Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2023
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking
verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die Rijkswet, heb ik de eer
u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot het sluiten
van het volgende uitvoeringsverdrag.
Het betreft een uitvoeringsverdrag tot wijziging van het op 23 mei 2021 tot stand
gekomen Administratief Akkoord tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek
Bangladesh inzake het project «Char Development and Settlement Project – Bridging
(Additional Financing)». Dit administratief akkoord is gesloten in het kader van de
op 19 mei 1977 te Dhaka tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Volksrepubliek Bangladesh inzake technische samenwerking (Trb. 1977, nr. 113).
Het administratief akkoord tussen Nederland en Bangladesh legt de wederzijdse verplichtingen
vast met betrekking tot de samenwerking ten aanzien van het «Char Development and
Settlement Project – Bridging (Additional Financing)». Het project dat een verlenging
van een gefaseerd en projectgewijze uitgevoerd programma betreft, richt zich op de
ontwikkeling van de (water)infrastructuur en het verbeteren van de economische en
sociale situatie van de allerarmsten die wonen op aangeslibd land in de kustgebieden
van Bangladesh door inkomstenverbetering, verkrijging van landrechten en tegen natuurgeweld
bestand zijnde («polder»-)infrastructuur.
De wijziging houdt in dat de werkingsduur van het administratief akkoord wordt verlengd
tot 30 juni 2024, of tot wanneer het project wordt afgerond, naargelang welke datum
het laatst valt. Het uitvoeringsverdrag tot wijziging van het administratief akkoord
treedt in werking op de datum van ondertekening ervan, met terugwerkende kracht tot
1 juli 2022.
In verband met de verlenging wordt de Nederlandse bijdrage aan het project verhoogd
met € 2.296.615, in aanvulling op het originele budget van € 5.000.000.
De andere bepalingen van het administratief akkoord blijven ongewijzigd.
Wat het Koninkrijk betreft, zal het voornoemde uitvoeringsverdrag alleen voor het
Europese deel van Nederland gelden.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra