nr. 68
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2007
Inleiding
Tijdens het Algemeen Overleg op 23 mei jl. (23 706, nr. 67)
is aan de minister van Justitie gevraagd hoe deze erover denkt om de mogelijkheid
te scheppen voor de notaris om door te werken na het bereiken van de leeftijd
van 65 jaar. Hierop heeft deze geantwoord de kwestie te zullen betrekken bij
de verdere discussie over de aanbevelingen van de commissie Hammerstein. Tevens
is door mevrouw Van Vroonhoven-Kok een motie ingediend waarin de regering
is verzocht concrete voorstellen te doen om te leeftijdsgrens voor defungeren
te schrappen of te verhogen tot 70 jaar.
De bij de – op 30 mei aangenomen – motie behorende overwegingen
bevatten de veronderstellingen dat de aanwas van jonge notarissen te wensen
over laat en dat een tekort aan notarissen dreigt.
Nadere reactie op de motie
De minister van Justitie heeft te kennen geven zich te zullen verstaan
met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) om de juistheid
van de in de motie genoemde redengevende veronderstellingen te bepalen. Hierbij
gaf de minister aan tevens te willen betrekken de relatie tot de mogelijkheden
voor instroom van jongeren in het vak van notaris alsmede de vraag of de indruk
juist is dat notarissen in het algemeen op hun vijfenzestigste voldoende pensioen
hebben opgebouwd.
De KNB heeft geantwoord positief te staan tegenover het scheppen van de
mogelijkheid voor de notaris om door te werken na zijn 65ste, mede onder verwijzing
naar de situatie bij de rechterlijke macht.
De KNB heeft verder aangegeven dat moeilijk iets te zeggen is over de
instroom en aanwas van jonge notarissen in het vak van notaris.
Uit de door de KNB verzamelde gegevens blijkt dat sinds 2004 de instroom
van kandidaat-notarissen toeneemt en de uitstroom aanzienlijk afneemt. Door
de KNB zijn tal van maatregelen genomen om de instroom te bevorderen en de
uitstroom te beperken. Wel moet worden opgemerkt, zo voegt de KNB toe, dat
er in de juridische beroepen in zijn algemeenheid een tekort wordt verwacht.
De vraag of notarissen in het algemeen op hun vijfenzestigste voldoende pensioen
hebben opgebouwd, is door de KNB bevestigend beantwoord.
Bij deze informatie van de KNB kan nog het volgende worden opgemerkt.
Ondanks de gunstige trend bij in- en uitstroom van de laatste jaren, is per
saldo het aantal kandidaat-notarissen sinds 2001 afgenomen. Waren er per 1 oktober
2001 nog 2135, dit aantal is gedaald naar 2023 per die datum in 2006.
In de eerste trendrapportage notariaat 2004 werd er bovendien al op gewezen
dat van de toen 1440 notarissen 28%, d.w.z. 403 notarissen, ouder is
dan 55 jaar en dus binnen tien jaar verplicht moet stoppen. Binnen 15 jaar
is dit zelfs bijna de helft (48%). Weliswaar lijken er voldoende kandidaat-notarissen
te zijn om dit gat op te vullen, maar bedacht moet worden dat lang niet iedere
kandidaat-notaris de stap naar notaris wil maken. Het mogelijk maken van de
notaris in dienstbetrekking zal helpen om krapte in het aantal notarissen
te voorkomen.
De minister heeft voorts tijdens het debat op 30 mei over diverse
onderwerpen rondom het notariaat gesteld dat bij andere beroepsbeoefenaren
dezelfde vraag naar verhoging van de leeftijdsgrens kan rijzen. In verband
hiermee is de minister van SZW gevraagd of deze akkoord kan gaan met verhoging
van de leeftijdsgrens. Deze heeft dit bevestigd.
Conclusie
Mede gelet op de reactie van de KNB, de overige informatie en het kabinetsbeleid
zijn er naar mijn oordeel geen beletselen om de leeftijdsgrens te verhogen
van 65 naar 70 jaar. Dit heeft mijn voorkeur boven het geheel afschaffen van
de leeftijdsgrens. De redenen hiervoor zijn dat met een grens van 70 jaar
wordt aangesloten bij de grens die thans ook geldt voor andere belangrijke
ambten, bijvoorbeeld dat van rechter en burgemeester, en ik het onwenselijk
acht dat in het geheel geen grens meer zou gelden. Hiermee wordt verder invulling
gegeven aan het kabinetsbeleid om het doorwerken op latere leeftijd dan 65
jaar mogelijk te maken. Er is mij niet gebleken dat naast wetswijziging aanvullende
maatregelen nodig zijn. Noch ter ondersteuning van oudere notarissen, noch
omdat een substantiële verdringing of belemmering van aanwas van jongeren
in het notarisvak te verwachten valt. Indien een dreigend tekort in de juridische
beroepen (waar de KNB op wijst) zich ook in het notariaat manifesteert kan
deze maatregel juist een bijdrage leveren aan vermindering hiervan.
Het voorstel om de leeftijdsgrens voor defungeren van de notaris te stellen
op 70 jaar zal worden opgenomen in het volgend jaar in te dienen voorstel
van wet tot wijziging van de Wet op het notarisambt dat samenhangt met de
aanbevelingen van de Commissie Hammerstein.
De staatssecretaris van Justitie,
N. Albayrak