23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 330 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2019

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, het rapport aan over de bevindingen die volgen uit de externe validatie van de crisisvoorbereidingen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) op een no deal Brexit-scenario1. Het Ministerie van EZK heeft opdracht verleend tot de externe validatie om te bepalen of de crisisvoorbereidingen voldoende zijn en waar optimalisatiemogelijkheden liggen. Die urgentie werd mede gevoeld gelet op het thema stokkende handelsstromen, dat één van de drie prioritaire scenario’s is waarin ook na het doorvoeren van voorbereidende maatregelen de grootste risico’s op verstorende effecten resten.

Externe validatie van de crisisvoorbereidingen

Het rapport wordt door het Ministerie van EZK gezien als bevestiging dat op de juiste wijze invulling wordt gegeven aan de crisisvoorbereidingen en dat de crisisorganisatie in beginsel voldoende voorbereid is op mogelijke inzet bij een no deal Brexit.

De externe validatie heeft geleid tot een dertiental aanbevelingen, waarvan negen prioritaire aanbevelingen («Must Haves») en een viertal aanbevelingen die een verdere bijdrage leveren aan de optimalisatie van de crisisvoorbereidingen, maar niet strikt noodzakelijk zijn om de gewenste mate van paraatheid te bereiken («Nice to Haves»). Daarbij moet de opmerking geplaatst worden dat een aantal aanbevelingen al gedurende het onderzoek is opgepakt. Immers, de externe validatie heeft plaatsgevonden in december 2018 en januari 2019 en gedurende deze periode liepen de (crisis)voorbereidingen door. De externe validatie moet daarom gezien worden als een momentopname. EZK heeft de dertien aanbevelingen gebruikt om de lopende crisisvoorbereidingen waar nodig, in de resterende tijd, te optimaliseren. Aangezien de crisisorganisatie gedeeld is met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), zijn aanbevelingen in gezamenlijkheid door EZK en LNV opgepakt.

Crisisvoorbereidingen in het kader van Brexit

Het Ministerie van EZK heeft sinds de uitkomst van het referendum in 2016 geïnventariseerd wat de potentiële gevolgen van verschillende Brexit-scenario’s zijn en op welke beleidsterreinen van EZK mitigerende maatregelen genomen dienen te worden om potentiële verstoringen te voorkomen of te beperken. Hiertoe is een projectstructuur binnen EZK ingesteld, met daarbij een coördinerend Brexit-team. Het coördinerend Brexit-team richt zich op de voorbereidingen op verschillende Brexit-scenario’s en de bijbehorende onderhandelingsinzet. In dat kader wordt ook gewerkt aan contingency maatregelen. Naast het treffen van deze mitigerende maatregelen, is er in de zomer van 2018 besloten om de staande departementale crisisorganisatie te preparen voor het geval dat inzet van de crisisorganisatie bij een no deal Brexit wenselijk of noodzakelijk wordt geacht. De getroffen voorbereidingen sluiten aan bij de interdepartementale voorbereiding op het vlak van crisisbeheersing die medio september 2018 is gestart. Over deze interdepartementale voorbereidingen bent u geïnformeerd door de Minister van Buitenlandse Zaken door middel van een aantal brieven (Kamerstuk 23 987, nr. 304; Kamerstuk 23 987, nr. 323).

Er wordt niet verwacht dat een eventuele no deal Brexit direct zal leiden tot acute crisissituaties op de beleidsterreinen waar EZK primair verantwoordelijk is. Tegelijkertijd is in de interdepartementale voorbereiding op het vlak van crisisbeheersing het thema stokkende handelsstromen geïdentificeerd als één van de drie prioritaire thema’s die aan bod zouden moeten komen in een tweetal dilemmasessies op hoog-ambtelijk niveau om te oefenen met de nationale crisisstructuur. In het kader van goed risicomanagement is daarom besloten om voorbereidingen te treffen voor een eventuele inzet van de crisisorganisatie.

De generieke crisisorganisatie van EZK is in gezamenlijkheid met het Ministerie van LNV georganiseerd bij de splitsing na de kabinetsformatie in 2017. Dit is het gevolg van het uitgangspunt dat onnodige duplicering van diensten voorkomen dient te worden. Diensten die gedeeld kunnen worden door beide ministeries blijven werken voor beide, bijvoorbeeld op het gebied van juridische diensten en de crisisorganisatie. Dit maakt dat het Departementaal Crisiscentrum (DCC) werkt voor beide ministeries. Deze gezamenlijkheid geldt ook bij de inrichting van de specifieke crisisorganisatie bij een mogelijke no deal Brexit. Hierbij wordt intern nauw samengewerkt door het crisisteam van het DCC, het coördinerend Brexit-team van EZK en het coördinerend Brexit-team van LNV. Ook is er sprake van een nauwe interdepartementale samenwerking en afstemming. De externe validatie heeft zich met name gericht op deze onderdelen van de crisisvoorbereidingen.

Hieronder reageer ik op de aanbevelingen uit het rapport, geclusterd in de categorieën crisisorganisatie, crisisrollen en crisiscommunicatie.

Crisisorganisatie

Het werken tijdens een (dreigende) crisis gaat vaak anders dan onder normale omstandigheden. Het is daarom van belang dat de crisisorganisatie en lijnorganisatie goed op elkaar aansluiten. Een van de uitdagingen is om te bepalen voor welke maatregelen inzet van de crisisorganisatie noodzakelijk is en welke maatregelen vanuit de lijnorganisatie kunnen worden genomen. Een aantal aanbevelingen richt zich op deze afstemming van de werkzaamheden, verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de reguliere organisatie en de crisisorganisatie. Conform deze aanbevelingen zijn de reeds bestaande werkafspraken tussen de verschillende dienstonderdelen van EZK nader uitgewerkt. Ook zullen de bestaande werkafspraken bijvoorbeeld op het gebied van informatiehuishouding en -deling de komende tijd worden uitgewerkt.

Bij een eventuele crisissituatie als gevolg van een no deal Brexit kan al snel sprake zijn van een meervoudige crisisproblematiek. Gelet hierop is één van de aanbevelingen om voorbereidingen te treffen om de gezamenlijke crisisorganisatie van EZK en LNV flexibel in te zetten, mocht er behoefte ontstaan om deze te ontvlechten. Dit heeft ertoe geleid dat in februari 2019 gestart is met het uitwerken van alternatieve werkvormen voor de gezamenlijke crisisorganisatie, waarbij de crisisorganisatie flexibiliteit kent en naar behoefte van beide departementen kan worden ingezet.

Crisisrollen

Het is belangrijk dat crisisrolhouders voortijdig zijn opgeleid en goed geïnformeerd blijven, zodat ze hun rol in de crisisorganisatie goed kunnen vervullen. Ook is het van belang dat iedere crisisrol een achtervang heeft, zodat er continuïteit is bij het vervullen van de benodigde rollen en taken. De crisismanager van de crisisorganisatie vervult een essentiële rol in de departementale en, indien nodig, de interdepartementale crisisorganisatie. De aanbeveling om voor de crisismanager een vervanger te regelen is al opgevolgd voor het uitkomen van het rapport. In het rapport is eveneens de aanbeveling gedaan om vanuit het coördinerende crisisteam van het Departementaal Crisiscentrum (DCC) één aanspreekpunt aan te wijzen voor de crisisorganisatie rondom Brexit. Inmiddels zijn hierover naar tevredenheid aanvullende afspraken gemaakt. Eveneens zijn er werkafspraken gemaakt over de inzet van contactpersonen ten behoeve van de crisisorganisatie. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat de crisisrolhouders in de crisisorganisatie voor het coördinerend crisisteam van DCC fungeren als aanspreekpunten op de betreffende beleidsterreinen.

Een van de aanbevelingen daarnaast is om tussentijds bij de crisisrolhouders en de crisismanager te blijven controleren of zij zich voldoende toegerust voelen en voldoende informatie hebben om effectief te kunnen handelen in geval van crisis. De generieke informatievoorziening richting crisisrolhouders is geborgd door het beschikbaar stellen van diverse interne informatieproducten. In aanvulling hierop zijn er inmiddels meerdere sessies ingepland met de crisismanager. Het crisisteam van het DCC en het coördinerend Brexit-team staan eveneens voortdurend in contact met de crisisrolhouders. Tijdens deze contactmomenten zal conform de aanbeveling worden getoetst of eenieder zich voldoende opgeleid en geïnformeerd voelt om de eigen rol in de crisisorganisatie te kunnen vervullen.

Crisiscommunicatie

In het kader van een grondige crisisvoorbereiding is de aanbeveling gedaan om zoveel mogelijk op het gebied van crisiscommunicatie voor te bereiden. In het rapport wordt al blijk gegeven van acties die hiertoe ten tijde van de externe validatie zijn opgepakt, zoals het opzetten van een specifiek departementaal communicatieteam als onderdeel van de crisisorganisatie en het opstellen van specifieke vragen en antwoorden. EZK bereidt zich erop voor om wanneer noodzakelijk soepel aan te sluiten op de interdepartementale crisiscommunicatiestructuur. EZK is dan ook nauw aangesloten bij de interdepartementale voorbereidingen die worden getroffen op het gebied van (crisis)communicatie. In het bijzonder wordt, gelet op het gedeeld opdrachtgeverschap van het Brexit-loket, nauw samengewerkt met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven