Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1994-1995 | 23900-X nr. 101 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1994-1995 | 23900-X nr. 101 |
Vastgesteld 27 juni 1995
De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over zijn brief van 19 april 1995 (23 900 X, nr. 58) inzake het voornemen de indeling van de begroting te wijzigen.
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 26 juni 1995.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
Indien de begrote uitgaven voor personeel en materieel onder één post worden gebracht op welke wijze wordt dan inzicht verschaft tussen investerings- en exploitatiekosten?
In de deelbegrotingen-1996 van de beleidsterreinen Kerndepartement en Groep Defensie Ondersteuning wordt één begrotingsartikel personeel en materieel opgenomen. Ten laste van dit artikel worden de apparaatsuitgaven geraamd en verantwoord die betrekking hebben op de feitelijke exploitatie van het Kerndepartement en de Groep Defensie Ondersteuning. Tot de apparaatsuitgaven worden gerekend: bezoldiging burger- en militair personeel, overige personele exploitatie, materiële exploitatie en materieelaanschaffingen. Onder deze laatste categorie vallen bijvoorbeeld uitgaven voor aanschaf van personenauto's, kantoormachines, meubilair, stoffering en inventaris, kleinschalige kantoorautomatiseringsapparatuur en telecommunicatie-apparatuur.
De hiervoor genoemde soorten materieelaanschaffingen worden separaat in de begroting toegelicht maar hebben, gelet op het karakter ervan, een te verwaarlozen betekenis voor het onderscheid tussen de (programma-)investeringen en de exploitatiekosten van Defensie.
De zogenaamde «programma-investeringen» met langlopende betalingschema's, zoals internationale verplichtingen en ontwikkeling nieuw defensiematerieel, worden niet op het artikel personeel en materieel geraamd en verantwoord. Voor deze uitgaven blijven de oude begrotingsartikelen gehandhaafd.
Betekent de voorgestelde wijziging dat op de diverse, reeds op de begroting voorkomende posten waarop wordt bespaard, deze besparingen niet worden aangegeven?
Neen. De besparingen die resulteren uit de doelmatigheidsonderzoeken zullen in de begroting met de concrete maatregelen worden toegelicht op het artikel 08.03. Daarbij zal ook worden aangegeven op welke artikelen bij de desbetreffende beleidsterreinen de besparing dient te worden bereikt.
Het voorstel de te besparen bedragen op te nemen in een apart begrotingsartikel is afgestemd met het ministerie van Financiën. Is deze operatie een onderdeel van een kabinetsbeleid deze oplossing bij alle begrotingen in te voeren?
Neen. Het initiatief daartoe is door Defensie genomen. Na afstemming met en instemming van het ministerie van Financiën heb ik U bij brief van 19 april 1995 (Kamerstuk 23 900 X nr. 58) van dit voornemen op de hoogte gesteld.
Op grond van welke criteria heeft de Minister onderscheid gemaakt tussen wel en niet kernactiviteiten van het departement? Op welke wijze wordt hierbij rekening gehouden met het feit dat Defensie een organisatie is die in oorlogstijd volledig en zonder beperkingen moet kunnen functioneren?
De grondslag voor de splitsing tussen het Kerndepartement en de Groep Defensie Ondersteuning is gebaseerd op de gewenste splitsing in verantwoordelijkheden voor het beleid en de uitvoering en is reeds aangekondigd in de Memorie van Toelichting, algemeen deel, behorende bij de begroting van Defensie voor het jaar 1995 (Kamerstuk vergaderjaar 1994–1995, 23 900 hoofdstuk X, nr 2, hoofdstuk 6, paragraaf 6.1 en 6.2).
In directe relatie daarmee staan de volgende uitgangspunten:
– de voornaamste taak van het kerndepartement is beleidsvoorbereiding, geen uitvoering.
– uitvoerende organisatie-onderdelen zullen zo zelfstandig mogelijk moeten kunnen opereren. Het gevolg is dat bijzondere organisatie-eenheden en uitvoerende ondersteunende diensten intern worden verzelfstandigd.
Daarmee is de basis gelegd voor de omvorming van de concernstaf naar een kerndepartement met als taken:
– ondersteuning bewindslieden
– beleid en bestuur defensie-organisatie
– controle en verantwoording.
Aangezien de ondersteunende diensten ook in een verzelfstandigde positie onderdeel van het ministerie blijven, is het volledig functioneren van deze diensten ten behoeve van de defensie-organisatie ook onder oorlogsomstandigheden gewaarborgd.
Kan worden aangegeven welke besparingen reeds in 1996 ingaan, m.a.w. de f 80 mln. die in 1996 is ingeboekt conform brief van 9 mei jl. (23 900 X, nr. 63)?
Het ligt in mijn voornemen in de Ontwerpbegroting-1996 aan te geven welke maatregelen al in 1996 zullen worden genomen en tot welke besparingen die in dat en volgende jaren zullen leiden.
Zijn alle in vraag 5 bedoelde maatregelen dan alle afgeboekt van begrotingsartikel 03 en ten laste gebracht van de betrokken begrotingsartikelen?
Zoals aangegeven in het rapport dat U is aangeboden op 9 mei jl. (Kamerstuk 23 900 X, nr. 63) verdient een aantal onderwerpen nader onderzoek en is het nog niet mogelijk de financiële weerslag daarvan vast te stellen. Overigens zullen een aantal maatregelen later worden genomen.
Kan nader inzicht worden geboden in de gevolgen van het onderbrengen van de diverse uitvoerende diensten bij de Groep Defensie Ondersteuning, vergelijkbaar met de aan de Kamer aangeboden informatie over de (aspirant) Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGWT)?
De wijze waarop informatie is verstrekt over de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (DGWT) hangt nauw samen met de voor die dienst beoogde status van agentschap per 1 januari 1996. In samenhang met die status wordt een bedrijfsmatige begroting op basis van een baten-lastenstelsel gepresenteerd. Dit geldt ook voor het Duyverman Computercentrum (DCC) als agentschap. Eenzelfde informatievoorziening voor de overige GDO-diensten, die binnen de regels van de comptabele (uitgaven-)begroting blijven vallen, is niet mogelijk.
Zijn er andere gevolgen verbonden aan het ontstaan van een kerndepartement behoudens de lijst organisatieonderdelen die als tweede bijlage bij de brief is gevoegd? Wat betekent de vorming van dit kerndepartement voor de overige dienstonderdelen inclusief de uitvoerende dienst genoemd in de eerste bijlage?
De afsplitsing van de uitvoerende diensten uit de Centrale Organisatie naar de Groep Defensie Ondersteuning resulteert niet automatisch in een kerndepartement. De diensten die zijn opgesomd in de tweede bijlage bij de brief van 19 april jl. vormen de thans resterende centrale organisatie. In het onderzoek «centrale organisatie/haagse staven» (in het kader van het doelmatigheidsonderzoek «Spoor 1») zullen deze nader transformeren naar het beoogde kerndepartement. Uitgangspunt daarbij zal zijn, dat een verkleind kerndepartement zijn activiteiten concentreert op een verbeterde advisering en ondersteuning van de bewindslieden en op een versterkte aansturing van de krijgsmachtdelen.
Samenstelling: Leden: Mateman (CDA), Wolters (CDA), Korthals (VVD), voorzitter, Weisglas (VVD), H. Vos (PvdA), Van den Berg (SGP), Van Traa (PvdA), Van Gelder (PvdA), Zijlstra (PvdA), Hillen (CDA), Valk (PvdA), Sipkes (GroenLinks), Van Hoof (VVD), Hoekema (D66), Bukman (CDA), ondervoorzitter, Leerkes (U55+), De Koning (D66), Voûte-Droste (VVD), Van den Bos (D66), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Verkerk (VERK), Van Waning (D66), Sterk (PvdA), Van den Doel (VVD), vacature (CD).
Plv. leden: Terpstra (CDA), Beinema (CDA), Van Rey (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Dijksman (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Houda (PvdA), Middel (PvdA), Oudkerk (PvdA), Verhagen (CDA), Woltjer (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Hoogervorst (VVD), Ter Veer (D66), Mulder-van Dam (CDA), Stellingwerf (RPF), De Hoop Scheffer (CDA), Hessing (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Wingerden (WING), Roethof (D66), Rehwinkel (PvdA), Keur (VVD) en Marijnissen (SP).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-23900-X-101.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.