23 934
Inwerkingtreding van en aanpassing van wetgeving aan de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Invoeringswet Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994)

nr. 71
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 1995

Bij de mondelinge behandeling in de Tweede Kamer (handelingen II, 1993–94, nr. 18) van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, hierna te noemen de Wet mrb 1994, heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd de kamer te informeren over de stand van zaken rond de schoning van het kentekenregister. Onder verwijzing naar de rapportage d.d. 2 augustus 1994, (23 400 IXB, nr. 23) inzake de schoning van het kentekenregister bij de invoering van de Wet mrb 1994, informeer ik u thans als volgt.

De meeste activiteiten rond de schoning van het kentekenregister zijn inmiddels afgerond. Dit is van belang voor de invoering van de Wet mrb 1994, omdat het kentekenregister de basis vormt voor de heffing van de motorrijtuigenbelasting. De resultaten van de schoningsoperatie zijn van dien aard, dat ik het verantwoord acht om de Wet mrb 1994 per 1 april 1995 in te voeren.

In de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Invoeringswet Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 heb ik reeds melding gemaakt van de activiteiten van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en het Centraal Bureau Motorrijtuigenbelasting (CBM) van de Belastingdienst om tot een zo zuiver mogelijk kentekenregister te komen.

Ten aanzien van een groep van 5.5 mln. geregistreerde motorrijtuigen is op dat moment komen vast te staan dat deze geregistreerden beschikten over een geldig kentekenbewijs deel III. Ook bestonden ten aanzien van die registraties geen twijfels omtrent de actualiteit van de gegevens zoals de verzekeringsregistratie (WAM) en/of keuringsregistratie (APK). Deze 5.5 mln. geregistreerden vallen onder het houderschapssysteem van de Wet mrb 1994.

Zoals reeds in de nota naar aanleiding van het verslag is aangegeven heeft de RDW aan al degenen die in de afgelopen twee jaren beschikten over een kentekenbewijs deel III een acceptgiro toegezonden ten behoeve van het kentekenbewijs deel III 1995. In de daarbij gevoegde brochure werd onder meer gewezen op het belang van een correcte registratie in het kentekenregister en werd verzocht contact op te nemen met de RDW, indien de gegevens op het kentekenbewijs niet juist zijn.

Door de RDW is aan het CBM doorgegeven welke kentekenhouders een geldig kentekenbewijs deel III hebben aangeschaft.

In genoemde nota naar aanleiding van het verslag is voorts de actie van de RDW vermeld, waarbij een groot aantal kentekenhouders is aangeschreven die beschikten over een kentekenbewijs deel III dat niet meer geldig was (1992 of ouder). Dit betrof een groep van 750 000 kentekenhouders. Het merendeel van deze aangeschreven groep heeft zodanig gereageerd dat duidelijkheid is verkregen over de status van de betrokken voertuigen. Van deze laatste groep hebben 120 000 kentekenhouders alsnog een kentekenbewijs deel III aangevraagd. Het resterende gedeelte van de ontvangen reacties (266 000) had betrekking op voertuigen waarvan was aangegeven dat deze waren gesloopt of geëxporteerd.

Een aantal kentekenhouders (53 000) heeft meegedeeld zich met het desbetreffende voertuig (nog) niet op de weg te begeven.

Deze groep kentekenhouders valt in beginsel onder het houderschapssysteem, maar zal vermoedelijk voor een groot deel gebruik maken van de schorsingsregeling.

Van de in totaal 750 000 aangeschreven kentekenhouders hebben 311 000 niet gereageerd. De RDW heeft vervolgens een rekening gezonden voor het betalen van het kentekenbewijs deel III 1995 aan diegenen die niet hebben gereageerd en waarvan inmiddels niet was gebleken dat de adressering onjuist was. Diegenen die hierop alsnog hebben gereageerd door middel van het aanschaffen van een kentekenbewijs deel III, zijn als heffingsplichtig voor de motorrijtuigenbelasting aan te merken en doorgegeven aan het CBM.

De RDW heeft naast de bovengenoemde 750 000 kentekenhouders ook de bij hen bekende sloopbedrijven aangeschreven met het verzoek de bij deze bedrijven in het bezit zijnde documenten aan de RDW terug te zenden. De actie heeft ertoe geleid dat alsnog 35 000 voertuigen in het kentekenregister als sloopauto konden worden aangemerkt.

Een andere belangrijke operatie was de initiële vulling van het bestand motorrijtuigenbelasting met de gegevens uit het kentekenregister. In januari 1995 zijn alle gegevens langs geautomatiseerde weg in het bestand motorrijtuigenbelasting opgenomen. Deze initiële vulling is eind januari 1995 afgerond. Vergelijking tussen het kentekenregister en het (betalings)bestand motorrijtuigenbelasting heeft een verhoudingsgewijs gering aantal verschillen in registratie (24 000) aan het licht gebracht. Deze verschillen betroffen bijvoorbeeld voertuigen die wel in het bestand motorrijtuigenbelasting voorkwamen, maar niet in het kentekenregister en gevallen waarbij een onjuist kenteken in het bestand motorrijtuigenbelasting was opgegeven. Voorts zijn verschillen geconstateerd die samenhingen met een verschil in registratie naar gewicht en naar soort brandstof (19 000). In 14 000 gevallen had het verschil betrekking op de aanwezigheid van een LPG-registratie in een van beide registers.

Bij deze vergelijking van beide bestanden kon ook een aantal fouten in beide registraties worden gecorrigeerd. De geconstateerde verschillen worden in overleg met de RDW zo veel mogelijk voor 1 april 1995 rechtgetrokken, zo nodig door middel van het achterhalen van de juiste gegevens bij de betrokken kentekenhouder.

Het CBM beschikt op dit moment over een (betalings)bestand motorrijtuigenbelasting van 5 mln. Het (betalings)bestand motorrijtuigenbelasting fluctueert in de loop van het jaar. Dit kan onder meer worden verklaard door het feit dat onder de huidige wet motorrijtuigenbelasting eigenaren van voertuigen kunnen besluiten hun voertuig tijdelijk uit de motorrijtuigenbelasting te halen, omdat zij gedurende een bepaalde periode van het jaar geen gebruik van de weg zullen maken. Onder de huidige wet motorrijtuigenbelasting is het belastbare feit het gebruik van de weg en niet het houderschap van een kenteken. Het bepalen van het huidige aantal belastingplichtigen voor de motorrijtuigenbelasting is altijd een momentopname waarbij ook niet duidelijk is in hoeverre sprake is van te late betalers.

Mede door de activiteiten in het kader van de schoning van het kentekenregister ligt het aantal heffingsplichtigen voor de Wet mrb 1994 thans op circa 5.6 mln.

Ik kom tot de conclusie dat veel inspanningen zijn geleverd om tot een zo zuiver mogelijk kentekenregister te komen. Gelet op de resultaten van de schoningsoperatie is sprake van een dusdanig betrouwbaar kentekenregister dat op basis daarvan de motorrijtuigenbelasting ingevolge de Wet mrb 1994 op verantwoorde wijze kan worden geheven.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend


XNoot
1

Eerder abusievelijk gedrukt onder 23 900 IXB, nr. 11.

Naar boven