23 987 Uitbreiding van de Europese Unie

Nr. 135 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK

Vastgesteld 9 december 2013

Een delegatie van de commissie Europese Zaken bezocht van 21 tot en met 25 oktober 2013 Turkije voor een werkbezoek. Het programma beoogde de leden van de commissie een beeld te laten vormen van de meest recente politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en de voortgang van de Turkse voorbereidingen op het EU- lidmaatschap. De delegatie bestond uit de leden Knops (voorzitter), Verheijen VVD), May (PvdA), Pechtold (D66), Buma (CDA), Omtzigt (CDA) en Gesthuizen (SP) en delegatiegriffier Van Keulen.

Het bezoek vond plaats enkele dagen na publicatie van het voortgangsrapport van de Europese Commissie van 16 oktober 2013, dat de balans opmaakte inzake Turkije ’s vorderingen richting EU toetreding. De Europese Commissie spreekt zich uit voor een hernieuwd momentum in de EU-toetredingsonderhandelingen met kandidaat Turkije. Tijdens het werkbezoek besloot de Raad Algemene Zaken met algemene instemming tot het openen van de onderhandelingen tussen Turkije en de Europese Commissie over hoofdstuk 22 over regionaal beleid.

Ambassadeur Keller en de ambassadestaf schetsten tijdens een ontbijtbriefing op de eerste morgen van het werkbezoek een beeld van de verschillende facetten van het huidige Turkije. Zij gingen daarbij onder meer in op de Turkse politiek, maatschappelijke transitie en de zoektocht naar een nieuw sociaal contract. Ze legden uit hoe het proces van toetredingsonderhandelingen instrumenteel is voor verandering in voor Turkije en Europa goede richting.

Vicevoorzitter Idris Şahin van de vaste parlementaire grondwetscommissie (AK partij) gaf tijdens de ontvangst in het Turkse parlement een toelichting op het lopende proces van grondwetsherziening. Naast de vaste commissie is een tijdelijke kamerbrede parlementaire voorbereidingscommissie samengesteld die probeert een nieuwe Turkse grondwet op te stellen. Alle in het parlement vertegenwoordigde partijen (AKP, CHP, MHP, BDP) hebben drie leden aan deze voorbereidingscommissie afgevaardigd. De commissie staat onder leiding van parlementsvoorzitter Cemil Cicek (AKP). Het herzieningsproces heeft aanzienlijke vertraging opgelopen, aldus Şahin. Hij noemde de inzet van de commissie op politieke consensus als oorzaak van de vertraging. Indien de commissie onverhoopt niet tot een compromis kan komen, worden de bepalingen waarover wel overeenstemming bestaat mogelijk afzonderlijk naar het parlement gestuurd. In reactie op vragen m.b.t. het publieke draagvlak antwoord Şahin dat de eerste zes maanden van het proces zijn benut om de inbreng van maatschappelijke organisaties, w.o. advocaten en mensenrechtenorganisaties te verzamelen.

Desgevraagd gaf de delegatie een toelichting op de politieke en publieke opvattingen die in Nederland bestaan op het toetredingsperspectief van Turkije tot de EU en de regeringsopstelling van strict but fair.

In het gesprek met de voorzitter van de vaste commissie voor Justitie, Iyimaya, stond voornamelijk het belang van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht centraal. In de afgelopen tien jaar zijn er op dit thema grote vorderingen gemaakt, aldus Iyimaya. Hij erkende niettemin ook dat er nog veel problemen bestaan omdat veranderende verhoudingen, bijvoorbeeld de rol van het leger in politiek en maatschappij, in nieuwe structuren moeten worden gegoten en een mentaliteitsverandering tijd neemt.

In het gesprek met de parlementaire commissie voor Europese Zaken, ging voorzitter Tekelioğlu (AKP) nader in op het aanpassings- en toetsingsproces van wet- en regelgeving aan het acquis en besprak ook de publieke en politieke reacties op het recente voortgangsrapport. Tekelioğlu legde uit dat zijn commissie Europese Zaken een toetsende en voorbereidende taak heeft. Nieuwe wetgeving die raakvlakken heeft met EU regelgeving wordt aan deze commissie voorgelegd die er op moet toezien dat deze in lijn is met EU-vereisten. Negatieve geluiden uit Europa over de Turkse EU-kandidatuur zou tot afnemende steun onder het Turkse electoraat leiden. Desondanks blijft de AKP inzetten op volledig EU-lidmaatschap, aldus Tekelioğlu. Commissielid Aykan Erdemir (CHP) benadrukte het belang van continuatie van het toetredingsperspectief en de gemeenschappelijke en verbindende waarden van vrede, rechtsstatelijkheid en democratie.

