23 987
Uitbreiding van de Europese Unie

nr. 83
VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK

Vastgesteld op 27 augustus 2008

Een gezamenlijke delegatie van de vaste commissies voor Europese Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bracht op 6–7 en 8–9 mei 2008 een werkbezoek aan Roemenië respectievelijk Bulgarije. De delegatie bestond uit de leden Waalkens (PvdA, delegatieleider), Ormel (CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Ten Broeke (VVD), De Roon (PVV), Graus (PVV) en Wiegman (CU). De leden Schreijer-Pierik (CDA) en Van Velzen (SP) zagen zich vanwege ziekte op het laatste moment gedwongen af te zien van deelname. De delegatie werd begeleid door de griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Daan Huisinga, en de commissieadviseur Europese Zaken van de commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Suzanne Bont.

Het bezoek stond in het teken van de voortgang van de integratie van Roemenië en Bulgarije in de Europese Unie, waarbij de centrale vraag was of Roemenië en Bulgarije hun lidmaatschapsverplichtingen voldoende naleven. Zoals bekend is op deze nieuwste lidstaten voor onbepaalde tijd een «mechanisme voor coöperatie en verificatie van vooruitgang op het gebied van justitiële hervorming en de bestrijding van corruptie en [in het geval van Bulgarije] georganiseerde misdaad» van toepassing. De aandacht van de delegatie ging derhalve vooral uit naar de openstaande verplichtingen op justitieel terrein. Verder werd gesproken over meer algemene EU-onderwerpen van gemeenschappelijk belang, zoals de situatie in de Westelijke Balkan en het Verdrag van Lissabon. Voor wat betreft de vaste commissie voor LNV ging de bijzondere aandacht uit naar de gefaseerde invoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de randvoorwaarden die hierbij gelden op onder meer het gebied van diergezondheid, voedselveiligheid en milieu (cross compliance). Daarnaast werden standpunten over nieuwe Europese regelgeving op LNV-gebied uitgewisseld, met name inzake de lopende onderhandelingen over de technische aanpassingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), de zgn. «Health Check», en de discussie over de toekomst van het GLB na 2013.

De commissies spraken met leden van de regering, het parlement, het bedrijfsleven en NGO’s, zowel binnen als buiten de hoofdsteden. Het programma in de hoofdsteden werd voor beide commissies zo veel mogelijk gecombineerd. De veldbezoeken werden voor beide commissies afzonderlijk georganiseerd. In onderstaand verslag worden per commissie de hoofdlijnen van de gevoerde gesprekken weergegeven, waarbij de nadruk ligt op de inbreng van de Roemeense en Bulgaarse gesprekspartners. Het programma van het werkbezoek is als bijlage bij dit verslag opgenomen.

De delegatie dankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken waren bij het organiseren van dit werkbezoek. In het bijzonder spreekt de delegatie waardering uit voor de inzet van de ambassadeurs en medewerkers van de Nederlandse ambassades in Boekarest en Sofia. De grondige voorbereiding, de professionele begeleiding en de soepele omgang met het complexe karakter van het werkbezoek (twee commissies, twee ambtsgebieden) hebben in hoge mate bijgedragen aan het welslagen van dit werkbezoek.

De voorzitter van de delegatie,

Waalkens

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Huisinga

DEEL VERSLAG VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN

ROEMENIË

Dinsdag 6 mei 2008 – Boekarest

Briefing door Nederlandse ambassadeur en medewerkers

Ambassadeur Werner stelde dat Roemenië zich weliswaar inspant om de verplichtingen na te komen op het gebied van justitiële hervorming, de bestrijding van corruptie en het bevorderen van goed bestuur en hierbij ook vorderingen maakt, maar dat substantiële resultaten nog altijd uitblijven. De Roemeense politiek in het algemeen en het parlement in het bijzonder speelt hierbij niet altijd een constructieve rol. Naar verwachting zal de Europese Commissie tot soortgelijke bevindingen komen in de jaarlijkse voortgangsrapportage, te verschijnen in juli. De Nederlandse inspanningen blijven er dan ook op gericht om, bilateraal en in EU-verband, tot effectieve verbeteringen te komen. De verlenging van het bilaterale MATRA-programma tot 2010 is in dit verband van groot belang en verschaft Nederland een belangrijke bron van invloed. In EU-verband is het zaak het Coöperatie en Verificatie Mechanisme (CVM) onverkort te handhaven.

Gesprek met voorzitter Kamer van Afgevaardigden Olteanu

De jonge (36 jaar!) en dynamische parlementsvoorzitter, dhr. Bogdan Olteanu, schetste zijn visie op de transitie van Roemenië. Veel is bereikt, maar het land komt van ver. Roemenië beleeft een ongekende economische groei, de werkloosheid is sterk gedaald, de flat tax blijkt een effectief wapen tegen de informele economie. De transitie betreft echter niet alleen de economie, maar de maatschappij als geheel. Het traditionele waardepatroon van de Roemenen staat onder sterke druk, maar zaken als de opvattingen over homosexualiteit, de acceptatie van corruptie en de gebrekkige belastingmoraal zijn niet één-twee-drie te veranderen. Tegelijkertijd zijn de verwachtingen van burgers hooggespannen. De politiek doet zijn best hieraan te voldoen. De huidige regering steunt weliswaar op een parlementaire minderheid, maar kwijt zich wel degelijk van haar wetgevende taken. Vanwege de transitie is deze bepaald omvangrijker dan elders in de EU, d.w.z. 400 a 500 wetten per jaar. Olteanu erkende de tekortkomingen bij de implementatie van het GLB en de vertraging van de justitiële hervormingen op het gebied van straf- en civiel recht en liet doorschemeren dat het Roemeense parlement hierbij een negatieve rol speelt. Niettemin is op justitieel gebied wel degelijk vooruitgang geboekt in de vorm van de oprichting van de Superior Council of Magistry – die verantwoordelijk is voor justitiële hervorming – en het Nationale Integriteit Agentschap. Dat heeft niet kunnen voorkomen dat er sprake is van een vertrouwenscrisis tussen burgers en politiek vanwege een aantal recente corruptieschandalen en het uitblijven van veroordelingen van betrokken politici en hoge ambtenaren, aldus Olteanu.

Informeel diner met intellectuelen en opinion leaders

Tijdens het informele diner gaven vier vooraanstaande Roemeense intellectuelen hun visie op de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in hun land. Zij schetsten hierbij een beeld van een maatschappij die op alle fronten tekortschiet. De gemiddelde Roemeen ontbreekt het aan burgerzin en discipline. De enorme groei van Europese fondsen heeft niet tot «echte» bedrijvigheid geleid, maar vooral tot het ontstaan van een kaste van consultants. Het maatschappelijk middenveld is klein en functioneert slecht. Professionele organisaties ontbreekt het aan zelfreinigend vermogen. Dit gaat ook op voor de orthodoxe kerk. De media zijn als regel spreekbuis van bijzondere belangen en missen ook voor het overige de verantwoordelijkheidszin om een constructieve rol te spelen in het maatschappelijk debat. Het voorgaande geldt eveneens voor de politieke klasse: het ontbreekt aan verantwoordelijkheid, discipline, integriteit. Ter illustratie werd gewezen op de zeer zichtbare verkeersproblemen in Boekarest en de steeds chaotischer ruimtelijke ordening. Alle actoren dragen er op hun manier aan bij dat deze problemen steeds minder oplosbaar zijn.

Sprekers stelden dat het toetredingsproces weliswaar de oude netwerken van de nomenklatura heeft doorbroken, maar slechts weinig verandering heeft kunnen brengen in het bovenstaande. De meningen verschilden over de eventuele toepassing van vrijwaringsmaatregelen door de EU. Vooralsnog is onzeker of de feitelijke boosdoeners hiermee bestraft zouden worden.

