nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 14 februari 1995
Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
A
In hoofdstuk III, artikel 5 (Algemene burgerlijke pensioenwet),
wordt na onderdeel E een nieuw onderdeel Ea ingevoegd, luidende:
Ea
In artikel J 20, eerste lid, vervalt: ,gehoord het bestuur,.
B
In hoofdstuk III, artikel 6 (Wet financiële voorzieningen privatisering
ABP), wordt in onderdeel C «Artikel 38» vervangen door:
In artikel 38.
C
In hoofdstuk IV, artikel 1 (Wet op het voortgezet onderwijs)
wordt onderdeel J vervangen door:
J
In het eerste en vierde lid van artikel 27 wordt steeds: ,de Onderwijsraad
gehoord,.
D
In hoofdstuk IV, artikel 1 (Wet op het voortgezet onderwijs)
wordt onderdeel Q vervangen door:
Q
In het derde en vierde lid van artikel 35 vervalt steeds: ,de Onderwijsraad
gehoord,.
E
In hoofdstuk IV, artikel 3 (Interimwet op het speciaal onderwijs
en het voortgezet speciaal onderwijs) wordt onderdeel I vervangen door:
I
Artikel 88j, zevende lid, komt te luiden:
7. Alvorens de ministeriële regelingen, bedoeld in het eerste en
zesde lid, worden vastgesteld, kan Onze minister advies vragen aan een door
hem in te stellen adviesgroep waarin zijn vertegenwoordigd organisaties van
gemeente- en schoolbesturen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere
voorschriften worden gegeven omtrent taak, samenstelling en werkwijze.
F
In hoofdstuk IV, artikel 20 (Wet op de Raad voor de Kunst 1977)
wordt onderdeel A vervangen door:
A
Artikel 3 vervalt
G
In hoofdstuk V wordt na artikel 9 een nieuw artikel 10 ingevoegd, luidende:
Artikel 10
In artikel 5, eerste lid, van de Wet inzake de wisselkantoren vervalt:
, de Bank gehoord,.
H
In hoofdstuk IX, artikel 2 (Visserijwet 1963), wordt onderdeel
C vervangen door:
C
Het tweede lid van artikel 2b komt te luiden als volgt:
2. Over een regeling als bedoeld in het vorige lid, kunnen de naar het
oordeel van Onze Minister daarbij in belangrijke mate betrokken bedrijfslichamen,
zomede de naar het oordeel van Onze Minister daarvoor in aanmerking komende
organisaties van sportvissers, worden gehoord.
I
In hoofdstuk IX vervalt artikel 17 (Kampeerwet), onder vernummering
van de artikelen 18 tot en met 21 tot 17 tot en met 20.
J
In hoofdstuk X, artikel 7 (Pensioen- en spaarfondsenwet), wordt
onderdeel F vervangen door:
F
In het derde lid van artikel lid 32b vervalt:, gehoord de Stichting van
de Arbeid en de Verzekeringskamer,. Toegevoegd wordt een volzin, luidende:
Onze Minister kan over deze regels de Stichting van de Arbeid horen.
K
In hoofdstuk X wordt na artikel 11 een nieuw artikel 11a ingevoegd, luidende:
Artikel 11a
Indien het wetsvoorstel tot herinrichting van de Algemene Bijstandswet
tot wet wordt verheven, vervalt in artikel 133: , de Centrale Commissie voor
de Statistiek gehoord,.
L
In hoofdstuk X wordt na artikel 11a een nieuw artikel 11b ingevoegd, luidende:
Artikel 11b
Indien het wetsvoorstel tot Invoering van de herinrichting van de Algemene
Bijstandswet tot wet wordt verheven, vervalt in artikel 36k van de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en in artikel 36k van
de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen: , de Centrale Commissie voor de Statistiek gehoord,.
M
In hoofdstuk X wordt na artikel 28 een nieuw artikel 29 ingevoegd, luidende:
Artikel 29
In artikel XX, vierde lid, van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen
vervalt: , gehoord het bestuur van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds en
de directie van het Spoorwegpensioenfonds,.
N
In hoofdstuk XI wordt artikel 21 vervangen door:
Artikel 21
Artikel 23, vijfde lid, van de Destructiewet komt te luiden:
5. De Destructieraad heeft tot taak zich te beraden omtrent de vraagstukken
verbandhoudende met het door verwerking onschadelijk maken van ondeugdelijk
materiaal van dierlijke herkomst. Hij dient Onze Minister desgevraagd of uit
eigener beweging van advies.
O
Na hoofdstuk XI wordt, onder vernummering van hoofdstuk XII tot XIII,
een nieuw hoofdstuk XII ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK XII. MINISTERIE VAN DEFENSIE
Artikel 1
Artikel 3, tweede lid, van de Wet immunisatie militairen komt te luiden:
2. Alvorens een verplichting als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd,
kan Onze Minister advies vragen aan een door hem ingesteld commissie van deskundigen.
TOELICHTING
De in deze nota van wijziging vervatte wijzigingen zijn, evenals het wetsvoorstel
zelve, van technische aard. De wijzigingen houden deels verband met wetsvoorstellen
die binnen afzienbare termijn in werking treden. Daarnaast is na de indiening
van het wetsvoorstel gebleken dat in enkele wetten nog (nadere) wijzigingen
moesten worden aangebracht.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
J. Kohnstamm