Tijdens een lunch aangeboden door de Turks-Nederlandse Parlementaire Vriendschapsgroep, voorgezeten door Saban Disli (AKP), werden de banden tussen Turkije en Nederland besproken.

De delegatie bezocht aan het einde van de middag onder leiding van een gids het historische stadsdeel Ulus en het museum voor Anatolische beschaving.

Tijdens een werkdiner later die avond informeerden diverse afdelingshoofden van de ambassade de delegatie over het brede spectrum aan bilaterale betrekkingen en de activiteiten van het postennet Turkije. De economische en landbouw afdelingen lichtten het economisch belang van Turkije voor Nederland toe en schetsten op welke wijze zij bijdragen aan het verzilveren van kansen door het Nederlandse bedrijfsleven. Ook de overige afdelingen, waaronder de politieke, sociale zaken, consulair en visum en politie bespraken hun werkzaamheden en de relevantie van Turkije voor Nederland. Ambassadeur Keller gaf een toelichting op het meerjarig beleidskader van de post en het belang van overleg en afstemming tussen EU-landen in hun contacten met de Turkse overheid, bijvoorbeeld op de terreinen van Schengen en Europol.

Op de ochtend van de tweede dag van het werkbezoek sprak de delegatie op het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken met ondersecretaris Gögüs. Hij constateerde dat de publieke steun voor EU lidmaatschap in Turkije daalt vanwege de perceptie van een ongelijke behandeling door de EU in vergelijking met andere kandidaat-landen. Ook vroeg gesprekspartner aandacht voor het belang van afschaffing van de visumplicht in ruil voor de ondertekening van het EU-Turkije re-admissie akkoord. Hij benadrukte de politieke wil van de Turken om het Cypriotische probleem op te lossen en vroeg om een zelfde houding van de Griekse Cyprioten en de EU. De plaatsing van Nederlandse Patriots in Adana is illustratief voor de goede relatie en samenwerking met Nederland, aldus Gögüs.

De tweede ochtend bezocht de commissie de EU-delegatie te Ankara; de grootste EU-delegatie in de wereld. EU-Ambassadeur Ripert en zijn staf informeerden de delegatie over de taken van de EUD, over het IPA-programma en over het recente EU voortgangsrapport van 16 oktober. Ripert lichtte toe dat het rapport gebalanceerd ingaat op de Turkse prestaties en tekortkomingen en benadrukte het belang van Turkije als strategische bondgenoot en economische partner. Begrip en kennis van de EU als moving target is niet wijdverbreid in Turkije; niet bij het publiek, maar ook niet bij politici, wat leidt tot het verwijt van gebrek aan vertrouwen aan beide zijden.

De EU heeft Turkije dus nodig, gezien de strategische geopolitieke en economische positie. Dat geldt ook omgekeerd. 75% FDI is afkomstig uit EU lidstaten. Tegelijkertijd is er ook zorg over de tanende publieke steun voor EU lidmaatschap in Turkije (44%; in EU: 20%): de EU wordt weliswaar gezien als drijvende kracht achter hervormingen en opwaardering naar EU-standaarden. Maar er zijn zorgen: er is een hapering in onderhandelingen sinds 2010; de hoge economische groei in vergelijking met de stagnatie in de EU heeft niet geholpen, noch de negatieve en verwijtende uitspraken van Turkse politici (AKP en oppositie) in media over de lidstaten die Turkije niet zouden willen en ongelijke standaarden met toegelaten lidstaten.

Het openen van hoofdstukken 23 en 24 (mensenrechten, justitie, nu geblokkeerd door Cyprus) is volgens de Commissie een voorwaarde voor vervolgstappen, want hier is ook nog veel, zo niet het meeste werk in te doen. Maar ook hier geldt: mini-revoluties voor de Turkse zijde zijn slechts kleine stappen in Europese ogen. Het publiek wordt bovendien niet actief meegenomen in de politieke argumentatie voor onderhandelingen met Europa. De onzekerheid van de Turken dat er echt perspectief is op toetreding, te zijner tijd, frustreert het proces. De vraag is niet alleen komt Turkije bij Europa, maar minstens even belangrijk is de vraag welke toekomst er is voor Turkije als ze niet bij de EU horen.

Het IPA-programma wordt ingezet op verschillende beleidsterreinen om Turkije te ondersteunen bij de aanpassing aan Europese normen en standaarden. Het instrument zou stimulerend werken voor hervormingen en tegemoet komen aan de capaciteitsopbouw die vereist is voor het uitbreidingsproces.

Later deze dag bezocht de delegatie minister voor Europese Zaken en tevens hoofdonderhandelaar Egemen Bağış (AKP). Hij deelde zijn visie op het EU voortgangsrapport en op in zijn ogen «de blokkades» in de onderhandelingen. Hij apprecieerde het voortgangsrapport als neutraler en objectiever dan dat van 2012. Bağış benadrukte de voortgang die Turkije heeft gemaakt, maar erkende tegelijkertijd de hiaten en uitdagingen in het hervormingsproces. Bağış suggereerde dat het Europese «meten met twee maten» een grotere blokkade is in het toetredingsproces dan de snelheid van hervormingen in Turkije. Unilaterale blokkades vertragen voortgang in het onderhandelingsproces, aldus Bağış. Desalniettemin blijft het perspectief op EU-lidmaatschap ook in de toekomst vitaal voor verdere hervormingen. Het echte obstakel is niet het gebrek aan hervormingen, maar zijn wat de minister betreft de Europese vooroordelen jegens Turkije. Het verankeren van Turkije in Europa is in beider belang, maar de EU meet met twee maten, gezien de toetreding van recente nieuwe lidstaten en de constatering dat niemand perfect is. Op de vraag of Turkije de oorzaak van het gebrek aan perspectief niet te veel externaliseert, benadrukt Bağış de enorme voortgang in slechts enkele jaren van interne hervormingen. Er moet nog veel gebeuren, maar dat wordt door unilaterale blokkades verhinderd. Sinds 2004 is de publieke steun in Turkije gedaald van 78 naar 44% – door onzekerheid over het eindresultaat. Als toetreding in, zeg, 2017 een perspectief zou zijn zou de steun naar ongekende waarden stijgen. Wat is het alternatief voor lidmaatschap, vraagt hij desgevraagd aan de delegatie. Je bent ofwel lid, of niet – iets anders moet Europa nog verzinnen. De vertraging in het openen van hoofdstuk 22 deze zomer lag niet aan wat er is gebeurd in Gezi park, maar aan de verkiezingen in Duitsland. Ook in Parijs, New York en Londen vinden demonstraties plaats. Uit de gebeurtenissen in Gezi park zijn door de politie wel degelijk lessen getrokken, stelt hij in reactie op verzoeken om onafhankelijk openbaar onderzoek, en er wordt ook gekeken naar de opruiende rol van de organisatoren, bv via Twitter – maar dit probleem is niet uniek Turks. In reactie op het verzoek vanuit de delegatie over de reikwijdte van het door minister Davotoglu toegezegde onderzoek stelde hij dat de Turkse autoriteiten wel degelijk lessen hebben getrokken en dat zij hierover – indien dit wat hem betreft noodzakelijk is – zullen worden geïnformeerd. Net als de EU houdt Turkije aan het eind van het toetredingsproces alle opties open, er zijn nog een aantal democratische momenten waarop de bevolking zich over dit proces kan uitspreken.

Tijdens een werklunch op de tweede dag sprak de delegatie met vertegenwoordigers van IMF, TEPAV, Wereldbank en de EU-delegatie in Ankara over de transformatie van de Turkse economie sinds de jaren tachtig. De economische groei in het afgelopen decennium is mede mogelijk gemaakt door hervormingen (o.a. in de financiële sector), politieke stabiliteit, de Douane Unie en het perspectief op EU-lidmaatschap, aldus gesprekspartners. Ook corruptie zou teruggedrongen zijn. Structurele hervorming aan de aanbodzijde van de economie is echter noodzakelijk om te blijven groeien. Ook moeten de arbeidsproductiviteit; de kwaliteit van het onderwijs; en de vrouwelijke arbeidsparticipatie verbeterd worden. Gesprekspartners benadrukten dat de Turkse financiële sector en overheidsfinanciën stabiel zijn. Directe buitenlandse investeringen zijn te laag, de handelsbalans is negatief en de groeicijfers fluctueren. EU-lidmaatschap draagt bij aan hogere buitenlandse investeringen aldus gesprekspartners. Bovendien stimuleert het EU-perspectief hervormingen op het terrein van het terugdringen van staatsteun en bevordert het transparantie bij overheidsaanbestedingen.

Aan het einde van de tweede dag werd de Ahmet Hamdi Akseki Moskee, de huismoskee van Diyanet, het Directoraat-Generaal voor Religieuze Zaken, bezocht. Daarop volgde een gesprek met Mehmet Görmez, het hoofd van Diyanet, die de delegatie informeerde over de activiteiten van zijn DG. Een deel van de taken strekt zich uit tot Nederland, daar de Turkse diaspora tevens de geestelijke zorg van Diyanet geniet. Görmez legt uit dat Turkije een beleid van scheiding van moskee en staat kent. Het leeuwendeel van de begroting van Diyanet (96%) is bestemd voor personele uitgaven zoals voor imams. Bij de vraag waar imams dienen te worden opgeleid noemde de gastheer de kwaliteit van de opleiding het leidende criterium. De vraag naar de actievere rol die imams kunnen spelen in de soms emotionele discussie over de islam beantwoordde de gastheer door te onderstrepen hoe ingewikkeld het is om op publieke uitingen van islamofobie bij monde van imams te reageren, nu er geen eenduidige opvattingen zijn binnen en tussen verschillende religieuze stromingen.

De tweede dag in Ankara werd afgesloten met een werkdiner op de residentie. Het centrale thema was het Turkse democratiseringsproces, in dit kader zijn een aantal gezaghebbende Turkse academici, journalisten en parlementariërs uitgenodigd. Ambassadeur Keller modereerde. Gesprekspartners etaleerden tegengestelde gezichtspunten met betrekking tot de stand van het democratiseringsproces, de rol van de media, regering en parlement. Ook hier drong de delegatie aan op het belang van onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen in Gezi park. De voorzitter van de parlementaire Turks-Nederlandse Vriendschapsgroep, Saban Disli (AKP), zegde toe zich sterk te maken voor toezending, voor het einde van het jaar, van een rapportage hierover aan het Nederlandse parlement.

Op de derde dag sprak de commissie na aankomst in Diyarbakir met Mehmet Demir, vicegouverneur van de gelijknamige provincie. Het gesprek richtte zich op de impact van het Koerdisch vredesproces en het recent aangekondigde democratiseringspakket op de regionaal-economische ontwikkeling. Hoewel veel kansen nu nog onbenut blijven, biedt het vredesproces kansen en de eerste tastbare resultaten zouden al zichtbaar zijn, aldus Demir. Ook het EU-toetredingsproces zou positief uitwerken op de regio in termen van vrouwenemancipatie, economische ontwikkelingen en capaciteitsopbouw. Later deze ochtend sprak de delegatie met Osman Baydemir, burgemeester van Diyabakir en een landelijk aansprekende Koerdische politicus van de BDP. Diyabakir (vml. Amid) aan de Tigris is een bijna tienduizend jaar oude stad, maar de laatste 100 jaar zijn volgens Baydemir dramatisch geweest. De stad staat bekend als centrum van Koerdisch activisme. Baydemir zet in op een multi-etnisch stedelijk beleid, en er zijn kleine stappen in de goede richting zoals de taalerkenning voor Koerden en het toestaan van de Koerdische letters q, x, w waarvan het gebruik eerder verboden was. Baydemir toonde zich in tegenstelling tot de gouverneur kritisch over het vredesproces. Duizenden Koerden, waaronder honderden verkozen BDP-politici zitten nog achter tralies zitten op verdenking van samenwerking met de PKK/KCK- ook Baydemir zelf is in meerdere rechtszaken verwikkeld. De bewijslast in deze politieke processen is volgens Baydemir omgekeerd. Het is goed dat er nu publiek protest is, maar net als de Koerdische vrijheidsstrijd worden ook de gebeurtenissen in Gezi-park door de regering aan buitenlandse krachten toegeschreven. Hij toont zich ook kritisch over het EU-toetredingsproces: in zijn ogen zijn geopolitieke overwegingen voor Europa momenteel belangrijker dan striktere toepassing van de Kopenhagen-criteria. De publieke steun voor het toetredingsproces was lokaal ooit 90% maar Europa vindt het momenteel belangrijker en om Ankara niet voor het hoofd te stoten. Er zijn 20 miljoen Koerden in Turkije, zij spreken Koerdisch en willen een eigen decentraal bestuur, maar dit wordt door Ankara en ook door de EU niet erkend.

Tijdens een werklunch met vertegenwoordigers van lokale organisaties (KAMER, DISA Instituut voor Politiek en Sociaal Onderzoek, Orde van Advocaten, Diyarbakir Kamer van Koophandel) werd ook gesproken over het recente democratiseringspakket; regionale sociaaleconomische ontwikkeling; de positie van vrouwen; onderwijs in de moedertaal; de rechtsgang en de impact van het vredesproces. In deze overwegend traditionele en religieuze streken is er op vele terreinen – maatschappelijk, economisch, bestuurlijk – sprake van grote achterstanden voor vrouwen. Ook meer cultureel en religieus gebonden fenomenen als kindbruiden, eerwraak en huiselijk geweld komen op relatief grote schaal voor. KAMER zoekt vrouwen thuis op door met vrijwilligers van deur tot deur te gaan en hun te vertellen over hun rechten en positie. Daarnaast probeert KAMER met regionale steuncentra vrouwen te helpen op allerlei sociaal maatschappelijke en economische terreinen. DISA zet zich onder meer in voor onderwijs in de moedertaal. In het democratiseringspakket zijn provisies zijn opgenomen rond het gebruik van de Koerdische taal, waarbij dit in de praktijk niet eenvoudig is.

Na de lunch bracht de delegatie een bezoek aan de Armeense kerk Surp Giragos in het centrum van Diyarbakir; een symbool van het multiculturele verleden van de streek. De gemeente Diyarbakir probeert deze historische rijkdom te koesteren en stemde in 2009 in met een subsidie van ca 550.000 euro voor de herbouw van de kerk. Vertegenwoordigers van de kerk informeerden de delegatie over de betrokkenheid van de gemeente, de internationale gemeenschap en de Armeense diaspora om de multireligieuze geschiedenis van Diyarbakir te preserveren. De Nederlandse ambassade heeft recent ingestemd met een bijdrage aan het restaureren van enkele winkelpanden in het kerkelijk complex. ’s Avonds bracht de delegatie een bezoek aan het Mor Gabriel-klooster, een van de oudste kloosters ter wereld dat sinds 397 onafgebroken dienst heeft gedaan, vlakbij de Syrische grens. Het klooster vormde tot enkele decennia geleden het hart van een bloeiende Syrisch Orthodoxe gemeenschap, waarvan inmiddels nog maar een paar honderd leden resteren. Tijdens een werkdiner informeerden bisschop Aktas en de voorzitter van de Stichting Mor Gabriel de delegatie over een recente opening door de Turkse regering om de eigendomskwesties inzake het grondgebied rond het klooster op te lossen

Op dag vier van het werkbezoek bezocht de delegatie vluchtelingenkamp Nizip 1 in de nabijheid van Gaziantep. Hier zijn circa 10.000 Syrische vluchtelingen in een tentenkamp ondergebracht onder verantwoordelijkheid van de UNHCR en AFAD, de Turkse coördinerende organisatie. Tijdens het bezoek werd de delegatie gebriefd door de Nederlandse speciale gezant voor Syrië, Marcel Kurpershoek. De delegatie werd rondgeleid langs de verschillende faciliteiten, waaronder de markt, scholen, en medische voorzieningen.

