao-Overeenkomst heeft ondertekend;

overwegende, dat de Gemeenschap volgens het Verdrag tot oprichting van de EG bij de uitvoering van beleid rekening houdt met de gevolgen die dit beleid voor de ontwikkelingslanden kan hebben;

verzoekt de regering te bevorderen dat, indien in de «richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde cacao- en chocoladeproducten» zou worden toegestaan dat maximaal 5% andere plantaardige vetstoffen dan cacaoboter aan chocoladeproducten mogen worden toegevoegd, het Europees Hof haar oordeel uitspreekt over de vraag in hoeverre deze richtlijn alsdan in overeenstemming is met de Internationale Cacao-Overeenkomst 1993 en het Verdrag tot oprichting van de EG,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rabbae

Naar boven