Woensdag 7 mei – Boekarest en veldbezoek

Werkontbijt met vertegenwoordigers Nederlandse bedrijven in Roemenië

De delegatie sprak met vertegenwoordigers van Nederlandse bedrijven, waaronder twee zuivelondernemingen, twee logistieke dienstverleners, een handelaar in bloemen en een bank, over het zakenklimaat in Roemenië. Zonder uitzondering bevestigden vertegenwoordigers dat sprake is van stelselmatige corruptie, vooral in de vorm van belastingcontroles (die vervolgens kunnen worden afgekocht). Met name binnen de lokale overheid is smeergeld een belangrijk inkomensdeel waarmee bovendien de entree in het systeem moet worden afbetaald. Dat deze entree niettemin rendabel kan zijn, zou blijken uit het feit dat menig Roemeense burgemeester zijn ambtstermijn als rijk man afsluit. Dergelijke praktijken kunnen volgens sprekers voortduren door de tekortschietende controle op controleurs en de overvloed en lage kwaliteit van regelgeving, waardoor met name op lokaal niveau sprake is van een hoge mate van willekeur. Overigens heeft het MKB bepaald meer last van corruptie dan grote bedrijven. Meer in het algemeen hebben bedrijven last van de gebrekkige hervormingen. Zowel de kwaliteit van de wetgeving, de implementatie als de naleving laten te wensen over. Als voorbeeld werd de douanewetgeving genoemd, waardoor inklaren nog altijd bijna twee weken duurde. Bij problemen is het moeilijk recht te halen. Sociale hervormingen zijn achtergebleven bij economische. De belastingmoraal is laag. Dit alles laat onverlet dat er wel degelijk goed zaken kan worden gedaan in Roemenië en dat veel bedrijven – ondanks aanloopmoeilijkheden – baat hadden gehad bij hun vroege entree op de Roemeense markt. Met 22 miljoen inwoners is de markt aanzienlijk, de economie is in hoge mate geliberaliseerd, markten zijn nagenoeg vrij, de groei is hoog, de belastingwetgeving is gunstig (flat tax van 16%). Wel loopt men momenteel tegen de grenzen van de economische groei aan, vooral als gevolg van de afnemende bevolking. Dit leidt tot een tekort aan arbeidskrachten, hetgeen in combinatie met inflatie de lonen omhoog jaagt. Zo liggen de lonen in de technische sector reeds op 50% van het Nederlandse niveau. In sommige gevallen betekent dit dat het goedkoper is expats in te huren dan lokalen. Roemenië zelf verkent op dit moment de mogelijkheden voor gastarbeid, m.n. uit China en Vietnam.

Gesprek met leden commissie voor Europese Zaken Kamer van Afgevaardigden

Het voornaamste onderwerp van gesprek betrof de Roemeense voortgang bij het nakomen van de verplichtingen van het lidmaatschap. Voorzitter Hrebenciuc wees op het feit dat Roemenië – na Polen de grootste nieuwe lidstaat – in 18 jaar 80% van zijn GDP heeft weten te privatiseren. Het behoefde volgens hem niet te verbazen dat de mentaliteit van de bevolking geen gelijke pas houdt met deze fenomenale transitie, in welk verband hij refereerde aan de moeizame ontwikkeling van Oost-Duitsland. Viorel noemde het gebrek aan maatschappelijke dialoog dan ook als belangrijkste politieke probleem. Verder is het onvermijdelijk dat de lusten en lasten van privatisering niet altijd gelijk worden verdeeld. Dit laat onverlet dat corruptie wel degelijk wordt aangepakt, ook al waren de resultaten nog niet altijd zichtbaar. «I can guarantee that in Romania no one gets awaty with corruption.», aldus Hrebenciuc. Ook een bij het gesprek aangeschoven lid van de Roemeense vaste commissie voor Justitie bevestigde het voornemen spoedigst Europese integriteitsstandaarden te bereiken. In dit verband wees hij op het belang van de oprichting van de Superior Council of Magistry. Overigens stelde betrokkene dat aantijgingen van corruptie vaak worden gebruikt als politiek strijdwapen en derhalve soms met een korreltje zout moeten worden genomen. Gesprekspartners verzetten zich tegen het beeld van Roemenië als Europees blok aan het been. Roemenië is nota bene vooralsnog netto contribuant, weliswaar omdat de absorptiecapaciteit voor EU-fondsen nog te kort schiet, maar niettemin. Bovendien vaart het Nederlandse bedrijfsleven wel bij de commerciële mogelijkheden in Roemenië. Zo had ING 1/3 van de pensioenmarkt in handen.

Tot slot werden nog een aantal buitenlandspolitieke onderwerpen aangesneden. Hrebenciuc deelde de Nederlandse terughoudendheid bij verdere EU-uitbreiding. Voor het moment was consolidatie geboden. Voor de toekomst is het zaak een balans te vinden tussen enerzijds de terughoudendheid van kiezers en anderzijds de internationale verantwoordelijkheden van politici. Verder benadrukte Hrebenciuc het belang van de NAVO voor de soevereiniteit van Roemenië, dat een lange geschiedenis kent als speelbal van de groten en pas in 2018 zijn 100-jarig bestaan kan vieren. Zo schaakt men op twee borden: de NAVO biedt politieke zekerheid, de EU economische.

Lunch met vertegenwoordigers Roemeense betaalorganen voor structuur- en landbouwfondsen

Zie betreffend deelverslag vaste commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Gesprek met directeur EU ministerie van Justitie

Vanwege verhindering van minister van Justitie Predoiu werd de delegatie ontvangen door directeur EU. In het gesprek lag de nadruk op de vorderingen van Roemenië onder het mechanisme voor samenwerking en toetsing. Deze werden besproken aan de hand van de vier ijkpunten die de EU bij toetreding van Bulgarije vaststelde.

IJkpunt 1: «Zorgen voor een transparanter en efficiënter verloop van de justitiële procedures door verbetering van de capaciteit en verantwoordingsplicht van de Hoge Raad voor de Magistratuur. Verslag uitbrengen over het effect van de nieuwe wetboeken van burgerlijke rechtsvordering en strafvordering.»

Dir EU noemde de volgende verbeteringen:

– publicatie voor inspraak door het publiek van conceptwetboeken van burgerlijke rechtsvordering en strafvordering in maart resp. april;

– stroomlijning en toegankelijker maken van jurisprudentie;

– versterking positie en functioneren van de Superior Council of Magistry;

– verbetering justitieel personeelsbeleid, inclusief selectie, training, beloning;

– hervorming openbaar ministerie;

– verbetering court management;

– verbetering fysieke infrastructuur incl. automatisering.

IJkpunt 2: «Opzetten (volgens de planning) van een Agentschap voor integriteitbewaking dat de taak heeft vermogens, onverenigbaarheden en mogelijke belangenconflicten te verifiëren, en verplichte besluiten uit te vaardigen op basis waarvan afschrikwekkende sancties kunnen worden ingesteld.»

De volgende verbeteringen werden genoemd:

– completering van het juridisch raamwerk voor het National Integrity Agency (ANI);

– verbetering functioneren ANI (budget, huisvesting, personeel);

– introduceren van voorzieningen voor klokkenluiders.

IJkpunt 3: «Op basis van de reeds geboekte vooruitgang doorgaan met het uitvoeren van professioneel, onpartijdig onderzoek naar beschuldigingen van corruptie op hoog niveau.»

Uit de toelichting van Dir EU bleek andermaal dat het Roemeense parlement, m.n. de Kamer van Afgevaardigden, deel van het probleem is. Zo dreigt de Kamer van Afgevaardigden het wetboek van strafvordering in negatieve zin te amenderen, bijvoorbeeld waar het de drempel betreft voor corruptie «met zeer serieuze gevolgen». Gepoogd wordt deze drempel te verhogen van 1 mln RON (ca. 250 000 euro) naar 10 mln euro. Ook wordt door sommigen getracht een maximum termijn aan het strafrechtelijk onderzoek te stellen van 6 maanden tot een jaar. Een ander obstakel betreft (het misbruik van) de mogelijkheid om zaken op te schorten hangende een uitspraak van het Constitutioneel Hof over een beroep op de grondwet. De regering heeft inmiddels een wet ingediend om deze mogelijkheid ongedaan te maken.

Tot slot ijkpunt 4: «Verdere maatregelen nemen ter voorkoming en bestrijding van corruptie, met name bij de plaatselijke overheden.» In dit kader zijn verschillende programma’s opgestart om ambtenaren en publiek bewust te maken van de schadelijke gevolgen van corruptie en de bestrijding hiervan te stimuleren. Verder zijn diverse maatregelen genomen om de transparantie van centrale en lokale overheden te vergroten en aldus de mogelijkheden voor corruptie te verkleinen.

Bezoek aan het National Integrity Centre

Gesproken werd met de directeur, dhr Alexandru Companascu, en zijn medewerkers. Het National Integrity Centre is min of meer los opgehangen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en stelt zich tot doel de inspanningen van staat en publiek ter bestrijding van corruptie te ondersteunen. Het centrum is tot stand gekomen met steun van de Nederlandse en Britse ambassades te Boekarest. Het vertrouwen van de Roemeense burgers in de officiële anti-corruptie instellingen is vooralsnog beperkt. Men hoopt dit met deze onafhankelijke, semi-publieke organisatie alsnog te winnen en de interactie tussen burgers en het ministerie van Binnenlandse Zaken te stimuleren. Hiertoe worden verschillende activiteiten ondernomen, waaronder het stimuleren van grassroot initiatieven, het opzetten van anticorruptie actiegroepen (momenteel 22) en het verschaffen van voorlichting en technische assistentie.

