nr. 12
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN DE LEDEN J. M. DE VRIES EN VAN GELDER TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 11
Ontvangen 9 november 1995
De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:
I
Artikel I, onderdeel E, wordt vervangen door:
E
Artikel 7.33, tweede lid, komt te luiden:
2. Alvorens tot inschrijving als student voor een voltijdse opleiding
aan een universiteit of hogeschool over te gaan, verzoekt het instellingsbestuur
om informatie bij de Informatie Beheer Groep over de vraag of betrokkene daadwerkelijk
studiefinanciering op grond van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering
geniet en of betrokkene in dat geval nog meer dan 12 maanden aanspraak op
studiefinanciering heeft.
II
In artikel I, onderdeel K, wordt artikel 7.43, vierde lid, als volgt gewijzigd:
A. Het woord «en» aan het slot van onderdeel b vervalt.
B. Na onderdeel b een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:
c. de student die niet meer dan 12 maanden aanspraak heeft op studiefinanciering
op grond van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering, tenzij die
student is overleden of met toepassing van artikel 7.42 is uitgeschreven,
en.
C. Onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel d.
III
Artikel I, onderdeel O, wordt als volgt gewijzigd:
A. In het voorgestelde artikel 7.47, vierde lid, wordt «artikel
7.43, vierde lid, onder c» vervangen door: artikel 7.43, vierde lid,
onder d.
B. Aan artikel 7.47 wordt een zesde lid toegevoegd, luidende:
6. De student, bedoeld in artikel 7.43, vierde lid, onder c, is het door
het instellingsbestuur vastgestelde collegegeld verschuldigd met ingang van
de maand, volgende op de maand waarin die student heeft opgehouden aanspraak
te hebben op meer dan 12 maanden studiefinanciering op grond van hoofdstuk
II van de Wet op de studiefinanciering.
IV
Na artikel IV wordt een artikel IVa ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVa
Artikel 7.43, vierde lid, onder c, is niet van toepassing ten aanzien
van de studerende die valt onder artikel V van de Wet van 29 mei 1991, Stb.
281 (Heroriëntering WSF I).
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe te bereiken dat de aanspraak op studeren tegen
betaling van het wettelijk collegegeld voor degene die onder de bestaande
regeling auditor zouden worden, niet langer wordt opgerekt dan redelijkerwijze
noodzakelijk. De verschuldigdheid van het instellingscollegegeld wordt hiermee
dus een jaar eerder gelegd dan volgens het ingediende wetsvoorstel werd beoogd.
Een nieuw overgangsartikel (IVa) is nodig om de rechten van de zogenoemde
«pre-1991-ers» in stand te houden. Deze hebben en houden aanspraak
op 6 jaar gemengde toelage, zonder leenrechten, en dus ook op zes jaar studeren
tegen betaling van het wettelijk collegegeld.
J. M. de Vries
Van Gelder