23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 366 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK

Vastgesteld 14 oktober 2019

Op zondag 6 en maandag 7 oktober 2019 heeft een delegatie van de vaste commissie voor Europese Zaken een werkbezoek gebracht aan Londen, Verenigd Koninkrijk. Met dit werkbezoek heeft de delegatie zich geïnformeerd over de stand van zaken van de Brexit.

De delegatie bestond uit de leden Veldman (delegatieleider; VVD), Anne Mulder (VVD), Omtzigt (CDA), Van Ojik (GroenLinks), Van Der Graaf (ChristenUnie) en Van Otterloo (50PLUS). De delegatie werd ambtelijk ondersteund door de adjunct-griffier van de commissie, de heer Buisman. De delegatie brengt als volgt verslag uit van dit werkbezoek.

Het inhoudelijke programma van het bezoek aan Londen, Verenigd Koninkrijk, startte op zondagavond 6 oktober 2019 met een briefing door de Nederlandse ambassadeur in Londen, de heer Simon Smits. De delegatie heeft grote waardering uitgesproken voor de inzet van de medewerkers van de ambassade om een goed inhoudelijk programma neer te zetten onder de steeds wisselende politieke omstandigheden in Westminster.

Burgerrechten

Op maandagochtend 7 oktober 2019 sprak de delegatie met vertegenwoordigers van The3Million, de belangengroep die opkomt voor de rechten van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk, over knelpunten die deze groep in het Verenigd Koninkrijk ervaart. Een belangrijk knelpunt is het gebrek aan een fysiek bewijs van de juridische status van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk. Op dit moment is er alleen een digitaal document beschikbaar maar dat is gevoelig voor hacks en storingen. Een fysiek bewijs geeft zekerheid. Een belangrijk tweede punt is de angst voor discriminatie tussen Britse en EU-burgers na de uittredingsdatum van het Verenigd Koninkrijk. Na de Brexit mag er geen discriminatie plaatsvinden op basis van nationaliteit tussen Britse en EU-burgers bij bijvoorbeeld het oprichten van een bedrijf, om zzp’er te zijn of om diensten aan te bieden. In het opvolgend gesprek met Minister of State at the Department for Exiting the European Union Lord Callanan heeft de delegatie deze vragen aan de orde gesteld. Met Lord Callanan is tijdens het gesprek afgesproken dat de vragen van de delegatie die zijn blijven liggen per brief zouden worden gesteld. Dit heeft geresulteerd in een brief van de delegatie die op donderdag 10 oktober 2019 aan Lord Callanan verstuurd is.

Politiek en proces

Aansluitend sprak de delegatie met de heer Lindsay Croisdale-Appleby, Directeur-Generaal EU Exit, bij het Foreign and Commonwealth Office en leden van het Lagerhuis Greg Hands (co-voorzitter van de Alternative Arrangements Commission) en the Right Honourable Sir David Lidington (voormalig vicePremier en Minister of State for Europe and NATO onder premier David Cameron).

De tijd tot aan de Brexitdatum van 31 oktober 2019 is kort. Op 9 september 2019 is de European Union (Withdrawal) (No. 2) Act 2019 («Benn Act») van kracht geworden. Met deze Benn Act moet de Britse premier een verlenging van de in Artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn tot en met 31 januari 2020 aanvragen indien het Britse parlement op 19 oktober 20191 nog niet ofwel een akkoord ofwel een no deal-Brexit heeft goedgekeurd. Een verlenging van de in Artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn is juridisch gezien mogelijk. Indien een verzoek tot verlenging wordt ingediend, zal de Europese Raad in Artikel 50-verband dit tijdens de Europese top op 17 en 18 oktober 2019 bestuderen en hier met eenparigheid van stemmen, en met instemming van het Verenigd Koninkrijk, over besluiten. Het vereiste van unanimiteit is gevaarlijk. Op basis van de gevoerde gesprekken sluit de delegatie niet uit dat er door de Britse overheid in Europese hoofdsteden gelobbyd wordt om het uitstel van de Brexit bij de Europese Raad tegen te houden.

Het bereiken van de beste Brexitdeal lijkt niet de hoogste prioriteit van premier Boris Johnson te zijn volgens de gesprekspartners van de delegatie. Premier Johnson ziet Brexit in het licht van democratische verantwoording naar de Britse burgers toe en om het gevoel van «controle» weer terug te krijgen, bijvoorbeeld op het gebied van immigratie. Premier Johnson is volgens de gesprekspartners daarbij vooral bezig met het winnen van de volgende verkiezingen en gebruikt Brexit daarbij om zich te positioneren. Hij gebruikt daarbij het frame dat «de schuld» van het vragen van uitstel (de «blame game») ligt bij 1) de rechterlijke macht («remain judges» die zijn schorsing van het Lagerhuis ongedaan maakte; de schorsing van het parlement wordt door de gesprekspartners gezien als een grote fout van premier Johnson. Die beslissing verenigde de Britse oppositie, inclusief het starten van een rebellie in Johnson’s eigen conservatieve partij), 2) het Lagerhuis zelf (remain, wegens de Benn Act) en 3) bij de Europese Unie («de EU wil niet ingaan op de gedane Britse voorstellen»).

Bedrijfsleven

Na de drie gesprekken in Westminster lunchte de delegatie met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Het Verenigd Koninkrijk heeft op 4 oktober 2019 vier non-papers gepresenteerd. Deze beslaan de onderwerpen sanitaire en fytosanitaire afspraken (SPS), douanevereisten, het verband tussen SPS en douanevereisten, en industriële goederen. De vertegenwoordigers van het bedrijfsleven die de delegatie gesproken heeft kijken kritisch naar deze voorstellen. Zij willen «free and frictionless» kunnen handelen. De voorstellen leveren volgens de vertegenwoordigers echter meer onzekerheid op. De tijd die er nodig is om tot een eigenstandig handelsakkoord te komen wordt volgens hen onderschat door de Britse politiek. Onderhandelingen voor een handelsakkoord kunnen met gemak tien jaar duren en dat onderwerp blijft onbesproken in Westminster. Veel politici lijken te denken dat zij er zijn als zij eenmaal de uittreding van het Verenigd Koninkrijk hebben geregeld. Volgens de gesprekspartners begint het dan pas. Die onzekerheid heeft een prijs; er komen nauwelijks nog buitenlandse investeringen binnen in het Verenigd Koninkrijk wegens de onzekerheid.

Verkiezingen

Aansluitend sprak de delegatie in Westminster met Lagerhuislid Emily Thornberry (Labour) en was de delegatie te gast bij de commissievergadering van de commissie Europese Zaken van de House of Lords, onder voorzitterschap van Charles Hay, 16th Earl of Kinnoull.

Dat er nieuwe verkiezingen komen is volgens de gesprekspartners van de delegatie duidelijk. Zij stellen dat het ongeveer acht weken kost om deze verkiezingen te organiseren. Met een uitstel van de Brexitdatum tot 31 januari 2020 zouden nieuwe verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk mogelijk zijn. Deze verlenging van de Brexitdatum is echter te kort als er ook een tweede referendum georganiseerd moet worden. De gesprekspartners geven aan dat de organisatietijd voor een referendum ongeveer vijf maanden is.

Mocht er gekozen worden voor een uitstel van de Brexitdatum tot 31 januari 2020 dan is de verwachting dat alleen verkiezingen de politieke situatie niet veel verandert en dezelfde patstelling blijft bestaan. Politiek gezien heeft premier Johnson wel belang bij spoedige verkiezingen wegens de rol van de Brexitpartij van Nigel Farage die stemmen weg kan kapen bij de Conservatieve partij van Johnson. Om dat gevaar af te wenden is de wens van premier Johnson om zo snel mogelijk verkiezingen uit te schrijven.

Volgens Lagerhuislid Emily Thornberry (Labour) is Labour voor het houden van een tweede referendum. Op de vraag wat de insteek van Labour zou zijn, Brexit of remain, als er een mogelijk referendum gehouden wordt, gaf zij geen duidelijkheid.

Tot slot

In vrijwel alle door de delegatie gevoerde gesprekken klonk de wens tot flexibiliteit door. De gesprekspartners in Westminster zijn op zoek naar waar de ruimte ligt om tot een deal te kunnen komen. Daarbij blijft de Iers/Noord-Ierse grens de steen des aanstoots. Dit omdat er mogelijk grenscontroles moeten worden ingevoerd. Gezien de geschiedenis van The Troubles raakt het debat over de Brexit in Ierland en Noord-Ierland direct aan de eigen identiteit. Daardoor krijgt het debat over het al dan niet invoeren van mogelijke grenscontroles een zeer gevoelige lading. De rapporteurs Brexit van de commissie Europese Zaken in de Tweede Kamer hebben daar in hun verslag uit maart 2019 al over geschreven (Kamerstuk 23 987 nr. 333).

Veel gesprekspartners gaven aan de delegatie aan dat met de op 4 oktober 2019 gepubliceerde Britse voorstellen over de eigen Britse rode lijnen wordt heengestapt en dat diezelfde stap ook van de Europese Unie wordt verwacht.

Mocht er geen overeenstemming komen tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie dan is een no deal-Brexit een reële optie. Het is volgens de delegatie dan ook belangrijk dat Nederland zich grondig voorbereidt op een no deal-Brexit.

De delegatieleider, Veldman

De delegatiegriffier, Buisman


X Noot
1

Inmiddels is duidelijk dat de House of Commons op zaterdag (!) 19 oktober 2019 vergadert over de Brexit.

Naar boven