nr. 179a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State, d.d. 28 juni
1993 en het nader rapport d.d. 17 augustus 1993, aangeboden aan de Koningin
door de Minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 1 juni 1993, no. 93.004329, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister
voor Ontwikkelingssamenwerking, bij de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek
Namibië inzake technische samenwerking; Windhoek, 17 juni/26 november
1992, met toelichtende nota.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 juni 1993,
nr. 93.004329, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake
het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 28 juni 1993, nr. W02.93.0315, bied ik U hierbij aan.
1. Naar het oordeel van de Raad van State verdient het aanbeveling in
de toelichtende nota duidelijkheid te verschaffen over het rechtskarakter
van de in artikel I, tweede lid, genoemde «project agreements».
Met name ware in te gaan op de voorwaarden waaraan naar internationaal recht
en naar Nederlands constitutioneel recht moet zijn voldaan voor hun inwerkingtreding.
1. Aan het advies van de Raad van State om in de toelichting duidelijkheid
te verschaffen over het rechtskarakter van de «project agreements»
genoemd in artikel I, tweede lid, van het verdrag is gevolg gegeven.
2. Van de in het verdrag voorkomende term «Netherlands personnel»
is de betekenis niet zonder meer duidelijk. Uit sommige bepalingen blijkt
dat deze term niet van toepassing is op personen in dienst van de Nederlandse
overheid en van de in artikel V genoemde ondernemingen, wanneer deze personen
de Namibische nationaliteit hebben. Voor andere bepalingen is dat niet duidelijk,
tenzij het woord «Netherlands» in de term «Netherlands personnel»
de nationaliteit aangeeft. Dit punt ware in de toelichtende nota te verduidelijken.
2. Aan de suggestie van de Raad om in de toelichting op de betekenis van
de term «Netherlands personnel» in te gaan is eveneens gevolg
gegeven.
3. Voor een redactionele kanttekening moge het college verwijzen naar
de bij het advies behorende bijlage.
3. Naar aanleiding van de opmerking van de Raad is in de toelichtende
nota het woord «raamovereenkomst» vervangen door «verdrag».
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoelde Overeenkomst
wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
W. Scholten
Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen
de tekst van het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter
stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
P. H. Kooijmans
Redactionele kanttekening, behorende bij het advies no.W02.93.0315
van de Raad van State van 28 juni 1993.
– In de derde alinea van de toelichtende nota ware aanwijzing 304
van de Aanwijzingen voor de regelgeving en het daar in de toelichting onder
«benaming» gestelde in acht te nemen.