23 900 XIII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1995

nr. 45
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juli 1995

In 1994 zijn het doelstelling 1 programma (Flevoland) en de vijf doelstelling 2 en vijf doelstelling 5b programma's voor Nederland – alle medegefinancierd uit de Europese Structuurfondsen – goedgekeurd door de Europese Commissie. Dit jaar zullen ook de ingediende programma's van de Communautaire Initiatieven goedgekeurd worden. Als voorwaarde voor het verstrekken van Structuurfondsmiddelen wordt gesteld dat de Lidstaat minimaal 50% van de kosten van deze programma's voor zijn rekening neemt. In het geval van Nederland betekent dit dat de betrokken gemeenten, regio's, provincies en het Rijk meer dan f 4 mrd aan de diverse programma's bijdragen. De grootste inspanningen worden geleverd door de lagere overheden en particulieren. Over deze programma's en de cofinancieringsinzet van de deelnemende partijen – waaronder diverse departementen – zult u binnenkort separaat per brief worden geïnformeerd. De doelstelling 2 en 5b programma's zijn begin dit jaar van start gegaan; het programma van Flevoland in juni 1994. Om een voorspoedige en efficiënte uitvoering te bewerkstelligen is de toezegging van EZ-cofinanciering dringend gewenst. EZ heeft extra middelen vrijgemaakt op de begroting om in de cofinanciering van de programma's te voorzien.

Inmiddels is het noodzakelijke overleg met betrekking tot deze aanpassing van de begroting afgerond, zodat ik u kan informeren over de modaliteiten van de verruiming.

Om de voorziene toezeggingen te kunnen verrichten moet de raming op artikel 04.09 Regio-programma's, onderdeel cofinanciering worden verhoogd met circa f 70 mln. (in 1995 en 1996). De benodigde extra middelen zijn vrijgemaakt binnen het geheel van de EZ-begroting. Het gaat daarbij om circa f 20 mln. aan verhogingen in de ontvangstenramingen (f 7,5 mln. uit de afkoop van een lening aan LIOF-Vastgoed en f 12 mln. uit verrekening van in de regio's niet bestede gelden uit hoofde van de decentrale IPR) en om circa f 45 mln. aan verschuivingen in de uitgavenraming. Onderstaand treft u de wijzigingen aan:

(x f 1000)19951996199719981999
– Verhoging gedekt met extra ontvangsten op artikel 04.0319 514     
– Bijdrage van artikel 04.08, onderdeel PSOL 7 528     
– Bijdrage van artikel 04.09, onderdeel OZL 5 457     
– Toevoeging van in 1994 onbenut gebleven verplichtingenruimte aan 04.09 5 000    
– Verschuiving tussen de jaren bij artikel 04.0928 8534 191– 8 488– 11 778–  12 778
Totaal66 3524 191– 8 488– 11 778– 12 778

Deze wijzigingen in de begrotingen zullen worden verwerkt in de tweede suppletore begroting naar aanleiding van de Najaarsnota (voor 1995) en de Ontwerp-begroting 1996 (voor 1996 en later).

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

Naar boven