23 706
Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)

nr. 63
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2005

In vervolg op mijn brief van 28 september 2005 (Kamerstukken II 2005–2006, 23 706, nr. 62), waarbij ik u het rapport van de Commissie Evaluatie Wet op het notarisambt heb aangeboden, bericht ik u het volgende.

In voornoemde brief heb ik aangekondigd uw Kamer te informeren over mijn standpunt ten aanzien van dit rapport vóórdat de begrotingsbehandeling van Justitie zal plaatsvinden. Omdat het concept-kabinetsstandpunt nog niet in de ministerraad (en voorafgaand daaraan in de desbetreffende onderraad) kon worden behandeld, is voor toezending aan uw Kamer enkele weken meer tijd nodig. Mijn streven is om vóór het einde van dit jaar een kabinetsstandpunt aan u voor te leggen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven