23 706
Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)

nr. 60
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2004

Bijgaand doe ik u toekomen1 de «Eerste trendrapportage notariaat». Deze – door het WODC opgestelde rapportage – geeft een beeld van de staat van notariële beroepsuitoefening in het bijzonder van aspecten als kwaliteit, integriteit, toegankelijkheid (tarief en spreiding van aanbod) en continuïteit. Om een dergelijk rapportage is door uw Kamer gevraagd in de motie van het lid Jan de Vries c.s. (vergaderjaar 2002–2003, 23 706, nr. 53).

Deze trendrapportage is van belang voor de beantwoording van de vragen die ik aan de op 9 juli jl. ingestelde Commissie evaluatie Wet op het notarisambt (Commissie Hammerstein), heb voorgelegd. Ik heb daarom de bevindingen van het WODC onder de aandacht van de Commissie gebracht. Aan de Commissie Hammerstein is verzocht vóór 1 juli 2005 advies uit te brengen. De onderhavige trendrapportage zal ik te zijner tijd bij de beoordeling van de adviezen van de Commissie Hammerstein betrekken.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven