nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 18 augustus 1995
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Na artikel I wordt ingevoegd:
ARTIKEL IA
In artikel 86a, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
wordt «of waarvan de uitvoer op grond van artikel 14a van die wet verboden
is» vervangen door: of waarvan het buiten Nederland brengen op grond
van artikel 14a van die wet verboden is.
2. In artikel XXI vervalt onderdeel 2.
Toelichting
De in onderdeel 1 van de onderhavige nota voorziene aanpassing van artikel
86a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is van technische aard; zij vloeit
voort uit de in artikel XXXIII, onder A, van het wetsvoorstel opgenomen wijziging
van artikel 14a, eerste lid, van de Wet tot behoud van cultuurbezit.
Artikel 4, eerste lid, in verbinding met artikel 2, tweede lid, onder
a, van het voorstel inzake de Douanewet (kamerstukken II 1994/95, 23 716,
nr. 8) impliceert dat indien in de communautaire regelgeving betreffende de
rechten bij in- en uitvoer is voorzien dat bevoegdheden inzake de toepassing
van die rechten zijn opgedragen aan de bevoegde autoriteiten dan wel de douane-autoriteiten
of douane-diensten van de lid-staten, die bevoegdheden in Nederland door de
Belastingdienst/douane worden uitgeoefend. Met het oog op de omstandigheid
dat de douane in internationaal verband ook wordt belast met taken inzake
de in- en uitvoer van goederen welke niet rechtstreeks verband houden met
het heffen van rechten bij in- en uitvoer, wordt het bij nader inzien wenselijk
geacht een thans bestaande voorziening ter zake te handhaven (onderdeel 2).
Deze voorziening geldt overigens uitsluitend voor situaties waarin sprake
is van een spoedeisend belang en waarbij van de douane op korte termijn wordt
verwacht dat zij handelend kan optreden. Van deze bepaling is
gebruik gemaakt in relatie tot artikel 3 van de per 1 juli 1995 in werking
getreden verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van de Europese Unie van
22 december 1994 tot vaststelling van maatregelen om het in het vrije verkeer
brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling
van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te verbieden (PbEG L 341).
Het spreekt vanzelf dat een dergelijke aanwijzing waar nodig slechts geschiedt
na interdepartementaal overleg.
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend