nr. 16
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 4 februari 1998
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd.
Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd.
A
Artikel 9.3, tweede lid, wordt vervangen door:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kan in bijzondere gevallen hout
uit primair bos als duurzaam geproduceerd hout worden aangemerkt. Onder primair
bos wordt verstaan bos dat bestaat uit een oorspronkelijk ecosysteem, gelet
op zijn complexiteit, structuur en biologische diversiteit, welk ecosysteem
vóór de afgifte van de kapvergunning niet of in geringe mate
was verstoord door menselijk ingrijpen. Voor dergelijke aanwijzing komt alleen
hout in aanmerking dat voldoet aan de criteria en normen die dienaangaande
zijn vastgesteld door de Forest Stewardship Council of een andere door Onze
Minister erkende organisatie die als doelstelling heeft het bevorderen van
het gebruik van duurzaam hout en hiervoor normen hanteert die gelijkwaardig
zijn aan de Forest Stewardship Council-criteria.
B
Artikel 9.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het eerste lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2. In de beoordelingsrichtlijn dient in elk geval te worden vastgelegd
hoe wordt gegarandeerd dat de houtproductie op duurzame wijze plaatsvindt
door op heldere wijze het proces van certificering van stap tot stap te beschrijven
en er op toe te zien dat het keurmerksysteem op transparante en onafhankelijke
wijze wordt uitgevoerd. In de beoordelingsrichtlijn dient tevens te zijn vastgelegd
hoe de criteria getoetst zullen worden. Dit betekent dat de certificeerder
dient te worden gecontroleerd door het Forest Stewardship Council of een andere
door Onze Minister erkende organisatie die als doelstelling heeft het bevorderen
van duurzaam geproduceerd hout en hiervoor normen hanteert die gelijkwaardig
zijn aan de Forest Stewardship Council-criteria.
2. Het tweede en derde lid worden vernummerd tot derde onderscheidenlijk
vierde lid.
C
Artikel 9.19, tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. het advies van de Forest Stewardship Council of een andere organisatie
die als doelstelling het bevorderen van duurzame houtproductie heeft en door
Onze Minister is erkend.
Toelichting
A
Artikel 9.3, lid 2 behelste een algeheel verbod op het kappen van hout
in primaire bossen. Bij nader inzien is dit een te rigide bepaling, omdat
daarmee in veel landen en gebieden houtproductie totaal onmogelijk zou worden
gemaakt. Een dergelijk verbod gaat ook verder dan de principes van het Forest
Stewardship Council (zie ook blz. 7 Nota n.a.v. het verslag; 23 982,
nr. 13). De intentie van deze bepaling is dat primaire bossen behouden moeten
blijven; evenals bij ver ontwikkelde secundaire bossen en andere plekken van
belangrijke natuurlijke, sociale of culturele betekenis is het van belang
dat hun volwaardig voortbestaan wordt gegarandeerd.
B
Deze toevoeging is gewenst om te kunnen garanderen dat de naleving van
de principes van duurzame houtproductie toetsbaar worden gemaakt.
C
In de oorspronkelijke formulering moest de FSC een oordeel geven over
andere organisaties geschikt en bevoegd worden geacht om advies uit te brengen
over de aanvraag. Daarmee zou de FSC een te exclusieve positie toebedeeld
krijgen.
M. Vos