A
nr. 62
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2003
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 24 oktober 2003. De wens dat één of meer van deze uitvoeringsverdragen
aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door
of namens een van de kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste
Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde Ministers
van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba te kennen worden gegeven
uiterlijk op 23 november 2003.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring
en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die
Rijkswet, heb ik de eer U mede te delen dat de regering het voornemen heeft
om over te gaan tot het sluiten van de volgende uitvoeringsverdragen:
1. Een Protocol houdende wijziging van het Uitvoeringsreglement bij het
Benelux-Verdrag inzake tekeningen of modellen, totstandgekomen op 25 oktober
1966 te Brussel (Trb. 1966, 292). Met dit Protocol wordt het uitvoeringsreglement
in lijn gebracht met de recente wijziging van de Eenvormige Beneluxwet inzake
Tekeningen of Modellen van 20 juni 2002, zoals door het parlement goedgekeurd
op 10 maart 2003 (Kamerstukken II, 2002/2003, 28 788, nr. 161/1). Deze
laatste wijziging betrof de implementatie van de Modellenrichtlijn (nr. 98/71/EG).
2. Een Protocol houdende wijziging van het Uitvoeringsreglement bij het
Benelux-Verdrag inzake de warenmerken, totstandgekomen op 19 maart 1962 te
Brussel (Trb. 1962, 58). Met dit Protocol wordt het uitvoeringsreglement in
lijn gebracht met de recente wijziging van de Eenvormige Beneluxwet op de
merken van 11 december 2001, zoals door het parlement goedgekeurd op 24 oktober
2002 (Kamerstukken II, 2002/2003, 28 616, nr. 6/1). Deze laatste wijziging
betrof in het bijzonder de instelling van een oppositieprocedure, waarbij
de houders van oudere merken oppositie kunnen instellen tegen recent gedeponeerde
merken die onverenigbaar met deze oudere merken zouden zijn. De wijziging
van het uitvoeringsreglement behelst vastlegging van de administratieve kant
van deze oppositieprocedure.
Wat het Koninkrijk betreft, zullen de onderhavige uitvoeringsverdragen
alleen voor Nederland gelden.
3. Notawisseling strekkende tot uitbreiding tot de Nederlandse Antillen
en Aruba van de gelding van het op 15 september 1993 te Londen totstandgekomen
Verdrag met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
ter aanvulling en vergemakkelijking van de werking van de Overeenkomst van
de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en
de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, gesloten te Straatsburg op
8 november 1990. Deze uitbreiding is voorzien in artikel XII van het Verdrag
(Trb. 1993, 150).
Wat het Koninkrijk betreft, zal dit uitvoeringsverdrag alleen voor de
Nederlandse Antillen en Aruba gelden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. G. de Hoop Scheffer