23 908 (R1519) Voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen

CW/ Nr. 161 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 30 mei 2023.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 29 juni 2023.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2023

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot het sluiten van een viertal verdragen ter uitvoering van artikelen 13, zesde lid, 15, vijfde lid, 16, vijfde lid en 25, vierde lid, van het op 23 juli 2018 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake politiesamenwerking (Trb. 2018, nr. 160).

  • Het uitvoeringsverdrag inzake artikel 13, zesde lid, legt de voorwaarden en procedure voor Verdragspartijen vast inzake de verstrekking van referentiegegevens voor geautomatiseerde vergelijking van kentekengegevens via zogeheten ANPR-camerasystemen. Dergelijke systemen zijn technisch in staat om de kentekenplaten van voertuigen die langs de camera rijden te herkennen als een combinatie van numerieke tekens, en daardoor de passage van een welbepaald voertuig te registreren.

  • Het uitvoeringsverdrag inzake artikel 15, vijfde lid, legt de operationele en technische voorwaarden, voorzieningen en modaliteiten vast die benodigd zijn voor de rechtstreekse raadpleging van elkaars politiedatabanken door politieambtenaren van de Verdragspartijen die werkzaam zijn in een gemeenschappelijke politiepost voor zover dit nodig is voor de uitvoering van de dagelijkse politiezorg. In dit uitvoeringsverdrag is tevens opgenomen welke van de in bijlage 6 van het Benelux Politiesamenwerkingsverdrag bedoelde databanken de raadpleging betreft.

  • Het uitvoeringsverdrag inzake artikel 16, vijfde lid, legt de operationele en technische voorwaarden, voorzieningen en modaliteiten vast die benodigd zijn voor de raadpleging van elkaars databanken door politieambtenaren van de Verdragspartijen tijdens gemengde patrouilles en gemeenschappelijke controles waarbij voertuigen worden ingezet. In dit uitvoeringsverdrag wordt tevens opgenomen welke van de in bijlage 6 van het Benelux Politiesamenwerkingsverdrag bedoelde databanken de raadpleging betreft.

  • Het uitvoeringsverdrag inzake artikel 25, vierde lid, heeft betrekking op het grensoverschrijdend vervoer en de begeleiding van personen door de bevoegde diensten van de Verdragspartijen in het kader van de toepassing van de vreemdelingenwetgeving en legt de verschillende specifieke modaliteiten van de uitvoering hiervan vast. Dit uitvoeringsverdrag is voor het overgrote deel gelijk aan de huidige regeling (Trb. 2016, nr. 133).

Omdat hier sprake is van vier afzonderlijke uitvoeringsverdragen, verneem ik, indien u op een of meerdere van de uitvoeringsverdragen wenst te reageren, graag afzonderlijk per uitvoeringsverdrag uw reactie.

Wat het Koninkrijk betreft, zullen de voornoemde uitvoeringsverdragen alleen voor het Europese deel van Nederland gelden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

i.v.m. toevoegen Eerste Kamer kenmerk

Naar boven