23 983
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en andere wetten in verband met de afschaffing van de verplichtingen om advies te vragen over algemene beleidsvoornemens van de rijksoverheid, waaronder regelgeving, en het stellen van een dwingende termijn aan advisering (afschaffing adviesverplichtingen)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 februari 1995

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

In hoofdstuk III, artikel 5 (Algemene burgerlijke pensioenwet), wordt na onderdeel E een nieuw onderdeel Ea ingevoegd, luidende:

Ea

In artikel J 20, eerste lid, vervalt: ,gehoord het bestuur,.

B

In hoofdstuk III, artikel 6 (Wet financiële voorzieningen privatisering ABP), wordt in onderdeel C «Artikel 38» vervangen door: In artikel 38.

C

In hoofdstuk IV, artikel 1 (Wet op het voortgezet onderwijs) wordt onderdeel J vervangen door:

J

In het eerste en vierde lid van artikel 27 wordt steeds: ,de Onderwijsraad gehoord,.

D

In hoofdstuk IV, artikel 1 (Wet op het voortgezet onderwijs) wordt onderdeel Q vervangen door:

Q

In het derde en vierde lid van artikel 35 vervalt steeds: ,de Onderwijsraad gehoord,.

E

In hoofdstuk IV, artikel 3 (Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs) wordt onderdeel I vervangen door:

I

Artikel 88j, zevende lid, komt te luiden:

7. Alvorens de ministeriële regelingen, bedoeld in het eerste en zesde lid, worden vastgesteld, kan Onze minister advies vragen aan een door hem in te stellen adviesgroep waarin zijn vertegenwoordigd organisaties van gemeente- en schoolbesturen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent taak, samenstelling en werkwijze.

F

In hoofdstuk IV, artikel 20 (Wet op de Raad voor de Kunst 1977) wordt onderdeel A vervangen door:

A

Artikel 3 vervalt

G

In hoofdstuk V wordt na artikel 9 een nieuw artikel 10 ingevoegd, luidende:

Artikel 10

In artikel 5, eerste lid, van de Wet inzake de wisselkantoren vervalt: , de Bank gehoord,.

H

In hoofdstuk IX, artikel 2 (Visserijwet 1963), wordt onderdeel C vervangen door:

C

Het tweede lid van artikel 2b komt te luiden als volgt:

2. Over een regeling als bedoeld in het vorige lid, kunnen de naar het oordeel van Onze Minister daarbij in belangrijke mate betrokken bedrijfslichamen, zomede de naar het oordeel van Onze Minister daarvoor in aanmerking komende organisaties van sportvissers, worden gehoord.

I

In hoofdstuk IX vervalt artikel 17 (Kampeerwet), onder vernummering van de artikelen 18 tot en met 21 tot 17 tot en met 20.

J

In hoofdstuk X, artikel 7 (Pensioen- en spaarfondsenwet), wordt onderdeel F vervangen door:

F

In het derde lid van artikel lid 32b vervalt:, gehoord de Stichting van de Arbeid en de Verzekeringskamer,. Toegevoegd wordt een volzin, luidende: Onze Minister kan over deze regels de Stichting van de Arbeid horen.

K

In hoofdstuk X wordt na artikel 11 een nieuw artikel 11a ingevoegd, luidende:

Artikel 11a

Indien het wetsvoorstel tot herinrichting van de Algemene Bijstandswet tot wet wordt verheven, vervalt in artikel 133: , de Centrale Commissie voor de Statistiek gehoord,.

L

In hoofdstuk X wordt na artikel 11a een nieuw artikel 11b ingevoegd, luidende:

Artikel 11b

Indien het wetsvoorstel tot Invoering van de herinrichting van de Algemene Bijstandswet tot wet wordt verheven, vervalt in artikel 36k van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en in artikel 36k van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen: , de Centrale Commissie voor de Statistiek gehoord,.

M

In hoofdstuk X wordt na artikel 28 een nieuw artikel 29 ingevoegd, luidende:

Artikel 29

In artikel XX, vierde lid, van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen vervalt: , gehoord het bestuur van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds en de directie van het Spoorwegpensioenfonds,.

N

In hoofdstuk XI wordt artikel 21 vervangen door:

Artikel 21

Artikel 23, vijfde lid, van de Destructiewet komt te luiden:

5. De Destructieraad heeft tot taak zich te beraden omtrent de vraagstukken verbandhoudende met het door verwerking onschadelijk maken van ondeugdelijk materiaal van dierlijke herkomst. Hij dient Onze Minister desgevraagd of uit eigener beweging van advies.

O

Na hoofdstuk XI wordt, onder vernummering van hoofdstuk XII tot XIII, een nieuw hoofdstuk XII ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK XII. MINISTERIE VAN DEFENSIE

Artikel 1

Artikel 3, tweede lid, van de Wet immunisatie militairen komt te luiden:

2. Alvorens een verplichting als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd, kan Onze Minister advies vragen aan een door hem ingesteld commissie van deskundigen.

TOELICHTING

De in deze nota van wijziging vervatte wijzigingen zijn, evenals het wetsvoorstel zelve, van technische aard. De wijzigingen houden deels verband met wetsvoorstellen die binnen afzienbare termijn in werking treden. Daarnaast is na de indiening van het wetsvoorstel gebleken dat in enkele wetten nog (nadere) wijzigingen moesten worden aangebracht.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Naar boven