nr. 88
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2006
In deze brief ga ik in op de berichtgeving van het CBS ten aanzien van
de werkloosheid. Dit naar aanleiding van vragen van mevrouw van Gent (GroenLinks).
Volgens het CBS is voor het eerst sinds een jaar de werkloosheid gestegen
(persbericht 19 oktober). De werkloosheid bedroeg in de periode juli–september
407 000. Ondanks de stijging is het aantal werklozen bijna 70 000
lager dan een jaar eerder. In de periode juli–september 2006 was 5,4%
van de beroepsbevolking werkloos. Een jaar eerder was dit 6,4%.
Het CBS merkt hierbij op: «het is overigens nog te vroeg om te stellen
dat met deze stijging in de periode juli–september 2006 een omslagpunt
is bereikt in de ontwikkeling van de werkloosheid».
Volgens het CBS wijst de stijging van de werkloosheid erop «dat
meer mensen zich aanbieden op de arbeidsmarkt, mede door de gunstige economische
ontwikkeling. Deze werkzoekenden zijn niet allemaal aan de slag gekomen».
Een toenemend arbeidsaanbod is op zichzelf gunstig. Meer mensen melden
zich volgens het CBS op de arbeidsmarkt. Van belang hierbij is de ontwikkeling
van de vraag naar arbeid. Deze is nog altijd gunstig. Volgens het CWI hebben
werkgevers in de periode januari–september 216 000 vacatures op
de site werk.nl geplaatst. Dit zijn er 78 000 meer dan in dezelfde periode
van vorig jaar. Ook het aantal ingediende vacatures door werkgevers is in
2006 tot nu groter dan in dezelfde periode van 2005.
De daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden dat ingeschreven
is in het CWI gaat ook onverminderd door. In september daalde dit aantal met
14 000. Ten opzichte van vorig jaar is dit aantal met bijna 100 000
afgenomen.
Al met al is er geen rede tot bezorgdheid over de CBS-berichtgeving over
de werkloosheid.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus