24 029
Wijziging van de Brandweerwet 1985 in verband met de oprichting van het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 juni 1995

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A komt te luiden:

De aanhef van artikel 14, eerste lid, komt als volgt te luiden:

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voor het personeel van de gemeentelijke brandweer, de regionale brandweer en het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, regels worden gegeven ten aanzien van:.

2. Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het vijfde en zesde lid wordt in artikel 18a een nieuw vierde lid ingevoegd, dat als volgt luidt:

4. De in het derde lid genoemde werkzaamheden mogen niet leiden tot concurrentievervalsing ten opzichte van private aanbieders van vergelijkbare diensten en worden tegen kostendekkende tarieven verricht.

b. In artikel 18a, vijfde lid, onder b, wordt «artikel 18d» vervangen door: artikel 18e.

c. Artikel 18c, zesde lid, vervalt.

d. Onder vernummering van de artikelen 18d en 18e tot de artikelen 18e en 18f, wordt een nieuw artikel 18d ingevoegd, dat als volgt luidt:

Artikel 18d

1. Het personeel van het instituut is ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet.

2. De regels die op grond van artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet zijn vastgesteld voor de ambtenaren die bij een ministerie anders dan het Ministerie van Defensie zijn aangesteld, zijn van overeenkomstige toepassing op de ambtenaren die in dienst van het instituut zijn. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden vastgesteld.

3. In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regels kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gegeven voor de ambtenaren die bij het instituut zijn aangesteld voor de duur van een opleiding als bedoeld in artikel 15, voor zover dit in verband met hun bijzondere positie noodzakelijk is.

e. In artikel 18f, eerste lid, onder c, wordt «artikel 18d» vervangen door: artikel 18e.

3. In de onderdelen E en F wordt «artikel 18f» telkens vervangen door: artikel 18g.

B

In artikel II wordt «artikel 18f» vervangen door: artikel 18g.

C

Aan artikel III wordt, onder vernummering van onderdeel E tot onderdeel F, een nieuw onderdeel E toegevoegd, dat als volgt luidt:

E

1. De personen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet in dienst zijn van het Ministerie van Binnenlandse Zaken om de opleiding, bedoeld in artikel 1, onder a, onderdeel 6, van het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen, te volgen, zijn met ingang van die datum van rechtswege eervol ontslagen en aangesteld als ambtenaar in dienst van het instituut, voor de resterende duur van de opleiding.

2. De overgang van de in het eerste lid bedoelde personen vindt plaats met een rechtspositie die in totaliteit ten minste gelijkwaardig is aan die welke voor hen gold bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Toelichting

Voor de toelichting op de onderdelen A, onder 2, en C, van de onderhavige nota van wijziging wordt verwezen naar de nota naar aanleiding van het verslag. De wijziging van onderdeel A, onder 1, strekt ertoe het wetsvoorstel in overeenstemming te brengen met het voorstel van wet tot wijziging van de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen en enige andere wetten in verband met wijziging van de opzet van de inspectie voor het brandweerwezen en regeling van enige andere onderwerpen (23 804). Er kan vanuit worden gegaan dat laatstgenoemd wetsvoorstel al tot wet is verheven en in werking is getreden op het moment dat het onderhavige wetsvoorstel, na tot wet te zijn verheven, in werking treedt. De overige wijzigingen zijn van technische aard.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven