23 706
Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)

nr. 40
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2000

Mede namens de minister van Economische Zaken vraag ik gaarne uw aandacht voor het volgende.

Op 1 oktober 1999 is de nieuwe Wet op het notarisambt in werking getreden. Deze wet moet er onder andere toe leiden dat de notariële tarieven voor onroerendgoedtransacties na een periode van drie jaar vrij zullen worden gelaten. Gedurende deze periode zal de (oude) regeling van vaste tarieven aan de hand van steeds groter wordende bandbreedtes tussen maximumen minimumtarieven jaarlijks worden afgebouwd, tenzij ontwikkelingen terzake van de kwaliteit, de toegankelijkheid en de continuïteit van de notariële dienstverlening zich daartegen zouden verzetten. Wat dit laatste betreft zal de – krachtens art. 128 van de wet – ingestelde onafhankelijke Commissie monitoring notariaat, jaarlijks over de effecten van de wet rapporteren.

Met de Tijdelijke regeling notariële tarieven onroerendgoedpraktijk 1999 (Stcrt. 1999, nr 137, pagina 22), is op 1 oktober 1999 een eerste stap richting vrije tarieven gezet. Deze regeling is van kracht tot 30 september aanstaande. Dit betekent dat deze zomer een nieuw besluit moet worden voorbereid over het verder vrij laten van de tarieven in het daarop volgend jaar. Dat besluit zal op 1 oktober aanstaande in werking moeten treden.

Door de Commissie monitoring notariaat is mij gemeld, dat haar eerste rapportage eerst in de loop van juli aanstaande mag worden verwacht. Het rapport zal tegelijkertijd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de minister van Economische Zaken en ondergetekende worden aangeboden. Alvorens een besluit over de nieuwe tariefregeling te nemen wil ik graag over de bevindingen van de Commissie met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie van gedachten wisselen. Een en ander betekent dat ik eerst in de loop van augustus aanstaande – in ieder geval voor het einde van uw zomerreces – een ontwerpbesluit over de nieuwe tariefregeling aan u zal doen toekomen.

Mede gelet op dat zomerreces leek het mij goed u op voorhand over deze planning te informeren.

Ik realiseer mij dat de tijdsplanning krap is. Het schema dat wordt gehanteerd is ingegeven door het belang zoveel mogelijk informatie over de eerste evaluatieperiode te kunnen verwerken.

De Staatssecretaris van Justitie,

M. J. Cohen

Naar boven