23 706
Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)

nr. 53
MOTIE VAN HET LID JAN DE VRIES C.S.

Voorgesteld 26 juni 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat per 1 juli 2003 ook de notariële tarieven voor de onroerendgoedpraktijk volledig vrij zullen zijn;

overwegende, dat bij het vrijlaten van de notariële tarieven de toegankelijkheid, kwaliteit en continuïteit van het notariaat blijvend gewaarborgd moeten zijn;

van oordeel, dat daarvoor een vervolgonderzoek naar de gevolgen van het vrijlaten van de notariële tarieven noodzakelijk is;

van oordeel, dat de Kamer jaarlijks inzicht moet krijgen in de gevolgen van het vrijlaten van de notariële tarieven;

verzoekt de regering in goede samenspraak met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) een voorstel voor de aard en inrichting van het vervolgonderzoek aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jan de Vries

Griffith

Wolfsen

Naar boven