nr. 48
ZESDE NOTA VAN WIJZIGING
In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
In artikel 2:5 vervalt «van het toezicht op de naleving» en
wordt «voorschriften» vervangen door: taken.
B
Artikel 4:2 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «Een werkgever die een bestendig en regelmatig»
vervangen door: De werkgever die een.
2. In het tweede lid wordt «een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon»
vervangen door: toepassing van het eerste lid.
C
Artikel 4:5, vijfde lid, komt te luiden:
5. De zwangere werknemer kan niet verplicht worden arbeid te verrichten
in nachtdienst, tenzij de werkgever aannemelijk maakt dat dit redelijkerwijs
niet van hem kan worden gevergd.
D
Artikel 5:11 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het vierde lid, aanhef, wordt «en 5:7» vervangen door:
5:7 en 5:8, eerste lid, onderdelen c en d, en derde lid, onderdelen c en d.
2. In het vijfde lid, aanhef, wordt na« tweede lid,» ingevoegd:
5:8, eerste lid, onderdelen c en d, en derde lid, onderdelen c en d,.
E
In artikel 11:1 wordt na «eerste lid,» ingevoegd: 4:3, tweede
tot en met vierde lid,.
F
In artikel 11:5 wordt «artikel 5:12, tweede lid,» vervangen
door: de artikelen 4:3, tweede tot en met vierde lid, en 5:12, tweede lid,.
Toelichting
A. Artikel 2:5
De in het wetsvoorstel gegeven formulering waarin het element van «het
toezicht houden op de naleving» voorkomt, is te beperkend ten aanzien
van de veiligheids- en inlichtingendiensten. Deze diensten kennen bij wet
opgedragen taken, die niet het toezicht op wettelijke voorschriften omvatten.
Om die reden is het begrip «voorschriften» dan ook vervangen door
de term taken. Met deze taken kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de taken
die zijn neergelegd in de artikelen 8 tot en met 10 van de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten.
B. Artikel 4:2
De formulering van het eerste en tweede lid van dit artikel blijkt bij
nader inzien niet op elkaar aan te sluiten. Waar het tweede lid naar een bepaalde
situatie verwijst, blijft het onduidelijk of in de andere situaties het eerste
lid dan van toepassing is. Om deze onduidelijkheid op te heffen, wordt voorgesteld
het eerste lid als hoofdregel te formuleren, welke regel vervangen kan worden
door het voorschrift uit het tweede lid indien de aard van de arbeid toepassing
van de hoofdregel onmogelijk maakt. Op grond van het derde lid blijft het
mogelijk, om in collectief of individueel verband van deze algemene bepalingen
van regelend recht af te wijken. Wel geldt, dat voor een individuele afwijking
steeds voor ieder geval afzonderlijk de instemming van de werknemer vereist
is. Overigens is de wijze van instemming van de individuele werknemer niet
aan enig voorschrift gebonden.
C. Artikel 4:5
In tegenstelling tot de huidige formulering van artikel 4:5, vijfde lid,
legt het voorgestelde nieuwe vijfde lid van dit artikel de bewijslast expliciet
bij de werkgever.
D. Artikel 5:11
De voorgestelde wijziging van artikel 5:11 is de correctie van een ommissie
voor wat betreft de rusttijd in verband met nachtdienst.
E. en F. Artikelen 11:1 en 11:5
Artikel 11:1 regelt de toepasselijkheid van de Nederlandse strafwet op
arbeid verricht door persoon, werkzaam in of op motorrijtuigen buiten Nederland.
Bij de vervanging van de verwijzing naar artikel 2:10, eerste lid, door artikel
5:12, tweede lid, is vergeten tevens de verwijzing naar artikel 4:3, tweede
tot en met vierde lid, dat betrekking heeft op de registratie, op te nemen.
Voor artikel 11:5, waarin de uitreiking van gerechtelijke mededelingen is
geregeld, geldt hetzelfde.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. P. W. Melkert