23 706
Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)

nr. 24
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN B.M. DE VRIES EN SWILDENS-ROZENDAAL TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 7 april 1998

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 114 wordt als volgt gewijzigd:

I

Het tweede lid, eerste volzin, wordt vervangen door:

Onze Ministers van Justitie en van Economische Zaken zijn tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, ten minste drie jaar en ten hoogste vijf jaar gelegen na de inwerkingtreding van deze wet, gezamenlijk bevoegd, in afwijking van artikel 50, jaarlijks bij ministeriële regeling tarieven of een tarievenstelsel vast te stellen ter bepaling van het honorarium dat de notaris de cliënt in rekening brengt.

II

Toegevoegd wordt een lid, dat luidt:

4. Het ontwerp van het koninklijk besluit, bedoeld in het tweede lid, eerste volzin, wordt ten minste vier weken voordat het besluit wordt genomen, aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.

Toelichting

In dit amendement wordt de overgangstermijn voor de vrije tariefsvorming gesteld op ten minste drie en ten hoogste vijf jaar. De termijn eindigt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Het ontwerp van het bedoelde koninklijk besluit wordt ten minste vier weken voordat het besluit wordt genomen, aan de beide kamers overgelegd, die gedurende die periode gelegenheid hebben, hierover van gedachten te wisselen met de regering.

De vrije tariefsvorming is een dermate belangrijk element van de wet dat het parlement dient te worden betrokken bij de besluitvorming over de ingangsdatum daarvan.

B. M. de Vries

Swildens Rozendaal

Naar boven