23 908 (R1519) Voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen

CE/ Nr. 143 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 20 januari 2020.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 19 februari 2020.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2020

Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel b, van die Rijkswet, heb ik de eer u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot het sluiten van het volgende uitvoeringsverdrag.

Het betreft een administratief akkoord in het kader van de op 19 mei 1977 te Dhaka tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek Bangladesh inzake technische samenwerking (Trb. 1977, nr. 113).

Het administratief akkoord tussen Nederland en Bangladesh legt de wederzijdse verplichtingen vast met betrekking tot de samenwerking ten aanzien van het «Char Development and Settlement Project – Bridging (Additional Financing)».

Het project dat een verlenging van een gefaseerd en projectgewijze uitgevoerd programma betreft, richt zich op de ontwikkeling van de (water)infrastructuur en het verbeteren van de economische en sociale situatie van de allerarmsten die wonen op aangeslibd land in de kustgebieden van Bangladesh door inkomstenverbetering, verkrijging van landrechten en tegen natuurgeweld bestand zijnde («polder»-)infrastructuur. De Nederlandse bijdrage – aan de overheid van Bangladesh en ten behoeve van technische assistentie – zal ten hoogste € 5.000.000 bedragen.

Het administratief akkoord treedt in werking op de datum van ondertekening ervan met terugwerkende kracht tot 1 juli 2019. De looptijd van het project is 36 maanden, vanaf de datum terugwerkende kracht tot 1 juli 2022, of vanaf de datum waarop de consultancywerkzaamheden aanvangen, naargelang welke datum het laatst valt.

Wat het Koninkrijk betreft, zal het onderhavige administratief akkoord alleen voor het Europese deel van Nederland gelden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven