23 706
Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)

nr. 42
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2001

Mede namens de minister van Economische Zaken vraag ik gaarne uw aandacht voor het volgende.

Door de Commissie monitoring notariaat1 is mij gemeld, dat haar tweede rapportage in de loop van juli aanstaande mag worden verwacht. Dat betekent dat het rapport u (en mij) niet meer voor het zomerreces zal bereiken. Het rapport zal door de Commissie tegelijkertijd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de minister van Economische Zaken en ondergetekende worden aangeboden. Alvorens een besluit over de nieuwe tariefregeling te nemen wil ik graag over de bevindingen van de Commissie met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie van gedachten wisselen. Een en ander betekent dat ik eerst in de tweede helft van augustus aanstaande – in ieder geval voor het einde van uw zomerreces – een ontwerpbesluit over de nieuwe tariefregeling aan u zal doen toekomen. Dat besluit zal op 1 oktober aanstaande in werking moeten treden. Het huidige besluit is van kracht tot 30 september aanstaande.

Mede gelet op dat zomerreces leek het mij goed u op voorhand over dit tijdschema te informeren.

Ik realiseer mij dat de tijdsplanning krap is. Het schema dat wordt gehanteerd is ingegeven door het belang zoveel mogelijk informatie over de effecten van de nieuwe notariswet te kunnen verwerken.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. A. Kalsbeek


XNoot
1

De krachtens art. 128 van de Wet op het notarisambt ingestelde Commissie monitoring notariaat, heeft tot taak gedurende de drie jaar durende overgangsperiode naar vrije notariële tarieven over de gevolgen te rapporteren (Stcrt. 1999, nr. 206).

Naar boven