Gesprek met Roma-vertegenwoordiger

Roma-vertegenwoordiger Valeriu Nicolae schetste de problematiek van de Roma in Roemenië, waarbij hij vooral de nadruk legde op de ineffectiviteit van de huidige initiatieven van de Europese Commissie. Volgens hem ontbreekt het de Europese Commissie aan een strategie. Weliswaar worden de problemen van de Roma erkend – getuige de vele Europese rapporten, Verklaringen en Conclusies – maar vooralsnog is hun situatie nauwelijks verbeterd. Bovendien is het vooral voor en niet door: er zijn naar schatting 8 á 12 miljoen Roma in de EU, maar geen enkel lid van deze bevolkingsgroep is in dienst genomen door de Europese Commissie. Ondertussen duren de problemen voort: de slechte positie van vrouwen, de handel in vrouwen en kinderen, de werkloosheid en marginalisatie. Deze problemen worden steeds meer tevens Europese problemen: Roemeense Roma trekken bij gebrek aan perspectieven in eigen land naar het Westen en Roemenië fungeert steeds meer als doorreisland voor Roma uit Rusland en Moldavië. Het lijkt niet waarschijnlijk dat de EU hierop een antwoord zal weten te vinden. De Italiaanse «oprotpremies» stimuleren vooralsnog alleen maar circulaire migratie, aldus Nicolae. Ook hijzelf had geen pasklare oplossingen. Wel noemde hij een belangrijke voorwaarde voor succes: het stoppen van sociale uitsluiting van Roma in het algemeen en van Roma vrouwen in het bijzonder. Het aanwijzen van rolmodellen kan hierbij helpen. Veel succesvolle Roma verzwijgen nu nog hun etnische afkomst. Verder moet Roemenië er van worden weerhouden om dit probleem over de Europese schutting te gooien en onder druk worden gezet om zelf verantwoordelijkheid te (blijven) nemen. In plaats van het importeren van Chinese gastarbeid zou Roemenië beter investeren in de vaardigheden van zijn veelal werkloze Roma.

Gesprek met minister van Buitenlandse Zaken Comanescu

Aan het zeer geanimeerde gesprek met de minister van Buitenlandse Zaken, dhr Lazar Comanescu, kan het volgende worden ontleend. Nederland is voor Roemenië in veel opzichten een voorbeeld. Comanescu noemde in dit verband de parlementaire praktijk van Europa-overleggen (m.u.v. de voorbereiding van de Europese Raad onbekend in Roemenië), de Nederlandse initiatieven voor een gele/oranje kaart, het Nederlandse milieu-activisme en de grote internationale betrokkenheid in het algemeen. Volgens Comanescu werkt het Coöperatie en Verificatie Mechanisme naar behoren en heeft Roemenië aanzienlijke vooruitgang geboekt. Nederland profiteert via zijn bedrijfsleven mee aan de integratie van Roemenië in de Unie. Ook vanuit buitenlandpolitiek oogpunt is de uitbreiding een succes. Comanescu noemde de bijdrage van de nieuwe lidstaten aan het nabuurschapbeleid, de Black Sea Cooperation, de betrekkingen met Rusland en het EU-beleid inzake energie en klimaatverandering. Inzake Kosovo benadrukte Comanescu het belang van stabiliteit in de regio («we have to live here»). Deze kan worden bevorderd door Servië vooruitzicht te geven op EU-toetreding in welk verband het Stabilisatie en Associatie Akkoord als katalysator kan fungeren, gelijk de Overeenkomst van Ochrid destijds in Macedonië. Voorts was hij van mening dat UNMIK moet worden voortgezet. Inzake het Verdrag van Lissabon merkte Comanescu op dat de Europese leiders «are now looking to find out what they have signed». Vele vragen staan nog open: wie zit de RAZ voor?; Heeft betrokkene ook een rol bij externe vertegenwoordiging?; Wat is zijn/haar verhouding met de Vaste Voorzitter van de Europese Raad? Wat is de rol van het roterende Voorzitterschap?; Is er een duidelijke hiërarchie tussen deze rollen/functies?; Hoe wordt de Europese Dienst voor Extern Optreden samengesteld/ aangestuurd? Etc. Tot slot merkte Comanescu over de EU-begrotingsherziening op dat het GLB en het structuur- en cohesiebeleid wat Roemenië betreft ongewijzigd moet worden voortgezet. De cohesiefondsen fungeren als katalysator voor buitenlandse investeringen in Roemenië, ook vanuit Nederland. Dit impliceert tevens dat niet alleen naar de netto-posities moet worden gekeken, daar de baten van deze fondsen uiteindelijk ook de netto-betalers ten goede komen.

BULGARIJE

Donderdag 8 mei – Sofia

Lunchbriefing door Nederlandse ambassadeur en Bulgaarse opinieleiders

Ambassadeur van Ee meldde dat het de missie van de ambassade is relevant te zijn voor Nederland en de Nederlanders. Bevordering van het proces van verdere Europese integratie van Bulgarije is een centraal onderdeel van deze missie. De ambassade wordt hiertoe mede in staat gesteld door de voortzetting – post-toetreding – van het MATRA-programma. De fondsen uit dit programma verschaffen haar veel goodwill en geven haar toegang tot besluitvorming waar ze anders waarschijnlijk buiten was gebleven. Hiermee heeft ze een voorsprong op de meeste andere ambassades van EU-lidstaten.

Vervolgens schetsten een gezelschap van vijf Bulgaarse opinieleiders/deskundigen en de (Bulgaarse) vertegenwoordiger van de Europese Commissie te Sofia een beeld van de politieke, maatschappelijke en economische toestand van Bulgarije. Allen benadrukten het belang van de EU, zowel objectief als psychologisch. Voor de Bulgaren staat de EU gelijk aan vooruitgang. Bulgarije ligt aan de periferie van Europa en behoorde de afgelopen eeuw immer tot de verliezers: in WW I, in WW II en in de Koude Oorlog. Zijn geschiedenis heeft hem dan ook geleerd bescheiden te zijn en op te kijken tegen de «grote broer» die in zijn ogen alles beter weet en doet, of dit nu Washington of Brussel is. Dit betekent ook dat men zeer gevoelig is voor kritiek vanuit Brussel. Keerzijde is een zekere volgzaamheid en soms overspannen verwachtingen. Er bestaat slechts een beperkte eigen visie op het Euro-Atlantische integratieproces; men volgt vooral, met het gevaar vroeg of laat teleurgesteld te worden.

Vast staat dat de Bulgaarse economie nog nooit zo goed heeft gepresteerd, met een jaarlijkse groei van rond de 7%. Wel staat hier inmiddels een inflatie tegenover van bijna 14%, inclusief een grote stijging van voedselprijzen. Sprekers erkenden dat corruptie wijdverbreid is. Vanuit economisch oogpunt leidt het tot toename van transactiekosten, echter macro-economische effecten zijn niet waarneembaar. Vanuit politiek oogpunt is de schade groter: corruptie zorgt voor een afname in vertrouwen en politieke betrokkenheid van burgers. Overigens neemt volgens sprekers vooral het gevoel van corruptie toe (corruption perception) en niet zozeer de corruptie zelf. Dit laat onverlet dat de EU hier terecht hard tegen optreedt. Volgens sprekers vindt de EU de Bulgaarse belastingbetaler hierbij aan haar zijde. Het is nu noodzakelijk geloofwaardige toezeggingen te krijgen, waarbij het stopzetten van fondsen een effectief breekijzer is. Het Bulgaarse parlement is deel van het probleem. Zo heeft het parlement drie jaar gedaan over de behandeling van een wetsvoorstel ter bestrijding van belangenverstrengeling. De media spelen evenmin een constructieve rol. Berichtgeving is veelal ongenuanceerd en soms ronduit hetzerig. Een ander probleem betreft de (niet-)naleving na implementatie: veel hervormingen blijven zonder gevolg omdat regels niet worden nageleefd.

Gesprek met plaatsvervangend Parlementsvoorzitter Kornezov

Informatie werd uitgewisseld over de stand van zaken van de ratificatie van het Verdrag van Lissabon. Parlementsvoorzitter Kornezov maakte van de gelegenheid gebruik om zijn zorgen te uiten over een eventueel tweede referendum in Nederland («alstublieft niet nog eens!»). Bulgarije zelf heeft reeds geratificeerd. Kornezov stelde in het algemeen tevreden te zijn met het Bulgaarse Europa-debat. Dit is positief en levendig. Op een van de nationale TV-zenders was de EU zelfs een dagelijks item («100 questions, 100 answers on the EU»).

De voorzitter van de Bulgaars-Nederlandse vriendschapsgroep informeerde naar de mogelijkheden voor een bezoek van een delegatie aan Nederland. Tussen Bulgaarse en Nederlandse leden van het Europees Parlement wordt al intensief samengewerkt. De belangstelling aan Bulgaarse zijde gaat vooral uit naar voedselveiligheid, volksgezondheid en mensenhandel/prostitutie. Op deze terreinen kampt Bulgarije met specifieke problemen bij het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit het EU-lidmaatschap. Nederland wordt op deze terreinen als voorbeeld gezien en men zou graag «good practices» uitwisselen. De Nederlandse delegatie reageerde vooralsnog niet-verplichtend.

Tot slot werd van Bulgaarse zijde de hoop uitgesproken dat Nederland zijn arbeidsmarkt eind dit jaar voor Bulgaarse werknemers zal openstellen (hetgeen later prominent bleek te zijn opgepikt door de Bulgaarse pers).

Gesprek met leden commissie voor Europese Zaken

Bij afwezigheid van voorzitter Tcherveniakov werd de delegatie ontvangen door het lid Ivanov. Betrokkene schetste desgevraagd de inspanningen die Bulgarije zich getroost om achterstallige verplichtingen na te komen. Volgens Ivanov is op nagenoeg alle vlakken aanzienlijke vooruitgang geboekt. Met name aan het eerste ijkpunt onder het Coöperatie en Verificatie Mechanisme – onafhankelijkheid justitieel apparaat – wordt inmiddels volledig voldaan. Het parlement heeft de noodzakelijke (grond)wetswijzigingen goedgekeurd en de Hoge Justitiële Raad is samengesteld en operationeel. Ook de inspanningen ter bestrijding van corruptie zijn opgevoerd. Concrete resultaten zijn nog maar in beperkte mate geboekt, maar worden op korte termijn verwacht. De situatie met betrekking tot de weeshuizen is genuanceerd. Er zijn stappen gezet om de situatie te verbeteren, maar een duurzame oplossing van de problemen vraagt nu eenmaal tijd.

Desgevraagd meldde Ivanov dat de nadelen van EU-lidmaatschap die uit de discussies in sommige «oude» EU-lidstaten naar voren komen geen weerklank vinden in Bulgarije. Lidmaatschap brengt Bulgarije alleen maar voordelen. Bulgarije staat dan ook positief tegenover verdere uitbreiding met de landen van de Westelijke Balkan; dit kan de stabiliteit van de regio alleen maar ten goede komen. In geval van Kroatië heeft Bulgarije ook nog eens direct voordeel in de vorm van betere transitverbindingen. Turkije is eveneens welkom mits het aan de criteria voldoet.

Tot slot informeerde Ivanov naar het projectvoorstel in het kader van Matra-flex inzake samenwerking tussen het Bulgaarse en Nederlandse parlement. Fungerend voorzitter Ormel stelde dat dit welwillend werd bezien, maar dat een finaal besluit nog niet was genomen.

Gesprek met vice-premier en tevens minister van Buitenlandse Zaken Kalfin

Minister Kalfin besprak in hoog tempo de zijns inziens belangrijkste onderwerpen van gemeenschappelijk belang op Europees en internationaal gebied. Allereerst stond hij stil bij de ontwikkeling van Bulgarije. Het land heeft zich in razend tempo omgevormd tot een sterk groeiende open economie. De verhouding tussen investeringen en BBP behoort tot de hoogste in de EU. Keerzijde is dat er nagenoeg volledige werkgelegenheid bestaat en Bulgarije in het belang van voortgezette groei wellicht arbeid moet gaan importeren. Het competitief voordeel van Bulgarije is zijn ligging, aldus de minister. Deze moet verder worden benut door investeringen in de infrastructuur, met name op energiegebied. In dit verband hecht Bulgarije bijzonder belang aan de samenwerking in Zuidoost-Europa en aan het Europese Nabuurschapsbeleid. Met name met de olierijke landen in Centraal-Azië w.o. Turkmenistan zou de samenwerking spoedigst moeten worden geïntensiveerd, te beginnen met de organisatie van een Topontmoeting met deze landen. Turkije is hierbij een belangrijke partner. Probleem evenwel, aldus Kalfin, is de tergend langzame besluitvorming in de Europese Unie.

Desgevraagd ging Kalfin in op de voortgang in het kader van het Coöperatie en Verificatie Mechanisme. Men is er nog niet, maar ondertussen is al veel bereikt. Kalfin noemde met name de Hoge Justitiële Raad, die de transparantie van het justitiële apparaat vergroot waardoor misstanden eerder worden ontdekt. Daarnaast had Bulgarije nog de volgende stappen gezet sinds het bezoek van staatssecretaris Timmermans in februari jl.:

– oprichting van een inspectoraat/tuchtcomité onder de Hoge Justitiële Raad;

– versterking van de positie van de procureur-generaal;

– verbetering toezicht op de uitvoerende macht, waaronder de oprichting van het State Agency of National Security (SANS) en nieuwe wet-/regelgeving inzake transparantie inkomens hoge ambtenaren en inzake witwassen;

– tegengaan corruptie douanediensten door o.m. regelmatige rotatie van douaniers en introductie van het «single fiche payment» principe;

– hervorming ministerie van Binnenlandse Zaken;

– introductie peer reviews;

– introductie «kliklijnen» voor het melden van corruptie.

Meer in het algemeen stelde Kalfin zich goed bewust te zijn van de plicht die Bulgarije heeft spoedigst zijn achterstanden in te lopen. Wel plaatste hij een paar kanttekeningen bij de voortgangsrapporten van de Europese Commissie. Zo biedt het acquis communautaire op JBZ-gebied niet altijd duidelijkheid en kost het derhalve tijd alvorens experts op een lijn zitten over wat te doen. Verder merkte hij op dat Bulgarije inmiddels voldoet aan een aantal van de zes ijkpunten, maar dat de Europese Commissie alle zes wil handhaven om de druk op de ketel te houden. Over corruptie merkte hij op dat ook onder de bevolking veelal de motivatie ontbreekt om hier iets tegen te doen. Voorlichting en bewustwording zijn derhalve net zo belangrijk als bestrijding zelf.

Inzake Schengen meldde Kalfin dat Bulgarije al enige tijd investeert in de voorbereidingen en mikt op 2011. Hij sprak de hoop uit dat voor deze tijd de resterende belemmeringen voor een vrij verkeer van (Bulgaarse) werknemers zijn opgeheven.

Tot slot stond Kalfin langere tijd stil bij de kwestie Kosovo. Hij verwelkomde de uiteindelijke instemming van Nederland met ondertekening van de Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst met Servië. Het is belangrijk een (positief) signaal te geven aan de Servische bevolking dat haar toekomst in de EU ligt. Een ander mogelijk signaal is een verlaging van de belasting op visa. In het geval van Bulgarije is dit – met toestemming van de Europese Commissie – reeds gebeurd. Over Kosovo zelf zei de minister dat het beleid erop gericht moet zijn precedentwerking zo veel mogelijk te vermijden. Vandaar dat erkenning alleen op basis van multi-etniciteit mag plaatsvinden. Bulgarije heeft Kosovo erkend op 20 maart 2008.

Gesprek met minister voor Europese Zaken Grancharova

De minister voor Europese Zaken, mw. Gergana Grancharova, schetste hetzelfde positieve beeld van Bulgarije’s economie als eerdere gesprekspartners. Idem voor wat betreft de achterstanden op JBZ-gebied: minister Grancharova begreep de zorgen van de EU, maar benadrukte tegelijkertijd dat de benodigde wetgeving inmiddels is ingevoerd, dat de politieke wil daar is en dat het derhalve een kwestie van tijd is voordat zaken substantieel verbeteren. Gevraagd om deze maatregelen te substantiëren, noemde Grancharova min of meer dezelfde feiten als minister Kalfin. Een van de punten die zij toevoegde was de kwestie van belastingvrije winkels en benzinepompen aan de grens. Een besluit om deze te sluiten teneinde belastingontwijking en wiswassen tegen te gaan ligt nu voor aan het parlement. Op het gebied van mensensmokkel wordt eveneens vooruitgang geboekt. Hierbij wordt met verschillende landen goed samengewerkt, inclusief Nederland. Wel merkte de minister op dat dit probleem hoe dan ook zal voortduren zolang de inkomensverschillen tussen landen in de regio substantieel blijven.

Gevraagd naar de benoeming van een vice-premier voor EU-fondsen meldde de minister dat het vooral een intern-organisatorische maatregel betreft waarmee beoogd wordt toezicht te houden op de besteding van EU-fondsen door vakministeries als Landbouw, Sociale Zaken en Transport.

Het Verdrag van Lissabon was reeds door Bulgarije langs parlementaire weg goedgekeurd. Reden voor de 15 tegenstemmen was de wens om een referendum over het Verdrag te houden.

Desgevraagd meldde de minister dat Bulgarije het EU klimaat en energie pakket verwelkomt. Daar Bulgarije nog nauwelijks hernieuwbare energiebronnen kent, zou het aanzienlijke investeringen moeten doen. Om de lasten te drukken wenst Bulgarije dat in zijn geval een ander referentiejaar wordt gebruikt.

Overige gespreksonderwerpen betroffen het GLB, regionaal beleid, de Lissabon strategie, Kosovo en de gele/oranje kaart. Bespreking leverde geen nieuwe gezichtspunten of informatie op.