Na vertrek uit het kamp bezocht de delegatie Erdal Ata, gouverneur van de provincie Gaziantep. De oorlog in Syrië heeft behalve een grote vluchtelingenstroom, ook tot gevolg dat handel met en toerisme uit Syrië volledig stil zijn gevallen. Behalve in de vier kampen in de omgeving, verblijven duizenden vluchtelingen in de stad met gevolgen voor de woningmarkt. Lokale NGO’s en de overheid verzorgen hulp, onder meer voedselvoorziening voor duizenden vluchtelingen buiten de kampen. Het recent geopende Nederlandse Honorair Consulaat onderstreept de goede betrekkingen tussen beide landen, aldus Ata.

Tijdens een werklunch met lokale ondernemers, ondernemersorganisaties werd gesproken over de impact van de oorlog in Syrië, het economische potentieel van Gaziantep en de sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van de regio, waaronder vrouwelijk ondernemerschap.

Tijdens een werkbezoek aan de gemeente Gaziantep informeerde gemeentelijk secretaris Fuat Özçörekçi de delegatie over gemeentelijke restauratieprojecten om de rijke culturele geschiedenis van de stad te conserveren en over met Europese steun ingezette sociaal-maatschappelijke projecten, waaronder een project om lijmverslaving onder straatkinderen tegen te gaan.

In de middag bezocht de delegatie het pas geopende winkelcentrum Forum Gaziantep waar werd kennisgemaakt met de snelle economische transformatie van de regio en het contrast met de traditionele plaatselijke economie.

In Istanbul ontmoette de delegatie vertegenwoordigers van NGO’s, met wie zij de sociale impact van stedelijke vernieuwing besprak. De groei van Istanbul zorgt voor botsende belangen tussen milieu en stadsplanning. Het Taksim Platform, een beweging waar architecten, sociale- en stadsplanners sinds 2011 samenkomen, verzorgde een briefing over het ontstaan van de Gezi-demonstraties: een spontane samenscholing van mensen met verschillende achtergronden en belangen in reactie op bouwplannen zonder maatschappelijke consultatie. Gezi heeft het empowerment van sociale en maatschappelijke groepen aangetoond. De demonstraties sloegen over naar verschillende steden vanwege het harde ingrijpen van de autoriteiten. Verschillende leden van het Taksim-Platform zijn aangeklaagd wegens maatschappelijke opruiing. Het ontbreken van verplichte milieu-impact assessments bij de realisatie van grote infrastructurele projecten, zoals de aanleg van een nieuw vliegveld en de tunnel onder de Bosporus, blijft reden tot zorg, aldus de NGO’s. In de middag werd de delegatie ontvangen door het directoraat voor stadsplanning van de gemeente Istanbul. Zij lichtten de plannen toe voor stedelijke vernieuwing aan de hand van de verpauperde wijk Kasimpasa, overigens de wijk waar premier Erdoğan opgroeide.

Tijdens de werklunch sprak de delegatie met een brede vertegenwoordiging van Nederlandse bedrijven over hun visie op de Turkse economie, de impact van de Gezi-demonstraties op investeringen en de kansen en problemen van Nederlandse ondernemers in Turkije.

In de middag gaf correspondent Bram Vermeulen de delegatie zijn visie op de politieke ontwikkelingen in Turkije. Hij legde uit dat de politieke en publieke cultuur in Turkije vaak uitgaat van tegenstellingen en polarisatie. Zowel de Turkse als de buitenlandse pers loopt regelmatig aan tegen obstakels bij vrije berichtgeving en zelfcensuur is een belangrijk probleem. De veranderingen in de maatschappij hebben leiden tot onzekerheid en felle reacties van politiek en publiek. Gezi was hier een uiting van. Europese betrokkenheid blijft belangrijk: een kritischer voortgangsrapport had de deur kunnen sluiten.

Aansluitend sprak de delegatie met enkele Nederlands-Turkse (re)migranten over hun ervaringen en beweegredenen voor terugkeer naar Turkije. Met een drukbezocht persmoment voor Nederlandse en Turkse media werd het werkbezoek afgesloten.

De delegatie dankt alle betrokkenen op de Nederlandse ambassade in Ankara, het Consulaat-Generaal in Istanbul en de Honorair Consul in Gaziantep voor hun grote inzet bij de voorbereiding en begeleiding van dit vijfdaagse werkbezoek aan Turkije.

De delegatieleider, Knops

De delegatiegriffier, Van Keulen

Naar boven