Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2020
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking
verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die Rijkswet, heb ik de eer
u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot het sluiten
van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Organisatie voor
de Veiligheid van de Luchtvaart (EUROCONTROL) met betrekking tot het uitvoeren van
taken voor luchtruimbeheer.
Dit Verdrag strekt tot uitvoering van artikel 2 van het op 13 december 1960 te Brussel
tot stand gekomen Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid
van de luchtvaart «EUROCONTROL» (Trb. 1961, nr. 62), zoals gewijzigd bij het op 12 februari 1981 te Brussel tot stand gekomen Protocol
(Trb. 1981, nr. 182) (hierna: het gewijzigde verdrag).
In het Nederlandse luchtruim is in overeenstemming met de EU-regelgeving1 over het flexibele gebruik van het Europese luchtruim geen gescheiden luchtruim voor
militair en civiel gebruik. Om flexibel luchtruimgebruik in de praktijk toe te passen
is luchtruimbeheer nodig. Hiervoor zijn aangewezen drie luchtverkeersdienstverleningsinstanties,
i.e. de Luchtverkeersleiding Nederland, EUROCONTROL Maastricht (hierna: MUAC) en de
Minister van Defensie.
Doel van het onderhavige uitvoeringsverdrag is MUAC te mandateren voor het uitvoeren
van bepaalde nieuwe taken op het gebied van luchtruimbeheer. Het betreft een planningsfunctie
op het gebied van luchtruimbeheer en is gericht op betere benutting van het beschikbaar
luchtruim door het op elkaar afstemmen van de behoeften van verschillende categorieën
gebruikers van het luchtruim (i.e. civiel verkeer en militair verkeer).
Wat het Koninkrijk betreft, zal de voornoemde uitvoeringsverdrag alleen voor het Europese
deel van Nederland gelden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok