23 646
Bepalingen inzake de arbeids- en rusttijden (Arbeidstijdenwet)

nr. 48
ZESDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 21 april 1995.

In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 2:5 vervalt «van het toezicht op de naleving» en wordt «voorschriften» vervangen door: taken.

B

Artikel 4:2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «Een werkgever die een bestendig en regelmatig» vervangen door: De werkgever die een.

2. In het tweede lid wordt «een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon» vervangen door: toepassing van het eerste lid.

C

Artikel 4:5, vijfde lid, komt te luiden:

5. De zwangere werknemer kan niet verplicht worden arbeid te verrichten in nachtdienst, tenzij de werkgever aannemelijk maakt dat dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd.

D

Artikel 5:11 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vierde lid, aanhef, wordt «en 5:7» vervangen door: 5:7 en 5:8, eerste lid, onderdelen c en d, en derde lid, onderdelen c en d.

2. In het vijfde lid, aanhef, wordt na« tweede lid,» ingevoegd: 5:8, eerste lid, onderdelen c en d, en derde lid, onderdelen c en d,.

E

In artikel 11:1 wordt na «eerste lid,» ingevoegd: 4:3, tweede tot en met vierde lid,.

F

In artikel 11:5 wordt «artikel 5:12, tweede lid,» vervangen door: de artikelen 4:3, tweede tot en met vierde lid, en 5:12, tweede lid,.

Toelichting

A. Artikel 2:5

De in het wetsvoorstel gegeven formulering waarin het element van «het toezicht houden op de naleving» voorkomt, is te beperkend ten aanzien van de veiligheids- en inlichtingendiensten. Deze diensten kennen bij wet opgedragen taken, die niet het toezicht op wettelijke voorschriften omvatten. Om die reden is het begrip «voorschriften» dan ook vervangen door de term taken. Met deze taken kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de taken die zijn neergelegd in de artikelen 8 tot en met 10 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

B. Artikel 4:2

De formulering van het eerste en tweede lid van dit artikel blijkt bij nader inzien niet op elkaar aan te sluiten. Waar het tweede lid naar een bepaalde situatie verwijst, blijft het onduidelijk of in de andere situaties het eerste lid dan van toepassing is. Om deze onduidelijkheid op te heffen, wordt voorgesteld het eerste lid als hoofdregel te formuleren, welke regel vervangen kan worden door het voorschrift uit het tweede lid indien de aard van de arbeid toepassing van de hoofdregel onmogelijk maakt. Op grond van het derde lid blijft het mogelijk, om in collectief of individueel verband van deze algemene bepalingen van regelend recht af te wijken. Wel geldt, dat voor een individuele afwijking steeds voor ieder geval afzonderlijk de instemming van de werknemer vereist is. Overigens is de wijze van instemming van de individuele werknemer niet aan enig voorschrift gebonden.

C. Artikel 4:5

In tegenstelling tot de huidige formulering van artikel 4:5, vijfde lid, legt het voorgestelde nieuwe vijfde lid van dit artikel de bewijslast expliciet bij de werkgever.

D. Artikel 5:11

De voorgestelde wijziging van artikel 5:11 is de correctie van een ommissie voor wat betreft de rusttijd in verband met nachtdienst.

E. en F. Artikelen 11:1 en 11:5

Artikel 11:1 regelt de toepasselijkheid van de Nederlandse strafwet op arbeid verricht door persoon, werkzaam in of op motorrijtuigen buiten Nederland. Bij de vervanging van de verwijzing naar artikel 2:10, eerste lid, door artikel 5:12, tweede lid, is vergeten tevens de verwijzing naar artikel 4:3, tweede tot en met vierde lid, dat betrekking heeft op de registratie, op te nemen. Voor artikel 11:5, waarin de uitreiking van gerechtelijke mededelingen is geregeld, geldt hetzelfde.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven