nr. 44
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN HET LID ROSENMÖLLER TER
VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 29
De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:
I
Na artikel 6:3 wordt een nieuw artikel 6:4 ingevoegd, luidende:
Vorderingsrecht medezeggenschapsorgaan
Artikel 6:4
1. Indien deze wet en de daarop berustende bepalingen voor de organisatie
van de arbeid het gebruik van een collectieve regeling als bedoeld in artikel
1:4 voorschrijft en de werkgever dit nalaat of deze regeling in onvoldoende
mate of onjuist naleeft, kan het medezeggenschapsorgaan, waarmee de werkgever
over deze regeling overeenstemming had moeten bereiken of heeft bereikt, een
verzoek tot de kantonrechter richten.
2. De kantonrechter kan in zijn uitspraak de werkgever de verplichting
opleggen om bepaalde handelingen te verrichten of na te laten. De werkgever
leeft een zodanige verplichting na.
3. Voor die medezeggenschapsorganen die werknemers vertegenwoordigen die
gehouden zijn arbeid te verrichten krachtens publiekrechtelijke aanstelling
treden de in artikel 4, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 bedoelde kamers
van de arrondissementsrechtbanken in de plaats van de kantonrechter, bedoeld
in het eerste en tweede lid.
4. De artikelen 22 en 22a van de Wet op de ondernemingsraden zijn van
overeenkomstige toepassing.
II
In artikel 11:3, tweede lid, wordt na de woorden «een strafbaar
feit oplevert,» ingevoegd: 6:4, tweede lid, tweede volzin,.
Toelichting
Deze amendementen beogen het medezeggenschapsorgaan een rechtsgang te
bieden indien de werkgever de bepalingen van deze wet niet in acht neemt.
Rosenmöller