Gesprek met secretaris-generaal National Commission for Combatting Trafficking in Human Beings

Mevr. Antoaneta Vassileva gaf een korte presentatie van doelstelling en activiteiten van de Nationale Commissie ter bestrijding van mensenhandel. Deze valt op grond van de wet ter bestrijding van mensenhandel onder direct de Ministerraad en is belast met de algehele beleidscoördinatie op dit terrein. Doel is de bestrijding van mensensmokkel, zowel vanuit als via Bulgarije. De Commissie wordt voorgezeten door één der vice-premiers van het land (thans de minister van Onderwijs) en bestaat verder uit onder meer de onderministers van Buitenlandse Zaken, Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken, Justitie, Volksgezondheid en Onderwijs. De Commissie bestaat al enkele jaren, maar is vanaf 2007 goed op stoom geraakt, met de uitvoering van een plan dat o.a. voorziet in het opzetten van lokale commissies op kwetsbare plekken in het land, d.w.z. regio’s met hoge werkloosheid en slechte sociaal-economische omstandigheden. In de praktijk betreft het veelal – maar niet uitsluitend – regio’s waar veel Roma wonen. De Commissie wordt sterk gesteund door de Amerikaanse Ambassade/USAID, dat onder meer de nieuwe huisvesting financierde. Nederland werkt op initiatief van minister van Justitie Hirsch Ballin in samenwerking met de Commissie en het Bulgaarse Ministerie van Binnenlandse Zaken aan een project voor de overdracht van expertise van het Nederlandse Expertise Centrum Mensenhandel/ Mensensmokkel (EMM). Als land van bestemming is Nederland een actief deelnemer in de periodieke door de NCCTHB georganiseerde «Human Trafficking Donor Coordination Meetings». Vassileva verwachtte de komende jaren concrete resultaten te kunnen boeken met de door de Commissie voorgestane combinatie van preventie, bescherming, bestrijding en reintegratie. Niettemin stelde zij net als minister Grancharova dat dit probleem hoe dan ook zal voortduren zolang de inkomensverschillen tussen landen in de regio substantieel blijven. Voorts bestaat er een directe relatie met de problemen van Roma.

Vrijdag 9 mei – Sofia en veldbezoek

Werkontbijt met vertegenwoordigers van Nederlandse bedrijven in Bulgarije

De delegatie sprak met vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven, i.c. een bank, een pluimveebedrijf, een meubelmakerij, een bloemen- en plantenhandel, een producent van apparatuur voor de verfverwerkende industrie en een adviesbureau voor energiebesparing, over het zakenklimaat in Roemenië. Hieruit komt het beeld naar voren dat Bulgarije – in vergelijking met Roemenië – minder systematische corruptie kent. De georganiseerde misdaad is echter meer aanwezig en kenmerkt zich door zichtbare – en vaak onbestrafte – maffiapraktijken. Burgers en ondernemers hebben er weinig vertrouwen in dat het justitiële apparaat hier iets aan verandert. Wel helpt de (lage) flat tax het zwart geld circuit te verkleinen.

Redenen om (toch) in Bulgarije te investeren zijn de groeimogelijkheden (die in Nederland veelal ontbreken) en de lagere kosten in termen van grondstoffen en arbeidskosten. De lagere arbeidskosten zijn overigens slechts deels te herleiden tot verschillen in loon; daarnaast betreft het voordelen in termen van langere werktijden, grotere flexibiliteit en de afwezigheid van vakbonden.

De sprekers merkten op dat het steeds moeilijker wordt goede managers en echte vakkrachten te vinden, vanwege de hoge economische groei maar ook omdat veel (opgeleide) jongeren naar het Westen trekken (jaarlijks ca. 40 000). Een andere zaak waar ondernemers tegenaan lopen is de strikte toepassing van milieuwetgeving. Deze blijkt in veel gevallen niet of nauwelijks te zijn omgezet en derhalve letterlijk te worden toegepast. Tegelijkertijd wil het nog weleens ontbreken aan schone grond verklaringen. Verder bestaan er nog altijd problemen met het kadaster, m.n. eigendomsrechten.

Meerdere sprekers bevestigden dat de toetreding tot de Unie een groot verschil heeft uitgemaakt. Bovendien helpt druk van de EU om corruptie en misdaad te verminderen.

Gesprek met procureur-generaal Velchev

Bulgarije heeft één procureur-generaal met de statuur van een minister. Betrokkene, dhr Boris Velchev, schetste het probleem en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad. Corruptie is een duurzaam probleem, waar Bulgarije traditioneel te weinig aan heeft gedaan. Nog altijd is de reactie van de overheid op corruptie traag en ineffectief, maar niettemin veel actiever dan voorheen. Alle aangemelde zaken worden nu onderzocht. Probleem blijft dat corruptie gecompliceerd is en – naarmate de bestrijding toeneemt – gecompliceerder wordt. Ook voor wat betreft georganiseerde misdaad is sprake van achterstallig onderhoud. Het betreft vooral de handel in verdovende middelen, smokkel, mensenhandel en witwassen. Voor een effectievere bestrijding is het noodzakelijk dat de hervormingen van het justitiële apparaat worden doorgezet en de samenwerking tussen diensten verbetert. Velchev’s doel is om eind 2008 de georganiseerde misdaad met 50% terug te hebben gebracht. Het aantal veroordelingen is reeds toegenomen, echter het betreft vooral kleinere, eenvoudige zaken. Het ging er nu om een van de «untouchables» en/of lokale roverhoofdmannen voor het gerecht te brengen om te demonstreren dat de situatie onomkeerbaar is veranderd. Dit betekent dat de Bulgaarse overheid de komende tijd op een tiental high-profile zaken zal worden beoordeeld en zich – gegeven de publieke verwachtingen – niet kan veroorloven een of meer van deze zaken te verliezen.

Desgevraagd bevestigde Velchev dat er een meldplicht bestaat voor verdachte transacties. Mede vanwege de vele transacties als gevolg van restituties van genationaliseerde eigendommen is het lastig de «foute gevallen» te onderscheiden. Overigens merkte Velchev op dat de wet voor inbeslagneming van door misdaad verkregen goederen onnodig gecompliceerd is er daarom niet goed functioneert. Zo dient een verdachte eerst veroordeeld te zijn alvorens onder deze wet stappen kunnen worden gezet. Aanpassing van de wet blijkt evenwel moeilijk, enerzijds vanwege de noodzaak om de burgerrechten te beschermen, anderzijds vanwege gebrek aan politieke steun. Ook belastingen worden soms gebruikt om misdadigers te «plukken», maar vanwege de lage tarieven is dit niet erg effectief. Andere maatregelen in de strijd tegen georganiseerde misdaad zijn een getuigenbeschermings-programma en de vereenvoudiging van procedures binnen het Openbaar Ministerie. Voor deze laatste maatregel maakt men – met dank aan de Nederlandse regering – gebruik van de goede diensten van oud procureur-generaal Dato Steenhuis.

Velchev kon zich verenigen met de inhoud van de voortgangsrapporten van de Europese Commissie, maar waarschuwde voor mogelijke defensieve reacties op eventuele vrijwaringsmaatregelen. Bovendien zouden dergelijke maatregelen Bulgarije kunnen uitsluiten van de internationale samenwerking die juist nu zo noodzakelijk is vanwege het steeds meer grensoverschrijdende karakter van georganiseerde misdaad. Zo wordt veel van het criminele geld dat in Bulgarije wordt geïnvesteerd in onroerend goed eerst in het buitenland wit gewassen.

Bezoek aan textielfabriek te Panagyurishte

Doel van het veldbezoek was om een indruk te krijgen van de mogelijkheden voor het bedrijfsleven in Bulgarije. Het bezochte confectiebedrijf is een met Nederlandse steun opgezette joint-venture tussen het Bulgaarse Riton P en het Nederlandse bedrijf Emergo Fashion, onderdeel van de McGregor Fashion Group.

De productie van de overhemden van de McGregor Fashion Group werd tot voor kort in Polen en Kroatië uitbesteed. Toen deze ateliers ook voor andere, concurrerende, modebedrijven gingen produceren en voor hogere prijzen, was het voor Emergo Fashion BV niet meer interessant en ging het bedrijf op zoek naar een partner in Roemenië en Bulgarije. Gekozen werd voor het Bulgaars modebedrijf Riton –P, opgericht in 1937. Het bedrijf werd in 1979 geprivatiseerd en produceert inmiddels vooral voor de Westeuropese markt.

Met een financiering van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken werd in 2005 een PSO (Projecten Samenwerking Oost-Europa)-project gestart en in 2007 was de oprichting van de joint venture, Riton Classic, een feit. In februari 2008 werd Riton P Classic door het Bulgaarse Ministerie van Economie en Energie gekozen tot beste exportbedrijf van Bulgarije.

Overigens werd tijdens het bezoek duidelijk dat dit niet zonder slag of stoot is gegaan. Om het gewenste hoge kwaliteitsniveau te garanderen heeft McGregor meer moeten investeren – in nieuwe machines, gebouwen en personeel – dan men aanvankelijk voorzag.

Lunch te Panagyrishte met burgemeester en lokale vertegenwoordigers

De burgemeester schetste de eerste ervaringen met het proces van decentralisatie. Naar zijn zeggen worden de nieuwe verantwoordelijkheden voor sociaal beleid en onderwijs naar behoren nagekomen en is het gevoerde beleid inderdaad efficiënter en beter op de behoeften van de burger afgestemd. Niettemin blijven de middelen schaars. Gemeenten hebben nog altijd weinig mogelijkheden om lokale belastingen te heffen en zijn in hoge mate afhankelijk van de centrale regering. Evenmin kan het belastinginstrument worden ingezet om bepaalde activiteiten te ontmoedigen (afvalbelasting) of juist te stimuleren (tax holidays ter stimulering investeringen).

De voorzitter van de Raad meldde desgevraagd dat inmiddels een aantal lokale programma’s voor sociale insluiting van Roma zijn opgezet. Men ziet zich echter voor een grote opgave gesteld gegeven de werkeloosheid en het lage niveau van opleiding van deze bevolkingsgroep.

De burgemeester meldde geen formele zeggenschap te hebben over de politie. Bulgarije kent alleen nationale politie. Wel is de politie lokaal in praktische zin afhankelijk van de burgemeester, wat hem enige invloed geeft. Ook over de lokale activiteiten van de grote staatsbedrijven, zoals de spoorwegen, heeft de burgemeester geen zeggenschap.

Voor wat betreft de infrastructuur werd desgevraagd gemeld dat de gemeente verantwoordelijk is voor het beheer van het lokale wegennet. Zij krijgt hiervoor fondsen van de centrale overheid.

DEEL VERSLAG VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

ROEMENIË

Dinsdag 6 mei 2008 – Boekarest

Briefing door Nederlandse ambassadeur en medewerkers

Na een algemene presentatie van ambassadeur Werner over de voortgang van Roemenië bij het nakomen van zijn lidmaatschapsverplichtingen – zie ook betreffend deelverslag vaste commissie voor Europese Zaken – schetste Landbouwraad Brouwer de sterke en zwakke punten van de Roemeense en Bulgaarse landbouwstructuur. Hij wees daarbij met name op het probleem van de kleinschalige en versnipperde landbouwstructuur in beide landen en de matige organisatie hiervan. Dit punt werd tijdens het werkbezoek door vrijwel alle gesprekspartners aangehaald, omdat het in de uitvoering van het GLB en de besteding van EU landbouwfondsen veel problemen oplevert.

Ten aanzien van Roemenië wees Brouwer verder op de moeizame en trage implementatie van EU veterinaire en fytosanitaire regelgeving. Ten aanzien van Bulgarije noemde hij de aandachtspunten samenwerking en ketenbenadering. Tegelijkertijd hebben beide landen een groot landbouwpotentieel door hun omvangrijke landbouwareaal, relatief goedkope en vruchtbare grond en lage arbeidskosten. Daar komt bij dat er nu meer EU-fondsen beschikbaar komen voor investeringen in de agrifoodsector. Dit biedt zeker kansen voor het Nederlandse agrarische bedrijfsleven.

Gesprek met voorzitter Kamer van Afgevaardigden Olteanu

Zie betreffend deelverslag vaste commissie voor Europese Zaken. Hieraan kan worden toegevoegd dat Olteanu, sprekend over het probleem van de talrijke kleine Roemeense boeren, de opmerkelijke uitspraak deed dat landbouwsubsidies wat hem betreft helemaal afgeschaft konden worden. Waarna hij direct aangeeft dat zijn collega’s van de landbouwcommissie daar uiteraard heel anders over denken.

Informeel diner met minister van Landbouw Ciolos

In een zeer geanimeerd en open gesprek beschreef dhr. Dacian Ciolos de uitdaging waar hij als kersvers minister voor staat. Zijn voorganger moest vertrekken omdat hij verdacht wordt van het aannemen van steekpenningen. Minister Ciolos en zijn betrokken (Franse) echtgenote legden uit dat het enorme aantal kleine Roemeense boerenbedrijfjes – zes miljoen waarvan de meeste met een paar koeien of varkens in de achtertuin – lastig is gebleken voor een efficiënte invoering van het GLB, waaronder het melkquotumsysteem. Ruim 860 000 boeren hebben een melkquotum toegewezen gekregen, dat meer is dan alle melkquotumhouders in de EU-25 samen. Er is volgens Ciolos gekozen voor een korte termijn oplossing, die op lange termijn onherroepelijk sociale problemen creëert. Daarnaast belemmert de Roemeense landbouwstructuur een efficiënte grondregistratie, uitbetaling van bedrijfstoeslagen en de nodige aanpassingen van de veterinaire infrastructuur.

Aan tafel zaten ook vice-voorzitter Nagy van de Roemeense sanitaire, veterinaire en voedselveiligheid autoriteit en Alfred Braam, Veterinaire Raad van het ministerie van LNV (standplaats Boedapest). Met hen en minister Ciolos werd stilgestaan bij de uitbraken van klassieke varkenspest (KVP) in Roemenië en het importverbod dat de EU op varkens en varkensvleesproducten uit Roemenië heeft ingesteld. Wederom is de versnippering en kleinschaligheid een probleem: circa driekwart van de varkensstapel wordt door Roemenen gehouden in hun achtertuin. Bovendien zijn er veel wilde zwijnen die KVP kunnen verspreiden. Naar aanleiding hiervan ontspon zich een discussie over het non-vaccinatiebeleid. Deze leidde uiteindelijk tot de belofte van minister Ciolos aan het lid Ormel om in de EU-Landbouwraad aandacht te vragen voor een fundamentele wijziging van het non-vaccinatiebeleid.

Woensdag 7 mei – Boekarest en platteland

Werkontbijt met vertegenwoordigers Nederlandse bedrijven in Roemenië

Zie betreffend deelverslag vaste commissie voor Europese Zaken. Hieraan kunnen de volgende landbouw-specifieke punten worden toegevoegd. In de zuivelsector is sprake van een grijs circuit bij bedrijven die voor toetreding tot de EU gesplitst werden in leveranciers van EU respectievelijk niet-EU erkende melk. Pluspunt voor het agrarisch ondernemerschap in Roemenië is de goedkope arbeidskrachten en de goedkope grond. Een belemmering vormt het grondeigendom: vanaf eind jaren veertig werd de grond stelselmatig onteigend en in duizenden gevallen is een hiervoor speciaal opgericht agentschap nog steeds doende de grondeigendomsrechten te achterhalen. Gevolg is dat soms jaren na aankoop van een stuk grond de oorspronkelijke eigenaar alsnog zijn grond komt claimen.

Gesprek met leden commissie voor landbouw Kamer van Afgevaardigden

Voorzitter Kelemen, die zich op zijn EU ervaring als voormalig waarnemend Europarlementariër beriep, vond dat de Nederlandse en Roemeense standpunten vaak overeenkomen. Voorbeelden die hij noemde zijn de posities ten aanzien van de recent vernieuwde marktverordening wijn, de «zachte landing» van de afschaffing van het melkquotumstelsel en de problemen die boeren hebben met het zware randvoorwaardenbeleid (cross compliance). Hij merkte verder op dat het huidige EU beleid ten aanzien van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) een probleem is voor Roemenië. Eigen teelten van ggo-soja worden bemoeilijkt door de co-existentie regels, maar er komt wel ggo-diervoer uit Argentinië op de EU markt. Er mag kennelijk wel geïmporteerd, maar niet geproduceerd worden! Tenslotte schetste hij desgevraagd hoe de Kamer van Afgevaardigden de Roemeense inzet bij de Landbouw- en Visserijraden controleert: elke maandag heeft Kelemen een afstemmingsuurtje met de minister waarin alle door Roemenië in te nemen posities op de Landbouw- en Visserijraad worden besproken.

Gesprek met vice-staatssecretaris ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling Luca

Mevr. Luca is verantwoordelijk voor Europese Zaken en ad hoc woordvoerster in het speciale landbouwcomité (CSA) in Brussel. Centraal in haar verhaal over de Roemeense inzet stond de wens om ook na 2013 de directe betalingen voort te zetten. Ze benadrukte dat Roemenië een gedetailleerde positie in dit opzicht nog moet uitwerken. Roemenië krijgt gefaseerd directe steunbetalingen en moet gefaseerd aan de randvoorwaarden (cross compliance) voldoen: eerst milieu, dan voedselveiligheid dan dierenwelzijn. Roemenië wil ook geen extra verplichte modulatie van directe steun naar plattelandsgeld. Mw. Luca stelde niets te zien in een minimum bedrijfsgrootte als steunvoorwaarde: in Roemenië is het gemiddelde areaal van een boerenbedrijf nu 2,2 ha. De minimumgrootte die Roemenië zelf aanhoudt is 1 ha met een minimale omvang van het perceel van 0,3 ha. Indien men groter zou moeten zijn om voor betalingen in aanmerking te komen, zouden boeren met andere boeren moeten consolideren: dat zou een aantasting van de hele Roemeense landbouwstructuur betekenen, omdat deze grotendeels op zelfvoorziening is geënt. Bovendien zouden bij een nog groter minimum areaal (> 1 ha) veel kleine boeren niet meer in aanmerking komen voor inkomenssteun. Met betrekking tot de zgn. artikel 69 discussie (waarbij directe inkomstensteun aan een bepaalde landbouwsector ook ingezet kan worden voor andere landbouwsectoren) staat Roemenië op het standpunt dat uitbreiding en oprekking van deze mogelijkheid gewenst is, bijvoorbeeld om de Roemeense bergboeren meer steun te kunnen geven.

Lunch met vertegenwoordigers Roemeense betaalorganen

De vertegenwoordigers van betaalorganen en het hoofd van de EU delegatie Figarelli lichtten toe hoe de EU fondsen worden verdeeld, uitgekeerd en gecontroleerd. In 2007 was er nog een enorme vertraging met de uitbetalingen. Bij de Roemeense «Dienst Regelingen» – verantwoordelijk voor de directe landbouwbetalingen – werden maar liefst 4800 mensen aangenomen om de enorme klus te klaren. Met werkdagen van 24 uur en veel steun van de EU delegatie en uit Brussel verloopt het dit jaar beter en het streven is om de resterende betalingen nog voor eind juni te verrichten. Met het wegzetten van plattelandsgelden (maar liefst 8 miljard euro, met een co-financiering van 2 miljard) zijn ca. 1200 mensen gemoeid. De besteding van deze gelden is wel veel lastiger omdat het voor de Roemeense plattelandsbewoners meestal te ingewikkeld is om een project in te dienen. Nota bene: de positie van Roemenië (en Bulgarije) is bijzonder omdat zij een tijdelijke «omgekeerde modulatie» kennen. Zij mogen drie jaar lang 20% (Roemenië) respectievelijk 25% (Bulgarije) van de door de EU toegekende plattelandsgelden overhevelen aan directe inkomenssteun aan boeren. Voor de «oude» lidstaten geldt juist de verplichting om 5% van deze directe steun af te romen ten behoeve van plattelandsmaatregelen. Opgemerkt zij dat de inkomenssteun aan boeren in Roemenie en Bulgarije de komende jaren gefaseerd wordt ingevoerd van 25 naar 100% van steunniveau in «oude» EU-lidstaten. M.a.w.: vooral in het begin van deze periode zijn de verschillen in directe steun nog groot.

In het gesprek werden voorbeelden van plattelandsprojecten genoemd, waaruit ook nog eens blijkt dat de Roemeense inzet vooral op de 1e as van de plattelandsverordening (concurrentiekracht landbouw, 42,2%) ligt: zo wordt in wegen in landbouwgebieden en in de modernisering van landbouwbedrijven geïnvesteerd en aanzienlijk minder in natuur- en milieuprojecten (2e as, 25%).

Gesprekspartners waren positief over de controles: de Roemeense counterpart van de Europese anti-fraude instantie OLAF is gecentraliseerd op regeringsniveau en controleert niet alleen de rechtmatige besteding van de EU gelden maar coördineert ook de nationale tegenmaatregelen. Resultaat: sinds 2005 is 2,5 mln euro opgespoord in het kader van gebrekkige administratie van bedrijven zelf en 2,5 mln euro in het kader van corruptie. In 2007 hadden 30 strafrechtelijke dagvaardigingen plaats, m.n. op het gebied van SAPARD, het overgangsprogramma voor plattelandsontwikkeling. Het betrof o.a. vervalsingen van documenten en tenders. Daarbij ging het om relatief kleinere bedragen (< 1 mln). Meer in het algemeen kende SAPARD geen goede start, maar inmiddels lijkt het met succes te kunnen worden afgerond (2000 projecten, 1,5 mrd EU; 0,5 mrd co-fin).

Specifiek bij het beheer van de structuurfondsen werd nog aangetekend dat Roemenië geen regionale besturen kent, wat een goed beheer lastig maakt. De structuurfondsen worden verdeeld langs zeven uitvoeringsprogramma’s, waaronder een programma voor economische concurrentiekracht t.w.v. 3 mld., waarvan 80% naar het bedrijfsleven gaat (waarvan een flink aantal Nederlandse bedrijven).

Tenslotte werd gemeld dat de EU-missie eind juli wordt gesloten en omgezet in een EU-vertegenwoordiging. Het was één van de grootste EU-missies in kandidaat-lidstaten (> 100 man) met een pre-accessie budget van 1 mld euro.

Bezoek aan melkveehouderij»Dutch Dairy Farm Srl» te Slobozia

Het veldbezoek vond plaats 50 kilometer ten zuiden van Boekarest bij de grens met Bulgarije. Onderweg vielen met name de slechte, niet geasfalteerde hobbelwegen op, hetgeen een idee geeft van de problemen met toelevering en veterinaire infrastructuur.

Dutch Dairy Farm Srl is in 2006 opgericht en wordt geleid door drie eigenaren waarvan twee Nederlandse zakenpartners actief in de zuivel. Het bedrijf telt 250 melkkoeien maar wil doorgroeien naar ca. 600 koeien. Ook hier kwamen de problemen met de beoogde uitfasering van de melkquota aan de orde: de melkveehouders zijn nog maar net begonnen zich op te werken en moeten dadelijk alweer uitfaseren. Bedrijfsleider Van de Brug zei wel veel baat te hebben gehad bij de EU vrijwaringsmaatregelen die op het gebied van zuivel zijn ingesteld. Als gevolg van de twee gescheiden melkstromen – één voor plaatselijke afzet, één voor export – zijn buitenlandse investeerders als Danone naarstig op zoek naar EU erkende melk die kan worden uitgevoerd en/of verwerkt. Dutch Dairy Farm heeft dan ook een goede melkprijs weten uit te onderhandelen: 60 cent per liter, wat met een productie van 4800 liter per dag zeker geen windeieren legt. Opvallend is het tekort aan oormerken, wat volgens Van de Brug ligt aan de slechte kwaliteit (ze vallen uit) en trage bezorging. Dat het naast de Identificatie & Registratie-eisen (I&R) ook niet zo nauw wordt genomen in de omgeving met de hygiëne en preventie dierziektebestrijding blijkt uit de opmerking dat veehouders zelf met koeienkoppen moeten slepen voor hersenonderzoek naar het laboratorium en dat de (restanten van de) dode dieren vaak pas na lange tijd worden opgehaald van het bedrijf. Deze worden dus veelal ter plaatse begraven. Vanuit de delegatie worden ook vragen gesteld over dierenwelzijn, maar uit de antwoorden – en eigen observaties van de delegatieleden – lijken daar niet bepaald de eerste zorgen te liggen. Dat beeld zal zich later in Bulgarije herhalen.

Uit een volgend veldbezoek aan een kleinere maar voor Roemeense begrippen nog vrij grote boer (ca. 40 koeien) viel met name op dat deze een minder goede prijs heeft kunnen bedingen: 47 cent per liter. Zijn koeien staan jaarrond binnen maar ogen gezond en verzorgd. Een laatste spontaan ingepland bezoek op de terugreis naar Boekarest vond plaats bij een boer met enkele koeien en talrijke toegesnelde familieleden, waarbij ook de inmiddels gealerteerde plaatselijke burgervader van het gehuchtje aanschoof. Deze boer met zijn vier koeien krijgt momenteel 50 euro per hectare en tegen de tijd dat Roemenië helemaal is ingefaseerd 200 euro per hectare. Dit geldt ook voor alle andere kleine boeren die maar liefst 70% van alle boeren in Roemenië uitmaken. De boer klaagde over de starre EU regelgeving die fysieke uitbreiding van zijn bedrijf onmogelijk maakt: de stallen moeten op afstand van zijn huis staan en die ruimte heeft hij niet.

BULGARIJE

Donderdag 8 mei – Sofia

Lunchbriefing met medewerkers Nederlandse ambassade en met Bulgaarse opinieleiders

Zie betreffend deelverslag vaste commissie voor Europese Zaken.

Ten aanzien van de landbouwstructuur werd ook hier gewezen op de talrijke kleine boerenbedrijven, die hooguit nog 10 jaar zelfvoorzienend kunnen zijn. Een andere belangrijke kwestie is de voedselveiligheid: vorig jaar werden de overgangsmaatregelen voor EU voedselveiligheidsnormen met twee jaar verlengd, maar het blijft problematisch. Dat geldt ook voor het van de grond krijgen van een goed functionerende voedselveiligheidsautoriteit (nu nog drie aparte organisaties) en de ondercapaciteit van de controlerende agentschappen. Onlangs is wel een nieuw departement opgericht dat verantwoordelijk is voor de besteding van de EU fondsen. Door de problemen in het verleden en de dreiging van Brussel om de fondsen te bevriezen is dit nieuwe orgaan rechtstreeks onder de premier geplaatst.

Gesprek met plaatsvervangend Parlementsvoorzitter Kornezov

Zie betreffend deelverslag vaste commissie voor Europese Zaken.

Gesprek met leden commissie voor Landbouw

Voorzitter Kalinov van de landbouwcommissie wees op de complicatie voor de Bulgaarse landbouwsector dat op het moment van toetreding van Bulgarije de EU zelf ook veranderingen doorvoerde. Het plattelandsprogramma is dan ook heel laat van start gegaan. Er is vooral veel geïnvesteerd in een zware milieuwetgeving, in grenscontroles en testlaboratoria en er is één wet voor dierenwelzijn ingesteld, nml. dat dieren humaan moeten worden behandeld. Bulgarije kan zich gelukkig prijzen met de afwezigheid van grote dierziekte crises, wel is voedselveiligheid nog een belangrijk aandachtspunt. Ten aanzien van het onderwerp biomassa en biobrandstoffen stelden de Bulgaarse leden geen voorstander te zijn van premies voor energiegewassen (in tegenstelling tot hun Roemeense collega’s). Reden: «food is for the mouth, not for the motor». Overigens viel op dat het begrip «health check» bij de Bulgaarse collegae nog onbekend is.

Gesprek met minister van Landbouw Tsvetanov en ambtenaren

Op het moment van het gesprek was de Bulgaarse minister van Landbouw, dhr. Tsvetanov, pas twee dagen aangesteld. Zijn voorganger minister Kabil moest het veld ruimen – evenals zijn ambtscollega’s voor defensie en volksgezondheid – omdat zij er niet in zouden zijn geslaagd de door de EU gewenste hervormingen door te voeren. Minister Tsvetanov verontschuldigde zich voor zijn relatieve onbekendheid met de actuele GLB onderwerpen en stelde in het komende kabinetsjaar (over een jaar volgen nieuwe verkiezingen) een versterkte dialoog met de boeren aan te willen gaan. Zijn medewerkers legden uit dat veel posities met Nederland worden gedeeld (geen extra verplichte modulatie, belang van vereenvoudiging cross compliance, uitbreiding art. 69 etc.) en dat op korte termijn een technische bijeenkomst staat gepland in het kader van nadere coalitievorming. Voor Bulgarije zijn een verlenging van de overgangsperiode en het behoud van directe steun (op basis van het solidariteitsbeginsel) van groot belang. Het Bulgaarse kabinet vindt dat marktmechanismen mogen worden uitgefaseerd, maar dat een verzekeringsmechanisme en een veiligheidsnet nodig zijn om dierziekten of natuurrampen op te kunnen vangen. Ook in Bulgarije blijkt de besteding van directe landbouwgelden veel soepeler te lopen dan plattelandsprojecten. Ten aanzien van de melkquotering werd opgemerkt dat de 2,5 euro tegemoetkoming per liter melk minder belangrijk is dan een stabiele markt voor boeren die hen in staat stelt om gegarandeerd kwalitatief goede melk af te zetten. Overigens was voor de introductie van de melkquota in 2005 in Bulgarije destijds een Nederlandse consultant ingeschakeld.

Vrijdag 9 mei – Sofia en platteland

Werkontbijt met vertegenwoordigers van Nederlandse bedrijven in Bulgarije

Zie betreffend deelverslag vaste commissie voor Europese Zaken.

Bezoek aan kwekerij «Bulland» en wijngaard «Asenovgrad»

Onder begeleiding van Landbouwraad Brouwer en zijn Bulgaarse technisch assistente Milenkova werd een samenwerkingsproject met startkapitaal van het ministerie van Economische Zaken bezocht. Bulland Nursery is een Bulgaars-Nederlandse joint venture die jonge sierplanten en -bomen opkweekt en afzet. Duidelijk wordt dat niet alleen de startsubsidie maar vooral ook de samenwerking met gedreven en capabel personeel (goede managers!) van essentieel belang is voor het welslagen van een dergelijk project. Ook het belang van een positieve betrokkenheid van de plaatselijke autoriteiten wordt geïllustreerd als tijdens het bezoek de voormalige, gepensioneerde burgemeester via de achterdeur binnenvalt en dit minimaal wekelijks blijkt te doen.

Tijdens de rit naar de laatste bestemming werden prachtige landschappen en bossen aanschouwd wat tot vragen van de Nederlandse delegatie over de invoering van Natura 2000 leidde. Bulgarije blijkt ondanks de natuurlijke ruimte veel problemen te hebben met de begrenzing van Natura 2000 gebieden; juist door de bloeiende economie en daarmee toegenomen behoefte aan goede infrastructuur willen ondernemers graag bouwen en de grond in natuurgebieden voor commerciële en toeristische doeleinden gebruiken. Bulgarije heeft op dit vlak nog geen infractieprocedures gehad, maar gevreesd wordt dat dit niet lang zal uitblijven.

Tijdens een lunch bij een wijngaard op de terugreis werd gesproken met lokale autoriteiten en onderzoeksinstellingen. Dit bood een aardig inzicht in hoe de EU «leeft» op het platteland en hoe EU onderhandelingen op dit niveau worden beleefd. Zo bleek de plaatselijke vertegenwoordiger van de fytosanitaire dienst niet op de hoogte van het feit dat het vliegtuigspuiten met bestrijdingsmiddelen zwaar onder vuur ligt in Brussel, terwijl in de desbetreffende omgeving deze praktijk met grote regelmaat plaatsvindt. Meer in algemene zin bevestigde de burgemeester dat de EU nauwelijks leeft bij de bewoners van zijn dorp.

BIJLAGE

Programma werkbezoek Roemenië

Dinsdag 6 mei
  
13.20 uur:Aankomst delegatie op Otopeni airport (Boekarest)
14.30–16.00 uur:Briefing door Nederlandse ambassadeur en medewerkers
16.30–17.30 uur:Gesprek met voorzitter Kamer van Afgevaardigden Olteanu
17.30–18.15 uur:Rondleiding in Parlementsgebouw
  
Vaste commissie voor Europese Zaken
  
19.30–22.00 uur:Informeel diner met intellectuelen en opinion leaders
  
Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  
19.30–22.00 uur:Informeel diner met minister van Landbouw Ciolos
  
Woensdag 7 mei
  
07.30–09.15 uur:Werkontbijt met vertegenwoordigers Nederlandse bedrijven in Roemenië
  
Vaste commissie voor Europese Zaken
  
09.30–11.00 uur:Gesprek met leden commissie voor Europese Zaken Kamer van Afgevaardigden
11.00–12.00 uur:(individueel) Gesprek met vertegenwoordigers zusterpartijen
  
Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  
09.30–10.30 uur:Gesprek met leden commissie voor Landbouw Kamer van Afgevaardigden
10.45–12.15 uur:Gesprek met vice-staatssecretaris voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling Luca
  
Gezamenlijk
  
12.30–14.00 uur:Lunch met vertegenwoordigers Roemeense betaalorganen EU-fondsen
  
Vaste commissie voor Europese Zaken
  
14.15–15.00 uur:Gesprek met directeur EU ministerie van Justitie
15.15–16.30 uur:Bezoek aan het National Integrity Centre
17.00–17.30 uur:Gesprek met Roma vertegenwoordiger
17.30–18.30 uur:Gesprek met minister van Buitenlandse Zaken Comanescu
  
Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  
14.00–18.30 uur:Werkbezoek aan melkveehouderij «Dutch Dairy Farm» te Slobozia
  
Gezamenlijk
  
20.30–22.30 uur:Diner aangeboden door Kamer van Afgevaardigden
  
Donderdag 8 mei
  
10.10 uur:Vertrek delegatie van Otopeni airport (Boekarest) naar Sofia

Programma werkbezoek Bulgarije

Donderdag 8 mei
  
11.10:Aankomst delegatie op Sofia airport
12.30–13.50 uur:Lunchbriefing door medewerkers Nederlandse ambassade en Bulgaarse opinieleiders
14.00–14.30 uur:Gesprek met plaatsvervangend Parlementsvoorzitter Kornezov
  
Vaste commissie voor Europese Zaken
  
14.30–15.30 uur:Gesprek met leden commissie voor Europese Zaken
16.00–17.15 uur:Gesprek met vice-premier en tevens minister van Buitenlandse Zaken Kalfin
17.30–18.20 uur:Gesprek met minister voor Europese Zaken Grancharova
18.30–19.15 uur:Gesprek met secretaris-generaal National Commission for Combatting Trafficking in Human Beings
  
Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  
14.30–15.30 uur:Gesprek met leden commissie voor Landbouw
16.00–18.20 uur:Gesprek met minister van Landbouw Tsvetanov en ambtenaren
  
Gezamenlijk
  
20.00–22.30 uur:Diner aangeboden door voorzitter Bulgaarse commissie Landbouw Kalinov
  
Vrijdag 9 mei
  
07.30–09.00 uur:Werkontbijt met vertegenwoordigers Nederlandse bedrijven in Bulgarije
  
Vaste commissie voor Europese Zaken
  
09.15–09.45 uur:Gesprek met procureur-generaal Velchev
11.30–12.15 uur:Bezoek aan Riton P Classic Men’s shirts fabriek te Panagyurishte
12.30–14.00 uur:Lunch te Panagyrishte met burgemeester en locale vertegenwoordigers
  
Vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
  
10.00–11.00 uur:Bezoek aan kwekerij «Bulland» te Pazardhik
11.30–14.00 uur:Bezoek aan wijngaard te Asenovgrad en aansluitende lunch met lokale autoriteiten en onderzoeksinstellingen
  
Gezamenlijk
  
16.20 uur:Vertrek delegatie van Sofia airport via Wenen naar Amsterdam
Naar boven