Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2020
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking
verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die Rijkswet, heb ik de eer
u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot het sluiten
van het volgende uitvoeringsverdrag.
Het betreft een administratief akkoord in het kader van de op 19 mei 1977 te Dhaka
tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek
Bangladesh inzake technische samenwerking (Trb. 1977, nr. 113).
Het administratief akkoord tussen Nederland en Bangladesh legt de wederzijdse verplichtingen
vast met betrekking tot de samenwerking ten aanzien van het «Char Development and
Settlement Project – Bridging (Additional Financing)».
Het project dat een verlenging van een gefaseerd en projectgewijze uitgevoerd programma
betreft, richt zich op de ontwikkeling van de (water)infrastructuur en het verbeteren
van de economische en sociale situatie van de allerarmsten die wonen op aangeslibd
land in de kustgebieden van Bangladesh door inkomstenverbetering, verkrijging van
landrechten en tegen natuurgeweld bestand zijnde («polder»-)infrastructuur. De Nederlandse bijdrage – aan de overheid van Bangladesh en ten behoeve
van technische assistentie – zal ten hoogste € 5.000.000 bedragen.
Het administratief akkoord treedt in werking op de datum van ondertekening ervan met
terugwerkende kracht tot 1 juli 2019. De looptijd van het project is 36 maanden, vanaf
de datum terugwerkende kracht tot 1 juli 2022, of vanaf de datum waarop de consultancywerkzaamheden
aanvangen, naargelang welke datum het laatst valt.
Wat het Koninkrijk betreft, zal het onderhavige administratief akkoord alleen voor
het Europese deel van Nederland gelden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok