23 900 XIV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1995

nr. 47
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 9 mei 1995

Zoals reeds aan de orde is gekomen tijdens het wetgevingsoverleg in het kader van het begrotingsonderzoek met de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op 13 oktober 1994 (23 900 XIV, nr. 5), ben ik voornemens, de indeling van de begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, met ingang van 1996 te wijzigen. Het model van de nieuwe indeling doe ik U hierbij toekomen1.

Een van de meest ingrijpende wijzigingen betreft de splitsing van het huidige artikel 01.01 Personeel en Materiaal, waarop nu nog de apparaatsuitgaven van het volledige Ministerie, met uitzondering van het onderzoek, worden verantwoord. Teneinde de samenhang tussen programma- en apparaatsuitgaven beter tot uitdrukking te doen komen, zijn in de nieuwe opzet de apparaatsuitgaven, zoveel als mogelijk is, naar hoofdbeleidsterreinen onderscheiden. Ik wil er in dit verband aan herinneren dat in het kader van de behandeling van de begroting van het Ministerie van LNV in de Tweede Kamer de afgelopen jaren er op is aangedrongen te onderzoeken in hoeverre door middel van aanpassingen in de begrotingsindeling de relatie tussen programma- en apparaatsuitgaven beter zichtbaar zou kunnen worden gemaakt.

Hoewel in de nieuwe opzet van de begroting per hoofdbeleidsterrein een artikel apparaatsuitgaven voorkomt, betekent dit uiteraard niet dat daarmee ook direct conclusies kunnen worden getrokken met betrekking tot de overhead- of uitvoeringskosten van de diverse programma-uitgaven. Niet uit het oog mag worden verloren dat de werkzaamheden van een aantal onderdelen van het Ministerie – o.a. de stafdirecties, de regionale beleidsdirecties, de Algemene Inspectie Dienst en de Directie Uitvoering Regelingen – meerdere of alle beleidsterreinen bestrijken.

Een verdeling van deze categorie apparaatsuitgaven over artikelen per hoofdbeleidsterrein is uiteraard niet zinvol.

De nieuwe opzet van de begroting sluit tevens beter aan bij de nieuwe indeling van de beleidsterreinen zoals die vorig jaar tot stand is gekomen en welke mede ten grondslag heeft gelegen aan de organisatorische herindeling van het Ministerie.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven