24 029
Wijziging van de Brandweerwet 1985 in verband met de oprichting van het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding

nr. 8
AMENDEMENTEN VAN HET LID SCHELTEMA-DE NIE

Ontvangen 6 september 1995

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

In onderdeel D wordt aan artikel 18c, vijfde lid, een volzin toegevoegd, die luidt:

Onze Minister van Binnenlandse Zaken kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van diens taak redelijkerwijs nodig is.

II

In onderdeel D wordt aan artikel 18c een lid toegevoegd, dat luidt:

6. Het bestuur stelt jaarlijks voor 1 april een verslag op van de werkzaamheden, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkwijze in het bijzonder in het afgelopen kalenderjaar. Het verslag wordt aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld.

III

In onderdeel G wordt na onderdeel 1 een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt:

2. Aan het achtste lid wordt de volgende zin toegevoegd:

Onze Minister van Binnenlandse Zaken kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

IV

Aan onderdeel G wordt een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

5. Een nieuw lid wordt toegevoegd, dat als volgt luidt:

14. Het bureau stelt jaarlijks een verslag op van de werkzaamheden, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkwijze in het bijzonder in het afgelopen kalenderjaar. Het verslag wordt aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld.

Toelichting

Deze amendementen beogen het wetsvoorstel in overeenstemming te brengen met de ontwerp-Aanwijzingen inzake zelfstandige bestuursorganen (124s en 124t).

Scheltema-de Nie

Naar boven