23 934
Inwerkingtreding van en aanpassing van wetgeving aan de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Invoeringswet Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994)

nr. 11
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 28 februari 1995

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel IV wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IVA

Artikel 67, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 komt te luiden:

2. De hoogte van het in het eerste lid bedoelde tarief kan voor verschillende groepen voertuigen dan wel eigenaren of houders van voertuigen verschillend worden vastgesteld. Voor aanvragen die worden ingediend binnen een jaar na de aanvraag van een schorsing welke ingevolge artikel 68, eerste lid, onderdelen a en c, is geëindigd, kan het tarief hoger worden vastgesteld dan het tarief voor laatstgenoemde aanvraag.

Toelichting

Deze nota van wijziging beoogt het mogelijk te maken het schorsingstarief op vaste bedragen vast te stellen. Hiermee wordt de aanvankelijk beoogde koppeling met de hoogte van de motorrijtuigenbelasting verlaten en wordt tegemoet gekomen aan de maatschappelijke bezwaren die zijn gerezen tegen de hoogte van het voorziene schorsingstarief. De gewenste drempelwerking tegen lichtvaardig schorsen wordt overgenomen door de in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 opgenomen bepalingen op grond waarvan de belasting wordt nageheven indien een schorsing binnen drie maanden wordt beëindigd. De hoogte van het schorsingstarief kan verschillen per groep voertuigen of per groep eigenaren/houders).

De schorsingstarieven zullen als volgt bij ministeriële regeling worden vastgesteld. Het «basis-tarief» wordt vastgesteld op f 150.

Voor tweede en volgende schorsingen binnen een jaar na de aanvraag van de eerste schorsing wordt het tarief vastgesteld op f 250. Dit hogere tarief zal niet gelden voor het geval een schorsing wordt verlengd zonder dat men tussentijds de schorsing heeft beëindigd om het voertuig op de weg te gebruiken. Voor een dergelijke verlenging zal het tarief van f 150 gelden.

Voor voertuigen van 15 jaar en ouder, voertuigen met elektromotor, voertuigen die niet onder het houderschapsstelsel vallen, voertuigen met een bijzonder belastingtarief of een belastingvrijstelling en voor motorfietsen wordt het schorsingstarief vastgesteld op f 50.

De schorsingstarieven worden jaarlijks geïndexeerd om de reële waarde gelijk te houden.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven