23 700
Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Derde tranche Algemene wet bestuursrecht)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 21 juni 1995

Artikel I van het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

Onderdeel A komt te luiden:

A

Aan artikel 1:3 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. Onder beleidsregel wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

B

Onderdeel G wordt gewijzigd als volgt:

a. In artikel 4.2.1.1 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

b. In artikel 4.2.1.4 wordt «periodiek» vervangen door: ten minste eenmaal in de vijf jaren.

c. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, komen het eerste en tweede lid van artikel 4.2.2.1 te luiden:

1. Een subsidieplafond kan slechts bij of krachtens wettelijk voorschrift worden vastgesteld.

2. Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

d. In artikel 4.2.2.4, eerste lid, wordt «het tijdvak waarvoor het beschikbaar is» vervangen door: het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

e. In artikel 4.2.2.5, onderdeel a, wordt «het tijdvak waarvoor het subsidieplafond beschikbaar is» vervangen door: het tijdvak waarvoor het subsidieplafond is vastgesteld.

f. In artikel 4.2.4.4, derde lid, wordt de punt aan het slot vervangen door een komma en wordt toegevoegd: doch in ieder geval binnen vijf jaren na de bekendmaking van de laatste beschikking tot subsidievaststelling.

g. In artikel 4.2.5.2, tweede lid, wordt «en 4.2.4.1» vervangen door: 4.2.4.1 en 4.2.4.1a.

h. Artikel 4.2.5.3, eerste lid, wordt in onderdeel a «, of» vervangen door een puntkomma, wordt in onderdeel b de punt aan het slot vervangen door «, of» en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. de vaststelling van de subsidie bij een overeenkomst als bedoeld in artikel 4.2.3.8, eerste lid, anders is geregeld.

i. In artikel 4.2.6.1, eerste lid, onderdeel e, vervalt: 4.2.3.5 of.

j. In artikel 4.2.6.3, tweede lid, wordt «onderdeel b of c» vervangen door: onderdeel a of b.

k. In artikel 4.2.8.4.4, eerste lid, onderdeel d, wordt «bevreemding» vervangen door: vervreemding.

l. In artikel 4.2.8.5.3, tweede lid, wordt aan de eerste volzin, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd «onverminderd artikel 4.2.5.4, tweede lid.» en vervalt de tweede volzin.

m. In artikel 4.4.4 wordt «de beleidsregel» vervangen door: het besluit, inhoudende een beleidsregel,.

C

Onderdeel H wordt gewijzigd als volgt:

a. Aan artikel 5.2.5 wordt een zesde lid toegevoegd, luidende:

6. Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, worden tevens begrepen de kosten voortvloeiende uit de vergoeding van schade ingevolge artikel 5.2.8, zesde lid.

b. Aan artikel 5.2.8 worden vier leden toegevoegd, luidende:

3. Een plaats die niet bij de overtreding is betrokken, wordt niet betreden dan nadat het bestuursorgaan dat bestuursdwang toepast dit de rechthebbende ten minste achtenveertig uren tevoren schriftelijk heeft aangezegd.

4. Het derde lid geldt niet, indien tijdige aanzegging wegens de vereiste spoed niet mogelijk is. De aanzegging geschiedt dan zo spoedig mogelijk.

5. De aanzegging omschrijft de wijze waarop het betreden zal plaatsvinden.

6. De rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan behoort, vergoedt de schade die door het betreden van een plaats als bedoeld in het derde lid wordt veroorzaakt, voor zover deze redelijkerwijs niet ten laste van de rechthebbende behoort te komen, onverminderd het recht tot verhaal van deze schade op de overtreder ingevolge artikel 5.2.5, zesde lid.

c. In artikel 5.2.10, tweede lid, wordt «orgaan» vervangen door: bestuursorgaan.

d. In artikel 5.3.3 wordt «de dwangsom opheffen» telkens vervangen door: de last opheffen.

D

In onderdeel I komt artikel 7:14 te luiden:

Artikel 7:14

Artikel 3:6, tweede lid, de afdelingen 3.4 en 3.5, de artikelen 3:41 tot en met 3:45, afdeling 3.7, met uitzondering van artikel 3.6.4, en hoofdstuk 4 zijn niet van toepassing.

E

In onderdeel J komt artikel 7:27 te luiden:

Artikel 7:27

Artikel 3:6, tweede lid, de afdelingen 3.4 en 3.5, de artikelen 3:41 tot en met 3:45, afdeling 3.7, met uitzondering van artikel 3.6.4, en hoofdstuk 4 zijn niet van toepassing.

F

Onderdeel K wordt gewijzigd als volgt:

a. In artikel 1A.2.1.7, eerste en tweede lid, wordt «drie maanden» telkens vervangen door: dertien weken.

b. Artikel 1A.2.3.2, derde lid, komt te luiden:

3. De schorsing kan ook na verlenging niet langer duren dan een jaar.

Toelichting

A

Verwezen zij naar de nota naar aanleiding van het verslag, antwoord 5.4.

B

a. Zie antwoord 4.12.

b. Zie antwoord 4.19.

c. Zie antwoord 10.4.

d en e. Zie antwoord 10.7.

f. Zie antwoord 4.28.

g. Deze wijziging betreft de correctie van een onvolledige verwijzing.

h. Zie antwoorden 4.15 en 4.30.

i, j en k. Deze wijzigingen betreffen correcties van misstellingen.

l. Deze wijziging betreft een technische verbetering.

m. Zie antwoord 5.4.

C

a en b. Deze wijzigingen strekken er toe, de zogenaamde «plaagstrokenregeling» die thans is neergelegd in de artikelen 127 Gemeentewet, 125 Provinciewet en 63 Waterschapswet, met enige redactionele aanpassingen alsnog in de Awb op te nemen. Verwezen zij naar antwoord 6.70.

c. Deze wijziging betreft een redactionele verbetering.

d. Zie antwoord 6.102.

D en E

Deze technische wijzigingen houden verband met de wijziging van de artikelen 7:14 en 7:27 bij het wetsvoorstel afschaffing adviesverplichtingen (Kamerstukken I 1994/95, 23 983, nr. 242).

F

a en b. Zie antwoord 8.12.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Naar boven