Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2011
Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie en de minister voor Asiel en Immigratie, de op 18 februari
2011 verschenen interimrapporten van de Europese Commissie betreffende de voortgang van Bulgarije en Roemenië onder het Coöperatie-
en verificatiemechanisme (CVM) aan.1 De interimrapporten geven een feitelijke weergave van de ontwikkelingen in de hervorming van de rechtsstaat en de bestrijding
van corruptie en, in het geval van Bulgarije, georganiseerde misdaad, sinds de publicatie van de rapporten in juli 2010. Een
uitvoeriger rapportage, voorzien van conclusies en aanbevelingen, zal de Commissie deze zomer publiceren.
Commissierapporten
Uit het rapport over Bulgarije blijkt dat de politieke wil tot hervormen nog steeds bestaat. Op het gebied van justitiële
hervormingen zijn belangrijke stappen gezet op weg naar een effectiever strafprocesrecht, meer controle op de rechtsgang en
meer aandacht voor de opleiding van rechters. In de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad is ook sprake van vooruitgang,
zoals blijkt uit een nieuw opgericht anticorruptieorgaan en enkele politieacties. Volgens de Commissie moet Bulgarije zich
de komende maanden richten op verdere hervormingen van het justitieel systeem en het politieapparaat. Ook wordt Bulgarije
aanbevolen meer werk te maken van het tegengaan van belangenverstrengelingen en de bestrijding van corruptie en georganiseerde
misdaad.
Over Roemenië concludeert de Commissie dat dit land zich de afgelopen maanden constructief heeft opgesteld en dat het momentum
voor hervormingen is hervonden. Ook heeft Roemenië op het gebied van hervorming van de rechtsstaat belangrijke stappen gezet,
conform de aanbevelingen van de Commissie in het zomerrapport van juli 2010. De Commissie noemt specifiek het versnellen van
de behandeling door rechtbanken van zaken en de start van impact assessments van de nieuwe wetboeken van straf(-proces)recht en burgerlijk(proces) recht. Op het vlak van corruptiebestrijding constateert
de Commissie meer activiteit, echter zonder voldoende vooruitgang waar het corruptie op hoog niveau betreft. De Commissie
noemt het Roemeense parlement specifiek als kracht die belangrijke besluiten tegenhoudt.
Volgens de Commissie moet Roemenië de komende maanden vooral verdergaan met de voorbereidingen voor de implementatie van de
nieuwe wetboeken, het evalueren van het justitieel stelsel om verdere verbeteringen aan te brengen en het versterken van het
anticorruptiebeleid.
Behandeling van de rapporten in Raadskader
Het Hongaarse EU-voorzitterschap zal raadsconclusies voorstellen voor de Raad Algemene Zaken van 21 maart 2011. Nederland
zal zich ervoor inzetten dat deze raadsconclusies de inhoud van de rapporten weerspiegelen en Bulgarije en Roemenië oproepen
duurzame en onomkeerbare resultaten te boeken. Uw Kamer zal nader geïnformeerd worden over de stand van zaken in de geannoteerde
agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 maart 2011.
De interimrapporten geven geen aanleiding het Nederlandse standpunt over Schengentoetreding door Bulgarije en Roemenië te
wijzigen. Zoals in antwoord op kamervragen van het Lid Ten Broeke is gesteld (Kamerstuk 2010–2011/1260) zal het kabinet bij
de beoordeling van de gereedheid van Bulgarije en Roemenië voor toetreding tot Schengen de rapportages van de Europese Commissie
over de voortgang van beide landen in het kader van het Coöperatie en verificatie mechanisme (CVM) betrekken. Het is volgens
het kabinet voor beide landen nog te vroeg om toe te treden. Dit standpunt wordt gedeeld door Frankrijk, Duitsland en Finland,
waarmee Nederland in dit dossier nauw optrekt.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen