23 646
Bepalingen inzake de arbeids- en rusttijden (Arbeidstijdenwet)

nr. 44
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN HET LID ROSENMÖLLER TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 29

Ontvangen 4 april 1995

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

I

Na artikel 6:3 wordt een nieuw artikel 6:4 ingevoegd, luidende:

Vorderingsrecht medezeggenschapsorgaan

Artikel 6:4

1. Indien deze wet en de daarop berustende bepalingen voor de organisatie van de arbeid het gebruik van een collectieve regeling als bedoeld in artikel 1:4 voorschrijft en de werkgever dit nalaat of deze regeling in onvoldoende mate of onjuist naleeft, kan het medezeggenschapsorgaan, waarmee de werkgever over deze regeling overeenstemming had moeten bereiken of heeft bereikt, een verzoek tot de kantonrechter richten.

2. De kantonrechter kan in zijn uitspraak de werkgever de verplichting opleggen om bepaalde handelingen te verrichten of na te laten. De werkgever leeft een zodanige verplichting na.

3. Voor die medezeggenschapsorganen die werknemers vertegenwoordigen die gehouden zijn arbeid te verrichten krachtens publiekrechtelijke aanstelling treden de in artikel 4, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 bedoelde kamers van de arrondissementsrechtbanken in de plaats van de kantonrechter, bedoeld in het eerste en tweede lid.

4. De artikelen 22 en 22a van de Wet op de ondernemingsraden zijn van overeenkomstige toepassing.

II

In artikel 11:3, tweede lid, wordt na de woorden «een strafbaar feit oplevert,» ingevoegd: 6:4, tweede lid, tweede volzin,.

Toelichting

Deze amendementen beogen het medezeggenschapsorgaan een rechtsgang te bieden indien de werkgever de bepalingen van deze wet niet in acht neemt.

Rosenmöller

Naar boven